Wekken jouw zonnepanelen nu nog net zo veel energie op als in het begin? Waarschijnlijk niet. Door vervuiling en degradatie van het materiaal wordt de opwekcapaciteit minder, zo stellen Ed Veldhuizen en Stephan de Kievit van Duurabel. Zij ontwikkelen sensoren om de capaciteit van zonnepanelen over langere tijd te meten. Hierdoor kun je in een oogopslag de capaciteitsvermindering én de oorzaak daarvan inzien, bijvoorbeeld vervuiling door stuifmeel. “Een optimalisatietool om het beste uit zonnepanelen en daarmee zonneparken te halen”, zegt De Kievit.
“Producenten doen beloften, bijvoorbeeld over productspecificaties. Maar hoe borg je die over een langere periode?”, vraag De Kievit zich af. “Er wordt nu een bepaald vermogen van de zonnepanelen vast gesteld. Daarin wordt verval gedurende de jaren meegenomen”, legt hij uit. “Dit is gebaseerd op theoretische berekeningen.” Om dat constant te meten, hebben zij sensoren ontwikkeld. In een bijbehorend dashboard zijn de gegevens makkelijk af te lezen. Ed Veldhuizen: “Sommige leveranciers raden aan de zonnepanelen om de paar maanden schoon te maken, terwijl anderen zeggen dat de regen vuil eraf spoelt. Onze sensoren meten de vervuiling zodat je weet wanneer de panelen gereinigd moeten worden. Dat zorgt voor het beste resultaat en de garantie dat je niet voor niks het dak op gaat.”
Materiaal degradeert
Zeker in droge zomers zoals deze kunnen bijvoorbeeld stuifmeel en zand de opbrengt van de panelen verminderen. Dit kan zelfs per regio verschillen: “In de Randstad zal meer en andersoortige vervuiling zijn dan bijvoorbeeld op het platte land”, stelt De Kievit. Maar naast vervuiling is er volgens hem nog een ander aspect: de degradatie van het materiaal waar de panelen van gemaakt zijn, bijvoorbeeld de glasplaat die er boven op ligt. “Bijvoorbeeld door het weer kan de kwaliteit van materialen achteruit gaan, ook dat heeft invloed op de opbrengst van een paneel”, zegt hij. Hierover is nog maar weinig bekend, maar meten is weten. “Met onze sensoren zouden producenten kunnen leren over hun eigen product om het vervolgens te verbeteren.” Ontwikkeling en vernieuwing zijn volgens Veldhuizen heel belangrijk: “Als Apple en Samsung de oude telefoons niet steeds hadden verbeterd, hadden we geen smartphones gehad. Dat werkt met zonnepanelen ook zo.”
Onderhoudsstatus van gebouw in één oogopslag
Met hun sensortechnologie willen De Kievit en Veldhuizen niet alleen de zonnesector, maar ook de vastgoedwereld vernieuwen. Met name op het gebied van gebouwinspecties is volgens hen nog veel werk aan de winkel op het gebied van digitalisering. Samen met een projectteam van de Technische Universiteit Eindhoven hebben ze onderzocht welke sensoren het beste werken met welk materiaal. Deze meten degradaties van materialen. Zoals onder andere de isolatiewaarde van glas en de conditie van verflagen op bijvoorbeeld kozijnen. “De sensoren meten de onderhoudsconditie van de gebouwschil, de buitenkant van een gebouw. Dat wordt nu allemaal nog met visuele inspecties gecontroleerd, wat duur, tijdrovend en arbitrair is”, vertelt De Kievit. “Door de sensoren en de verzamelde data zie je meteen wanneer een onderdeel van een gebouw onderhoud nodig heeft. Bovendien kun je ook voorspellen wanneer het onderhoud gepleegd moet worden omdat je 24 uur per dag metingen kunt doen.”
Lees hier meer over de sensoren voor gebouwen.
Het projectteam van de universiteit heeft onderzocht wat de sensoren precies moeten meten en hoe dat technisch gezien in een dashboard geplaatst kan worden. “We werken samen met designbureau WeLLDesign om de sensoren en het dashboard verder vorm te geven. Daarna kunnen we de eerste grote testen uitvoeren”, vertelt Veldhuizen. Een woningcorporatie gaat als eerste gebruik maken van de sensoren. “In het dashboard kunnen organisaties bijvoorbeeld ook begrotingen bijhouden. Zo hebben zij alles in een applicatie”, vertelt hij.
Efficiëntere vastgoedsector
Met hun sensoren willen De Kievit en Veldhuizen de vastgoedsector laten innoveren en efficiënter maken. “De sensoren kunnen de prestaties van de zonnepanelen optimaliseren”, zegt De Kievit. “We verwachten dat, als we na de eerste pilots cijfers kunnen voorleggen over de te behalen winst, er meer partijen met onze sensoren willen werken. De vastgoedsector is traditioneel ingesteld. De belangen zijn groot, dan gaat men niet over één nacht ijs. Dat is ook logisch.” Duurabel wil bewijzen dat innovaties niet alleen de vastgoedsector verbeteren, maar ook het gebruikscomfort voor Nederlanders verbeteren. “Iedereen woont, werkt of recreëert graag in een goed onderhouden gebouw. Door deze digitale technologie kunnen de betrokken mensen effectiever gaan werken en bedrijven innoveren zodat betere prestaties kunnen worden geleverd.”