AI-generated picture
Author profile picture

Met de dalende prijzen van zonnepanelen zien we een groeiend aantal huishoudens die ervoor kiezen om ze te installeren, waarbij ze kunnen profiteren van aanzienlijke belastingvoordelen. Echter, het potentieel van zonne-energie reikt verder dan alleen daken. In de agrarische sector kunnen zonnepanelen ook een waardevolle rol spelen.

Agrivoltaics (AV) combineert het opwekken van zonne-energie met landbouw. Zonnepanelen worden gecombineerd met het telen van gewassen, grazende schapen of fruitplantages. Ze worden op verschillende manieren geïnstalleerd, afhankelijk van de toepassing; van verticaal tot horizontaal en van vaste tot bewegende zonnepanelen.

Waarom je dit moet weten:

Door klimaatverandering moeten we anders gaan denken over energieopwekking. Een manier om dat te doen is door voedsel- en elektriciteitsproductie te combineren. AV biedt een verscheidenheid aan technologische opties en vermindert de concurrentie tussen gewassen en zonneparken.

Geen concurrentie voor land

Vorig jaar heeft de Nederlandse regering een stap terug gezet wat betreft de ontwikkeling van zonneparken op landbouwgrond. Er kwam een nieuwe wet die bedoeld was om landbouwgrond te beschermen en die nieuwe regels introduceerde voor zonne-installaties. De brancheorganisatie Holland Solar voerde campagne om uitzonderingen te verkrijgen voor waardevolle ontwikkelingen, wat uiteindelijk ook werd opgenomen in het wetsvoorstel. Zonne-energie kan een rol spelen in het behalen van klimaatdoelen. In een land waar beperkt de ruimte is, zoals Nederland, vermindert AV de concurrentie op land – en krijgen boeren toegang tot een extra inkomstenbron.

De afgelopen jaren zijn er installaties en proefprojecten uitgevoerd en op dit moment zijn er ongeveer tien AV-centrales in Nederland. BayWa re bouwt bijvoorbeeld een van de grootste centrales in Europa op een frambozenkwekerij in Noord-Brabant.

Zonnepanelen en gewassen kunnen naast elkaar bestaan

Er bestaan twee hoofdcategorieën van AV-energiecentrales: centrales waar landbouw plaatsvindt tussen fotovoltaïsche (PV) ‘arrays’ en centrales waar landbouw plaatsvindt onder de PV-panelen, die ook plaats bieden aan grazende dieren. In het eerste geval staan verticale installaties langs de gewassen. In het tweede geval bedekken panelen gedeeltelijk de planten.

Zonnepanelen kunnen als een soort schild fungeren voor plantages tegen hagel en tegen de overmatige hitte van de zomermaanden. Hoewel onderzoek aantoont dat sommige gewassen meer produceerden onder zonnepanelen, is het tegenovergestelde ook waar. Onderzoek door het Fraunhofer Instituut toonde aan hoe de opbrengst van aardappelen en wintertarwe daalde onder AV-installaties. Er bestaat geen pasklare oplossing.

Landbouw verbeteren

“Het installeren van een AV-installatie zou de landbouw moeten verbeteren. De zonnepanelen moeten passen binnen de landbouwpraktijken en niet andersom. Het ontwerp moet zich aanpassen aan de bestaande landbouwpraktijken en voor ons is het van groot belang om te luisteren naar de behoeften van de boeren”, legt Martijn van der Pouw uit, business development manager bij het duurzame energiebedrijf Statkraft. Statkraft ontwikkelt en realiseert in Nederland voornamelijk zonne-energieprojecten op de grond.

