Vandaag presenteert de Italiaanse regering het ‘nationale plan van herstel en veerkracht’ (Pnrr naar het Italiaanse acroniem) aan de Europese Commissie. Eerder deze week ging het Italiaanse parlement met de tekst (270 pagina’s) akkoord. Als het plan wordt goedgekeurd, kunnen vanaf deze zomer de eerste projecten van start.
Ecologische transitie
De Italiaanse plannen voor de komende zes jaar, waarvoor aanspraak wordt gemaakt op 191,5 miljard euro uit het Next Generation EU-fonds, zijn gefocust op innovatie, ecologische transitie en digitalisering. Voor investeringen in deze sectoren wordt, als het aan Italië ligt, ruim 100 miljard uitgegeven. Belangrijke vinger in de pap heeft het gloednieuwe Ministerie van Ecologische Transitie onder leiding van Roberto Cingolani.
Dit zijn belangrijke indicatoren dat het geld ook goed wordt besteed. Het ‘Pnrr’ steunt sterk op de Europese doelstellingen, zoals de Green Deal, die van Europa het eerste klimaatneutrale continent in 2050 moet maken. Ook de waterstofstrategie van de Europese Unie wordt ten volle omarmd, mede omdat minister Cingolani er heilig in gelooft. Het plan voorziet daarom in bijzondere ‘waterstofvalleien’, veelal in onbruik geraakte industriegebieden, waar de (zware) industrie op waterstof zal draaien.
70 procent duurzame energie
Als het plan naar de letter wordt uitgevoerd (en bureaucratie en corruptie er geen vinger achter krijgen), gaat Italië in 2030 zo’n 70 procent van haar stroom uit duurzame energie halen. In de plannen zijn tal van andere, kleinere doelstellingen verwerkt, zoals de belofte dat er in 2026 ruim 21.000 elektrische oplaadstations en een extra 4,3 miljoen vierkante meter aan zonnepanelen bijkomen. Nu loopt Italië bij benchmarking flink achter. Zo staat het land wat betreft digitale penetratie en technologische innovatie op nummer 24 van 28 Europese landen (Digital Economy and Society Index). Nog slechter doen alleen Bulgarije, Roemenië, Polen en Griekenland het.
19 eilanden worden een laboratorium om ze 100% groen en zelfvoorzienend te maken
De plannen beogen een integrale aanpak. Een goed voorbeeld is de ontwikkeling van groene eilanden. Een probleem van de (zo’n 75) kleinere, bewoonde eilanden in Italië is dat ze voor een groot deel niet zijn aangesloten op het nationale elektriciteitsnet. Zo berust de opwekking in veel gevallen op oude thermo-elektrische centrales, terwijl de distributie gaat via een versnipperd netwerk van kleine midden- en laagspanningscentrales. Andere problemen zijn schaarse watervoorraden en het afvalbeheer.
Lokaal opgewekte stroom
Negentien van zulke eilanden worden aangewezen om laboratorium te worden met als doel ze 100 procent groen en zelfvoorzienend te maken. Daarvoor worden installaties voor duurzame energie (met name zon en wind) en energieopslag gebouwd en het elektriciteitssysteem geïntegreerd met het watersysteem van het eiland. Ook worden ontziltingsinstallaties ingezet en wordt gescheiden afval zoveel mogelijk zelf verwerkt. Overigens is Italië wel Europees koploper gescheiden afvalinzameling.
Een andere integraal project is de instelling van – in eerste instantie – 30 green communities (het ‘pnrr’ gebruikt de Engelse term). Daaronder wordt de ontwikkeling en het beheer van kleine gemeenten en het omringende platteland (dat in Italië veelal een heuvel- of berglandschap is) verstaan, om zowel wonen, landbouw, bos, economische activiteiten en recreatie aan elkaar te koppelen. Ook hier wordt gestreefd naar zelfvoorzienendheid.
Digitale infrastructuur
Zo moeten de gemeenschappen zelf voor lokaal opgewekte stroom zorgen, zoals stroom opgewekt via microwaterkrachtcentrales, biomassa, biogas, wind, warmtekrachtkoppeling en biomethaan. Duurzame landbouw, toerisme en afvalverwerking zijn andere hoofdthema’s. Uiteraard moeten de communities dan wel beter digitaal ontsloten zijn. Nu is de digitale infrastructuur in Italië een stiefkindje. Het plan voorziet erin dat het gehele land tegen 2026 is voorzien van verbindingen van 1 Gbps. Hiervoor wordt 14 miljard euro uitgetrokken. De green communities moeten het antwoord zijn op de dramatische ontvolking van het Italiaanse platteland.
Sterk Europa
Italië is de grootste begunstigde van het EU Next Generation-fonds. De pandemie heeft de Italiaanse economie zwaarder getroffen dan die van andere Europese landen. In 2020 kromp het bruto binnenlands product met 8,9 procent, vergeleken met een gemiddelde daling in de Europese Unie van 6,2 procent. Italië heeft bovendien meer dan andere landen te maken met de gevolgen van klimaatsverandering (overstromingen e.d.). Bovendien groeit het land al twintig jaar economisch nauwelijks (nog geen 0,5 procent per jaar). Een sterk Italië is goed voor Europa, is het idee.
Behalve uit het Next Generation EU-fonds tapt Italië ook uit het zogeheten React EU-fonds, een kleiner vaatje, en een deze maand in het leven geroepen Italiaans overheidsfonds. In totaal komt er tot 2026 248 miljard euro beschikbaar.
Lees ook over het nieuwe Ministerie van Ecologische Transitie.