Author profile picture

Met het High Tech Software Cluster gaat Eindhoven mee in de opkomst van software in de hardwaresector. Volgens Wim Renders, manager van het samenwerkingsverband, valt er nog veel te winnen op softwaregebied. “Nu de complexiteit toeneemt kunnen bedrijven het niet meer alleen. Je kunt het dus beter samen oppakken.”

Dat heeft te maken met drie ontwikkelingen. “Vroeger was alles mechanisch. Daarna werd software voorzichtig gebruikt om bijvoorbeeld iets op te lappen. Het werd toen nog gezien als kostenpost, maar tegenwoordig is het een volwaardige en zelfs dominante sector”, vertelt Renders.

“Ook de rol van software verandert. Tegenwoordig kun je het voor vrijwel alles gebruiken. Bijna alle innovatieve ontwikkelingen worden gedreven door software. Denk bijvoorbeeld aan Uber. Als softwarecluster kunnen we dus voor allerlei bedrijven van toegevoegde waarde zijn.”

Tot slot is de snelheid enorm toegenomen. “Vroeger kon je een hele strategie uiteenzetten en tien jaar vooruit kijken. Tegenwoordig moet je je snel kunnen aanpassen.”

Door deze toenemende complexiteit ontstond vanuit het bedrijfsleven de vraag hoe zij hiermee om moeten gaan. Die vraag bracht Renders en een aantal softwarebedrijven een jaar geleden bij elkaar om na te denken over een effectieve strategie. Het antwoord: er moet meer samenwerking komen om de uitdaging aan te kunnen. Onder de vleugel van Brainport Development ontstond zo het High Tech Software Cluster (HTSC). Leden van het cluster, die contributie afdragen, kunnen elkaar makkelijker vinden en dat bevordert de broodnodige samenwerking.

photo_2016-01-21_11-20-37

Een jaar later is het cluster uitgegroeid tot een samenwerking tussen dertig bedrijven, waaronder TomTom en Neways maar ook vooral kleinere bedrijven. Samen moeten zij de randvoorwaarden scheppen voor een sterke regionale ontwikkeling. “We willen voorop blijven lopen”, zegt Renders. In eerste instantie was ieder Nederlands bedrijf welkom; later werden er strengere eisen gesteld om meelifters te voorkomen. “We willen vooral actieve leden in plaats van veel leden.”

Het HTSC biedt bedrijven softwaregereedschappen om de efficiëntie van het ontwikkel- en productieproces te vergroten. Volgens Renders is dat nodig om de razendsnelle industrie bij te kunnen benen. “Nu de complexiteit toeneemt kunnen bedrijven het niet meer alleen. Je kunt het dus beter samen oppakken.”

Volgens de manager staat Industrie 4.0 voor de deur: de vierde industriële revolutie. Software is tegenwoordig in ieder aspect aanwezig en alles is met elkaar verbonden, ook in de fabriek. Ontwikkel- en productieprocessen verlopen niet meer lineair; in plaats daarvan kan iedere productiefase gelijktijdig worden ontwikkeld omdat het direct getest kan worden in simulators en emulators. Op die manier hoeft niemand op elkaar te wachten en kan meteen worden onderzocht of en hoe iets werkt. Bovendien is een simulatie begrijpelijk voor iedereen die bij de ontwikkeling en productie van een product betrokken is. Dit scheelt productietijd- en kosten. Volgens Renders kan het ontwikkelen van machines hierdoor twee keer zo snel gaan.

LOGO HTSc 300dpi

Door die non-lineaire aanpak kunnen afzonderlijke onderdelen voor het ontwikkelen en produceren nog makkelijker door verschillende partijen worden verzorgd. “Zo kunnen meerdere toeleveranciers nu ook mede-ontwikkelaar zijn voor de OEM’ers”, legt Renders uit. Een OEM (‘Original Equipment Manufacturer) is een bedrijf dat producten levert aan een merkleverancier.

Fabrikanten zijn in eerste instantie sceptisch, totdat ze het zelf zien, aldus Renders. “Het zijn dan ook echt ontwrichtende technologieën. Managers zijn meteen enthousiast wanneer ze een voorbeeld zien.”

Een tweede gevolg van de opkomst van software is volgens Renders dat fabrikanten ‘standaarden’ bouwen, waar vervolgens met software configuraties en uitbreidingen aan toe te voegen zijn. Uiteraard moet de hardware het dan wel allemaal ondersteunen. Renders vindt de auto’s van Tesla daar een mooi voorbeeld van. Via software-updates kun je bepaalde functionaliteiten aan je auto toevoegen, zoals autonoom rijden. Maar daar moet je vooraf wel over nagedacht hebben, want de vereiste hardware moet er wel al in zitten. “Fabrikanten moeten dus vooruitdenken, zodat de machine nog kan worden aangepast wanneer hij al draait”, legt Renders uit.

Naast de industrie 4.0, waar het HTSC middenin staat, zijn zij ook meteen ‘het gezicht van software ontwikkelende bedrijven’, aldus Renders. Dat gaat vooral snel omdat deze bedrijven vaak niet zo sexy zijn, en de werknemers niet zo snel en gemakkelijk met elkaar communiceren. Des te meer reden om een plek te hebben waar ze elkaar wél opzoeken, vindt Renders. De bedrijven in het cluster zijn in principe complementair aan elkaar, zodat er een breed aanbod ontstaat.

Over twee jaar (drie jaar na oprichting dus) zal het HTSC proberen om op eigen benen te staan. Renders trekt daarmee de vergelijking met Brainport Industries, dat na drie jaar opstarttijd nu bijna vijf jaar een zelfstandige organisatie is. Met de ambitie van de chef zit het in ieder geval goed: “Er is echt nog heel veel te doen.”