©Pixabay
Author profile picture

De afgelopen maanden was ik met regelmaat te vinden in Kloosterhotel Zin in het Brabantse Vught. Op deze plek, waar het kloosterleven een nieuw leven krijgt, werd ik overvallen door een gevoel van rust en bezieling. Dat was een vreemde gewaarwording, aangezien ik verre van religieus ben, mijn enige geloof die in de wetenschap is en mijn prettig chaotische leven niet verder af zou kunnen staan van een kloosterlijk leven. Wat was het dat ik op deze inspirerende plek vond terwijl ik er niet naar zocht?
Ik ging in gesprek met mensen die verbonden zijn aan het kloosterhotel en ontdekte dat compassie de rode draad was die door het hele klooster geweven was. Het klooster in Vught is gesticht door de fraters van Tilburg en de fraters hanteerden een Vincentiaans perspectief op kloosterleven: volgens hen hoorde het klooster midden in de samenleving te staan en was het hun rol om vanuit compassie een zinvolle bijdrage te bieden aan de noden van de maatschappij. Aan de slag gaan daar waar je nodig bent en de ander sterker maken, dat was hun missie. De fraters leefden met de opdracht tot barmhartige gastvrijheid en gaven kleur aan die opdracht door werk en zingeving op inspirerende wijze met elkaar te combineren: Ora et Labora.

Twee kanten aan een medaille

Ik werd gegrepen door het concept om te leven én werken vanuit compassie. Vervolgens deed ik wat ik altijd doe wanneer ik gefascineerd ben door iets: ik duik de wetenschap in. Zo ontdekte ik dat hele groepen wetenschappers zich bezighouden met de vraag wat compassie is en hoe het zich openbaart. Compassie laat zich niet gemakkelijk vangen in een definitie, zo blijkt. Daarom vormt een twee-componenten-definitie het compromis dat wetenschappers sloten: compassie is het zien van het lijden van anderen om van daaruit gemotiveerd te zijn om anderen te helpen. Het heeft dus een empathische component en een gedragsmatige component die aanzet tot actie. Ik kwam tot de verrassende conclusie dat het verdacht veel overeenstemming heeft met hoe ikzelf wetenschap bedrijf: niet alleen zien en analyseren, maar ook een oplossing ontwerpen die een verbetering voor de maatschappij behelst.
Maar de wetenschap leerde mij meer. Zo ontdekte ik dat je meer compassie hebt wanneer het relevant is voor jezelf, bijvoorbeeld omdat het lijden dichtbij jezelf is. Problemen naast de deur raken je nou eenmaal meer dan problemen aan de andere kant van de wereld. Je toont ook sneller compassie wanneer je van mening bent dat de ander niet verantwoordelijk is voor zijn lijden. Zo spring je sneller in de bres voor iemand die geraakt is door kanker dan door een drugsverslaving. En tenslotte uit je je eerder barmhartig wanneer je ook in staat bent om dat te doen. Mensen maken een psychologische kosten-baten-analyse en helpen de ander wanneer hen dat psychologisch meer oplevert dan dat het kost.

‘Survival of the sympathetic’

Compassie als thema komt al eeuwen terug in allerlei geschriften, waaronder die van Darwin. In ‘The descent of man, and selection in relation to sex’ schreef Darwin in 1871: “Sympathy will have been increased through natural selection; for those communities, which included the greatest number of most sympathetic members, would flourish best, and rear the greatest number of offspring” (Darwin, 1871, p. 130). Compassie brengt dus overleving en daarmee vooruitgang.
Deze gedachte van Darwin triggert. Hoe zou de wereld eruit zien als we allemaal ons in willen zetten om de ander sterker te maken? Wat voor geweldige innovaties komen er tot stand wanneer die niet voortkomen uit een ‘rat race’, maar vanuit de gedachte dat innovaties bijdragen aan het krachtiger maken van de samenleving?
We zitten nu te veel in onze eigen bubbels. Voor succesvol innoveren is meer en meer een netwerk-benadering noodzakelijk. Uit onderzoek blijkt dat mensen met een sympathieke inborst een breder netwerk hebben en positiever bejegend worden door de samenleving (zie dit paper voor een beschouwing van diverse onderzoeken die dit onderbouwen). Je zou dus kunnen zeggen dat compassie voor innovators in de 21e eeuw geen ‘nice to have’ is maar een ‘need to have’. Innovaties worden beter wanneer die gedreven worden door compassie. Als je het zo bekijkt dan is het klooster in Vught eigenlijk de perfecte plek voor een innovatieve geest. Uiteindelijk toch niet zo vreemd dat ik me zo op mijn plek voel in het kloosterhotel.

Over deze column

In een wekelijkse column, afwisselend geschreven door Bert Overlack, Eveline van Zeeland, Eugene Franken, Helen Kardan, Katleen Gabriels, Carina Weijma, Bernd Maier-Leppla en Colinda de Beer probeert Innovation Origins te achterhalen hoe de toekomst eruit zal zien. Deze columnisten, soms aangevuld met gastbloggers, werken allemaal op hun eigen manier aan oplossingen voor de problemen van deze tijd. Morgen zal het dus goed zijn. Hier zijn alle voorgaande afleveringen.