Author profile picture

In een wekelijkse column, afwisselend geschreven door Maarten Steinbuch, Mary Fiers, Carlo van de Weijer, Lucien Engelen, Tessie Hartjes en Auke Hoekstra, probeert Innovation Origins uit te vinden hoe de toekomst eruit zal zien. De zes columnisten, af en toe aangevuld met gastbloggers, zijn allemaal op hun eigen manier bezig met oplossingen voor de problemen van onze tijd. Zodat Morgen Beter wordt. Deze zondag is Lucien Engelen aan de beurt. Hier alle eerdere afleveringen.

Wanneer een onderwerp in een bepaalde branche of sector na een lange aanlooptijd hot wordt, blijken er vaak twee scholen die het vervolgtraject vorm willen geven. Ik denk niet dat dit negatief is en ook de ontwikkelingen niet nadelig beïnvloedt. Ik denk eigenlijk dat het het debat voedt dat we allemaal zouden moeten voeren om de weg naar onze nieuwe situatie te vinden. Ik heb het daarbij vaak over de ‘huidige’ wereld en de ‘volgende’ wereld, in plaats van over de ‘oude’ en de ‘nieuwe’ wereld.

De afgelopen 6-7 jaar hebben we hard geprobeerd om de boodschap over te brengen dat de gezondheidszorg een metamorfose zal ondergaan onder invloed van technologie en de veranderingen in de samenleving, omdat het een niet-duurzaam model is en vanwege het feit dat gegevens – data – een steeds belangrijker bezit zijn. Niet alleen vanwege het belang zelf, maar ook door het feit dat gegevens telkens veranderen van eigenaar en herkomst: burgers en patiënten verzamelen zelf namelijk meer data dan welke professionele beroepsbeoefenaar dan ook.

In mijn nieuwe boek – Augmented Health(care), the end of the beginning – ben ik dieper ingegaan op de drie fasen van innovatie die ik in de afgelopen zeven jaar heb onderscheiden: de eerste fase is het creëren van bewustzijn, de tweede is het voorbereidende werk en de derde is het uitvoeren of opschalen ervan.

Waar de zaken in de huidige fase van innovatie van elkaar verschillen, is het debat over de vraag of we wel of niet moeten stoppen met praten en in actie moeten komen.

Voor de duidelijkheid: daar ben ik het helemaal mee eens! Velen van jullie die mijn blogs lezen en mijn werk in de afgelopen jaren gevolgd hebben, moeten al weten dat mijn motto altijd is geweest “stop met praten, begin met doen”.

Dus waarom die vraag nog stellen? Welnu, ik denk eigenlijk dat innovatie en het overbrengen van de boodschap een soort watervalmodel is. Als je eenmaal op één lijn komt met een bepaalde groep die begint met doen, met het implementeren van innovaties, is het tijd om de tweede groep aan te spreken. In een typisch innovatief model zou deze groep wel eens aanzienlijk groter kunnen zijn dan de eerste groep van eerste adopters / gelovigen. En dan komt het neer op hetzelfde te doen voor de volgende groep. Het is GEEN volgtijdelijk model; dit zijn processen die parallel lopen. Innovatie is geen proces dat men in stukken, blokken of harde momenten kan plannen, het gaat niet om proces of technologie, het gaat om het veranderen van de cultuur van je organisatie. Enige tijd geleden beschreef ik dit al in mijn ‘innovation bulb’.

Dus het stoppen van het proces van bewustzijncreatie is volgens mij het slechtste om te doen. Als je die eerste groep bereikt, moet je er samen met een aantal mensen uit die eerste groep voor zorgen dat ze invloed gaan uitoefenen, om te inspireren, juist om het volgende niveau van gebruikers of besluitvormers te overtuigen.

Dit is geen ‘of/of’ keuze, het is een ‘en/en’ situatie die we moeten koesteren, want veel innovaties in de samenleving zijn mislukt omdat we het proces van communicatie te vroeg zijn gestopt. Natuurlijk hebben we resultaten, actie en praktijkvoorbeelden nodig. Maar ze waren nooit het ultieme doel, het moment waarop we klaar zouden zijn. Ze waren slechts het einde van het begin, the end of the beginning.