© Pixabay
Author profile picture

Vol energie begint Steven van den Heuvel aan 2020. Dit moet het jaar worden waarin de onderneming Vesqa in Spanje serieus voeten aan de grond gaat krijgen. Sterker nog; het bedrijf moet als nieuwe innovatieve speler de vastgeroeste markt van energiebedrijven gaan openbreken.
Zo eenvoudig is dat niet in Spanje. En de 43-jarige Van den Heuvel weet dat ook wel. Het Zuid-Europese land, dat deze week eindelijk weer een regering mag verwelkomen, staat niet bekend als koploper op het gebied van duurzame energie. En de ambities van de nieuwe linkse coalitie PSOE en Podemos zijn niet al te voortvarend als het om klimaat gaat. In 2050 moet alle energie voor 100 procent duurzaam zijn. Dan is Van den Heuvel al met pensioen.

Steven van den Heuvel van Vesqa

Onbeheersbare investeringen

Hoe anders was het beleid begin deze eeuw in het land met zo’n beetje de meeste uren zon van Europa. Spanje wierp zich destijds op als voorloper en lanceerde ambitieuze plannen voor groene-energie. Eigenaren van zonneparken werd tot in 2033 een minimumprijs gegarandeerd voor stroom die ze aan het nationale elektriciteitssysteem leverden. De maatregel leidde tot onbeheersbare investeringen. Er was gerekend op circa 400 megawatt productievermogen. Het werden er 3.500. Met een strop van tientallen miljarden euro’s als gevolg.
Eind 2011 maakte een nieuwe Spaanse regering korte metten met het hele beleid. Voor het blijven produceren van duurzame energie moest nu zelfs éxtra worden betaald. Zo ging in Spanje zelfs de zon niet meer voor niets op. Binnen enkele maanden werd Spanje van koploper bij de ontwikkeling van zonne-energie tot een land waar zonnepanelen als iets negatiefs werden gezien. De traditionele energiebedrijven Endesa, Iberdrola, Gas Natural, HC en E.ON hielden de rijen voor nieuwkomers gesloten.

Mentaliteitsverandering

Tot er weer een nieuwe wind ging waaien. Onder druk van de wereldwijde klimaatproblemen werd de ‘zonnebelasting’ in 2018 afgeschaft en ging de markt weer in snel tempo open. Van den Heuvel zag een mentaliteitsverandering ontstaan die de komende decennia volgens hem niet te stoppen zal zijn. Hij opende samen met twee partners een vestiging van Vesqa in Madrid en zette de aanval in met een innovatief bedrijf dat in Spanje zijn gelijke niet kent.
Van den Heuvel ontvangt me in zijn kantoor om zijn plannen te schetsen. „Je moet ons zien als een soort Booking, Uber of Airbnb die met een nieuwe werkwijze doorbreekt in een conservatieve markt”, legt hij uit. Dat wil Vesqa op twee manieren doen. Ze willen zelf bij grote bedrijven en instellingen duurzame energie opwekken. En Vesqa wil die duurzame energie met moderne software dusdanig gaan monitoren dat dit niet alleen voor besparingen zorgt, maar zelfs voldoende extra oplevert om die zelf op lokaal niveau te kunnen distribueren.

Van den Heuvel denkt zijn eerste echte stappen te kunnen zetten na het sluiten van een deal met een ziekenhuis in het noorden van het land. „Dat ziekenhuis voorziet via zonnepanelen en verschillende andere bronnen al in de eigen duurzame energie. Wij gaan dat voor hen op dusdanige wijze optimaliseren dat ze in tien jaar tijd een miljoen euro besparen”, voorspelt hij. Met behulp van allerlei codes en data kan Vesqa alles monitoren. Temperatuur, wind, regen, maar ook de prijs van de energie van het moment. Van den Heuvel: „Als je dat allemaal op elkaar afstemt is er veel winst uit de Spaanse zon te halen.”