PFAS zijn een verzameling van chemische stoffen met een slechte naam. De bewijzen groeien dat ze kanker kunnen veroorzaken en schadelijk zijn voor het ongeboren kind. Toch komen er steeds meer van dit soort poly- en perfluoralkylstoffen in het milieu terecht omdat ze gebruikt worden bij alledaagse goederen zoals pannen met een anti-aanbaklaag, brandblusschuim, voedselverpakkingen en waterafstotende kleren.
De Katholieke Universiteit Leuven heeft nu een nieuwe manier ontdekt om ze uit het water te filteren met een soort minerale spons van zeoliet. Dat meldt de universiteit op haar website.
Nederlandse bouwsector
Veel is er nog onbekend over hoe groot het probleem met PFAS daadwerkelijk is. Het beleid van de Europese Unie is erop gericht de PFAS langzaam maar zeker terug te dringen tot nul, tenzij ze echt noodzakelijk zijn.
Er zijn ongeveer 6000 verschillende soorten PFAS die niet allemaal giftig zijn. De grote doorbraak kwam in 1938 toen het Amerikaanse bedrijf DuPont min of meer door toeval terechtkwam bij de chemische verbinding polytetrafluoretheen (PTFE), een type PFAS dat later de basis zou vormen voor Teflon, bekend van onder meer pannen en regenkleding. In Nederland zijn PFAS sinds een paar jaar berucht omdat ze verantwoordelijk zijn voor het stilleggen van talloze bouwprojecten.
Toch blijven de stoffen in de industrie populair vanwege hun positieve kenmerken: ze zijn bestand tegen hoge temperaturen, tegen bijtende producten en elektriciteit en ze zijn water- en vuilafstotend.
Onafbreekbaar
De keerzijde is dat ze biologisch niet of moeilijk afbreekbaar zijn. Daarom worden ze ook wel forever chemicals genoemd die zich verspreiden via de lucht en het water en zo in onze voedsel en drinkwater terechtkomen.
“De productie van sommige types PFAS is de voorbije jaren strenger gereguleerd, maar helemaal aan banden gelegd, is die nog niet”, legt onderzoeker Matthias Van den Bergh uit. “Door de strenge regulering gaat de industrie op zoek naar andere moleculen met gelijksoortige eigenschappen, maar dat is uiteraard geen oplossing voor de vervuiling die zich de voorbije decennia heeft opgestapeld in de natuur.”
Van den Bergh ging daarom samen met hoogleraar Dirk De Vos op zoek naar een manier om PFAS uit het water te filteren. De grote uitdaging daarbij was dat de PFAS-moleculen slechts in zeer lage concentraties in het water voorkomen. De Vos: “Zelfs bij sterke vervuiling hebben we het over niet meer dan een microgram per liter. Het is dus als zoeken naar een naald in een hooiberg.”
Kattengrit
Van den Bergh: “Toch zijn we erin geslaagd om een efficiënt filtermateriaal te ontwikkelen. We gebruiken een zeoliet, een poreuze stof met minuscule holtes. Dit materiaal, in poedervorm, trekt de PFAS-moleculen aan en houdt ze gevangen in zijn poriën. Het mooie aan deze technologie is dat ze zeer selectief werkt: de schadelijke PFAS-stoffen worden wel gefilterd, maar de andere onschuldige componenten in het water niet.”
Zeolieten zijn mineralen die zowel in natuurlijke als in kunstmatige vorm bestaan. Natuurlijke zeolieten worden onder andere gebruikt als absorptiemateriaal in kattenbakvulling. Kunstmatige zeolieten worden onder andere gebruikt in wasmiddelen.
De onderzoekers hebben het concept met zeoliet gepatenteerd, maar er is volgens De Vos nog een lange weg te gaan om tot een functionele toepassing te komen. “We geloven in de mogelijkheden van dit materiaal, maar de uitdaging is om het op grote schaal te produceren tegen een redelijke prijs. Ook gaan we verder onderzoeken op welke manier en in welke vorm de filters het best gebruikt kunnen worden.”
Lees ook ons dossier over milieuvervuiling.