(c) edwardbrownca / Pixabay
Author profile picture

Veel smart city-toepassingen verzamelen onnodig veel data en maken zo inbreuk op de vrijheden van burgers. Dat stelt de Autoriteit Persoonsgegevens na onderzoek onder twaalf gemeenten. “Het betrekken van burgers lijkt in smart city-toepassingen een sleutel tot succes, echter wordt dit nog maar zelden uitgevoerd.”

Wifi-tracking, microfoons, camera’s en andere sensoren. Gemeenten verzamelen onder de noemer smart city veel en graag data in de openbare ruimte, onder meer voor crowd management, verkeersadviezen en virtuele gebiedsontwikkeling. Maar, waarschuwt de Autoriteit Persoonsgegevens, zij staan daarbij onvoldoende stil bij de privacywetgeving en betrekken burgers hier te weinig bij.

Kunnen en mogen

Dat is het beeld dat ontstaat bij lezing van het onderzoek dat de AP deed naar de inzet van smart city-toepassingen, en of (en in hoeverre) daarbij de persoonsgegevens van bewoners en bezoekers voldoende beschermd worden. Hiervoor keek zij naar twaalf gemeenten, variërend van steden die zich prominent profileren als smart cities tot ‘gemiddelde’ gemeenten zonder specifieke focus op dit onderwerp.

De waarschuwing van de AP is niet zonder gevolgen, want die slechte implementatie van smart technologieën kan ten koste gaan van de vrijheid van inwoners en bezoekers van die gemeente, stelt de AP. “Bijvoorbeeld wanneer burgers in de openbare ruimte worden gevolgd op een manier die niet nodig is of niet is toegestaan.” Bovendien verbiedt de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) het onnodig of ongeoorloofd verzamelen of gebruiken van persoonsgegevens in de openbare ruimte, zodat gemeenten de kans lopen op sancties (zoals een verwerkingsverbod van data of een boete). Oftewel: dat iets technisch kán, betekent nog niet dat het ook mág.

Gevolgen

Vrijwel alle onderzochte gemeentes hebben nog te weinig kennis over en aandacht voor de gevolgen van smart city-toepassingen voor burger en bezoeker, stellen de AP-onderzoekers. Want hoewel er tussen de twaalf gemeenten een enorm verschil in volwassenheid van het smart city-niveau genoteerd werd, bleken de lacunes overal aanwezig. Kaders over wat er qua dataverzameling en -analyse wel en niet mag ontbreken, het bewustzijn over de gevolgen voor rechten en vrijheden van de burgers is niet sterk genoeg, en de reden voor de inzet van de ‘slimme’ datatechnologie en -sensoren is vaak onvoldoende onderbouwd. Het is daarom vaak de vraag of de verzameling van gegevens in het publieke domein wel rechtmatig is.

Ook de noodzaak voor dataverzameling (in plaats van een alternatieve en meer algemene oplossing) ontbreekt vaak. “Is het echt noodzakelijk om persoonsgegevens te verwerken om het doel te bereiken?”, luidt een van de concluderende aanbevelingen. “Als er geen grondslag is voor de verwerking of als de gegevensverwerking niet noodzakelijk is voor het vastgestelde doel, dan mag de smart city-toepassing niet worden ingezet. Doelverschuiving is een reëel risico dat de rechten en vrijheden van burgers kan schaden.”

Surveillancemaatschappij

Monique Verdier, vicevoorzitter van de AP, waarschuwt in een begeleidend bericht bij het onderzoek dat een te data-hongerige smart city kan uitmonden in een surveillancemaatschappij waar je niet meer ongedwongen over straat kunt lopen.

“De inzet van technologie kan gemeenten weliswaar meer inzicht geven in het gebruik van de openbare ruimte, maar dat mag niet zonder stil te staan bij de prijs die de inwoners en bezoekers van die gemeente hiervoor betalen. Hoe verhoudt het verzamelen van hun gegevens in de openbare ruimte zich tot hun vrijheid? Wie kan er allemaal bij die gegevens en waar mogen die voor worden gebruikt? Welke informatie mag aan elkaar worden gekoppeld? De technische mogelijkheden zijn oneindig, maar aan wat ethisch en juridisch toelaatbaar is zit een grens.”

Burger als ‘brein’

De AP raadt daarom gemeenten aan om twee partijen meer inspraak te geven in de ontwikkeling van de smart city: de gemeenteraad en de burgers. De gemeenteraad – die volgens de AP nog te weinig aandacht aan dit onderwerp geeft – ziet zij als ideale tegenmacht, waarbij zij opmerkt dat ze vaak nog niet beschikt over voldoende kennis om die controlerende taak goed uit te voeren. “Het betrekken van experts kan helpen om de juiste vragen te stellen.”

Ook interessant: Award voor Eindhovense Smart City StarterK!t

Daarnaast zouden burgers ingezet moeten worden als ‘brein’ voor de hele smart city-operatie. Want, zo luidt een van de conclusies: “De AP ziet bij risicovolle smart city-toepassingen in de praktijk niet hoe de gemeente alle risico’s voorafgaand in kaart kan brengen zonder de burgers om hun mening te vragen. Het betrekken van burgers lijkt in smart city-toepassingen een sleutel tot succes, echter wordt dit nog maar zelden uitgevoerd.”

AP besluit haar lijst adviezen met de slotconclusie dat verdere verantwoorde ontwikkeling van de smart city niet mogelijk is als gemeenten deze adviezen niet ter harte nemen. “Zonder aandacht voor deze aspecten loopt de Nederlandse smart city het risico om de burger uit het oog te verliezen en zelfs de rechten en vrijheden van het individu te bedreigen. Dit risico geldt juist in de openbare ruimte, waarin burgers zich vrij en onbespied moeten kunnen wanen.”

Tekst: Dit is een ingekorte weergave van het artikel ‘AP: maak burger brein van de smart city’ dat gepubliceerd werd op Gebiedsontwikkeling.nu en met toerstemming is overgenomen door Innovation Origins.

Lees ook: Privacy (be)leidt: Hoe worden jouw gegevens beschermd.