Author profile picture

Een van de opvallende onderdelen van het recent gepresenteerde plan voor de omgeving van de Vestdijk in de Eindhovense binnenstad is de aanleg van een ‘stadsbos’ van zo’n 3500 vierkante meter. De toekomstige bewoners van de rond het bos geplande woonflats gaan met elkaar zelfs zorgen voor de betaling van een heuse boswachter die over het gebied moet waken. Voor de diversiteit in de stad is niemand erop tegen, maar is het voor de vergroening van de stad meer dan een doekje voor het bloeden? Jazeker, zeggen onderzoekers van Universiteit Gent. Sterker nog, “kleine bosfragmenten zijn belangrijker dan gedacht. In vergelijking met grotere bossen slaan ze meer koolstof op in de bodem, bevatten ze betere voedselbronnen voor wilde dieren en leven er minder teken.”

Het Gentse onderzoek is vooral relevant voor bosjes in landbouwgebied, maar dat wil niet zeggen dat er voor een stedelijke omgeving niet ook wat eer te halen is. “Voor sommige ecosysteemdiensten zijn de resultaten wel te transfereren naar een stedelijke context, bijvoorbeeld voor koolstofopslag”, zegt professor Kris Verheyen.

Ook beoogd boswachter Tom van Duuren heeft vertrouwen in het Eindhovense stadsbosje, zo zegt hij tegenover het Eindhovens Dagblad. “Ze gaan de komende jaren, voor de bouw begint, al grote en kleinere bomen op het terrein zetten. Dan heb je de ingrediënten er al staan. Bovendien wordt de bosbodem voorbereid en komen er dode bomen te staan voor de biodiversiteit. Zo kun je het bos máken.”

Kleine bosjes scoren beter

De Gentse onderzoekers bestudeerden bosfragmenten in heel Europa. Daarbij merkten ze drie zaken op waarin kleine bosjes beter scoren dan hun grote broers: ze slaan per oppervlakte-eenheid meer koolstof op in de bodem waardoor er meer broeikasgassen uit de atmosfeer worden gehaald, ze bevatten geschikter voedsel voor wilde dieren, zoals bessen of jonge boompjes en er leven minder teken. Dat verkleint het risico op de ziekte van Lyme bij recreanten. Alleen het eerste aspect is ook van toepassing op stadsbossen, aldus Verheyen.

Hoe groter het bos, hoe groter de biodiversiteit en dus hoe meer ‘ecosysteemdiensten’ het kan bieden. Dat leek een logische redenering. De onderzoekers ontdekten het tegendeel. “In verhouding tot grote bossen bevatten kleine bosjes inderdaad minder soorten planten en dieren, maar ze leveren wel proportioneel meer ecosysteemdiensten per oppervlakte”, aldus Verheyens collega professor Pieter De Frenne.

“Met ecosysteemdiensten bedoelen we alle diensten die ecosystemen aan de samenleving leveren, bijvoorbeeld natuurlijke bescherming tegen overstroming, bestuiving van gewassen door wilde insecten, natuurlijke waterzuivering, klimaatregulering, recreatie in de natuur, enzovoort”, verduidelijkt Verheyen.

Versnipperd

Bossen in Europa zijn erg versnipperd. Daardoor ontstaan meer en meer kleine bosjes die zo groot zijn als een voetbalveld – of zelfs kleiner. “Onze resultaten tonen aan dat het belang van kleine bossen voor de maatschappij niet onderschat mag worden”, aldus de onderzoekers. “Tot hiertoe werden deze bosjes grotendeels genegeerd in het beleid. Daar moet verandering in komen, want ze hebben een groot maatschappelijk belang.” De onderzoekers stellen gerichte beleidsmaatregelen voor om deze bosfragmenten te behouden.

Stadsbos Eindhoven, © Being Development/OMA Architects