Volgens Van der Pouw is agrivoltaïsche (AV) technologie een veelbelovende mogelijkheid om de nationale doelstellingen voor duurzame energieopwekking tegen 2030 te halen. Met zestig procent van de Nederlandse landbouwgrond gewijd aan grasland voor de melkveehouderij, biedt agrivoltaïsche landbouw een innovatieve kans door zonne-energie te combineren met traditionele landbouwactiviteiten zoals het houden van koeien. Statkraft heeft recentelijk een wedstrijd van de gemeente West Maas en Waal gewonnen met een voorstel voor nieuwe zonneparken gebaseerd op agrivoltaïsche technologie. Het plan omvat een agrivoltaïsche installatie die jaarlijks 15 GWh elektriciteit kan opwekken door grasland te integreren met een horizontale zonne-installatie die de zon volgt.

Nieuwkomers in het landschap

De uitrol van dergelijke projecten kan echter niet zonder publieke acceptatie. Onlangs publiceerde de Universiteit van Wageningen een onderzoek over de beleving van agrivoltaïsche installaties. De wetenschapper voerde een persoonlijk onderzoek uit onder inwoners van twee gemeenten in de buurt van twee AV-centrales in Nederland, Tiel en Culemborg. Hoewel mensen het belang van dergelijke installaties inzien, moet er nog veel gebeuren om de acceptatie te vergroten.

Mensen begrijpen over het algemeen dat agrivoltaïsche (AV) installaties de functionaliteit van het land verbeteren en omarmen ook de duurzaamheidsdimensie die ermee gepaard gaat. Echter, het omgaan met landschapsbeleving – de derde dimensie van ruimtelijke kwaliteit die we onderzochten – is complexer. Landschapsgebruikers, zoals bewoners, werknemers of recreanten in die gebieden, ervaren een verslechtering van hun beleving,” legt Sven Stremke uit, professor in de landschapsarchitectuur en een van de auteurs van het artikel.

Waar moeten ze komen?

Volgens de professor is er meer werk nodig op het gebied van beleid, planning en ontwerp van dergelijke installaties. Het belangrijkste is dat agrivoltaïsche installaties in sommige delen van het land beter passen dan in andere. “Denk aan Flevoland, waar het landschap pragmatisch en rechtlijnig is ingericht, met meer uitgestrekte percelen. In Noord-Brabant daarentegen, met kleinere percelen, zou het plaatsen van grootschalige AV-parken met verhoogde panelen niet goed passen in het bestaande landschap,” verduidelijkt hij.

Zonlichtreflectie is een ander praktisch aspect dat moet worden aangepakt. Afhankelijk van de oriëntatie kunnen PV-panelen verblinden. Op zoek naar nieuwe oplossingen hebben Wageningen Universiteit en haar partners geëxperimenteerd met in kleur gedrukte panelen met gras- of rotspatronen om de acceptatie ervan te verbeteren.

AV-centrales hoeven niet overal te staan’

Volgens Stremke is een grondige planning cruciaal. “We zien dat negentig procent van de bestaande zonneparken op de verkeerde plekken staan, dus er moet een planmatige aanpak komen voor AV-ontwikkelingen. Op sommige plekken steunen we het, maar soms ook niet omdat de nadelen groter zijn dan de voordelen,” benadrukt de professor.

Hoewel er terughoudendheid is, zullen AV-ontwikkelingen niet het hele Nederlandse landschap ontwrichten. “We hebben minder dan vijf procent van het landbouwareaal nodig om onze doelstellingen voor zonne-energie te kunnen behalen. AV-centrales hoeven niet overal te staan,” voegt hij eraan toe.

Als gemeenten het voortouw nemen in de ontwikkeling van duurzame energieprojecten, kan de centrale overheid actief bijdragen aan het faciliteren van agrivoltaïsche (AV) initiatieven. “Dit is iets wat Statkraft wil , gezien de complexiteit en kapitaalintensiteit van dergelijke projecten,” zegt Van der Pouw. “Er blijft behoefte aan innovatie, die kan gedijen met onderzoekssubsidies, maar vooral met projectgerichte subsidies. Een specifieke categorie voor agrarische PV-installaties binnen de SDE++ subsidieregeling zou waardevol zijn.” Naarmate ook meer boeren interesse tonen in deze technologie, zullen er meer agrivoltaïsche installaties komen.