Giorgio Metta © Istituto Italiano di Tecnologia
Author profile picture

Giorgio Metta is wetenschappelijk directeur van het Italiaanse Instituut voor Technologie (IIT), de Italiaanse tegenhanger van het Massachusetts Institute of Technology (MIT). Het instituut heeft een multidisciplinaire aanpak en is met name sterk in de overdracht van technologie. Metta (51 jaar), als elektrotechnisch ingenieur afgestudeerd aan de universiteit van Genua (waaraan hij ook zijn PhD heeft gehaald), wordt beschouwd als de vader van de iCub. Dat is een mensachtige robot ontworpen door een aantal verschillende Europese universiteiten met als doel onderzoek te doen naar menselijke cognitie en kunstmatige intelligentie.

Waarom werd het IIT in 2005 opgericht? Was er behoefte aan?

“Ja, zonder meer. We hebben weliswaar enkele excellente researchcentra in Italië, zoals de Sant’ Anna Universiteit van Pisa, maar er bestond eigenlijk geen onafhankelijke instelling die zich zuiver en alleen richtte op onderzoek. Bij ons werken geen professoren, of hooguit enkelen die zijn uitgeleend door een universiteit. Onze instelling is onafhankelijk, ook in het aantrekken van wetenschappers.”

Hoe doet Italië het op het vlak van innovatie en technologie?

“In de jaren negentig verloor Italië 3 tot 5 procent van zijn afgestudeerden en ontving het slechts 0,3 procent van afgestudeerden uit het buitenland. De perceptie is dat deze braindrain te wijten is aan onder andere lage overheidsinvesteringen in onderzoek. Het bewijs dat het anders kan, levert ons instituut. 

IIT
Revalidatierobotica is ook een specialiteit van het IIT © Istituto Italiano di Tecnologia

We zijn in staat geweest om wetenschappers uit meer dan 60 landen aan te trekken. Twintig procent daarvan zijn Italianen die zijn teruggekeerd uit het buitenland. We hebben meer dan 50 subsidies van de Europese onderzoeksraad (ERC) [European Research Council] in de wacht gesleept en we bezetten de eerste plaats onder de onderzoeksinstellingen in de rangschikking van het Europees Octrooibureau.”

Je hoort eigenlijk niet zoveel over Italiaanse innovatie. Waar is Italië sterk in?

“Italië is traditioneel sterk in robotica en automatisering. Dat heeft te maken met het feit dat ons land altijd sterk is geweest in de ontwikkeling en de productie van onder andere precisiemachines, motoren, voertuigen, chemische producten en elektrische artikelen. Het is de sector die we vroeger ‘mechanica’ noemden. Ook in kunstmatige intelligentie zijn we sterk. Italië behoort tot de zes beste landen ter wereld. Maar de digitale revolutie hebben we wel een beetje gemist. We waren er veertig jaar geleden sterk in, denk aan computermaker Olivetti, maar op een een of andere manier is dat verloren gegaan. We hebben ook geen grote softwarehuizen.”

Uw voorganger bij het IIT werd begin dit jaar minister van het nieuwe departement van Ecologische Transitie. Wat verwacht u van hem?

“Toen hij nog bij het IIT was, was Roberto Cingolani al een grote aanjager van de ecologische transitie. Ik ben er dan ook helemaal gerust op dat de ecologische en digitale transitie de hoofdpunten zijn van beleid. Het zijn precies die onderwerpen waarop het IIT zich ook richt. Wij brengen het werk van verschillende onderzoeksgroepen binnen het IIT op dit gebied samen. Dat gaat van de realisatie van nieuwe materialen, zoals bioplastics uit plantaardig afval, technologieën om energie te winnen uit waterstof en fotovoltaïsche energie, methoden om kooldioxide op te vangen en te hergebruiken, tot het gebruik van robotica, bijvoorbeeld in precisielandbouw.” 

Kunnen de ‘strenge’ landen in Noord-Europa er gerust op zijn dat de EU Next Generation fondsen goed worden aangewend? 

“Ik begrijp heel goed dat er in andere Europese landen met bezorgdheid wordt gekeken hoe Italië de hulpfondsen gaat besteden. Ik denk dat ze gerust kunnen zijn, juist ook wegens de instelling van het Ministerie van Ecologische Transitie, dat een groot deel van de fondsen voor zijn rekening zal nemen.” 

Het IIT is sterk in toegepaste wetenschap en interdisciplinaire aanpak. Maar is één IIT wel voldoende?

“Ik pleit daarom ook voor de oprichting van een netwerk van topinstituten in Italië, door de oprichting van een wetenschappelijke organisatie, die ik naar Alessandro Volta zou willen vernoemen. Zo’n Società Alessandro Volta moet naar de Fraunhofer Gesellschaft worden gemodelleerd (Fraunhofer is een Duitse onderzoeksorganisatie met 72 instituten die zich elk richt op verschillende gebieden van toegepaste wetenschap, red.). Dit moet leiden dat we een kritische massa van middelen en bekwaamheden gaan creëren die ons land de mogelijkheid biedt om op het hoogste niveau mee te draaien.”

Wat zijn de toekomstige ontwikkelingen?

“In de toekomst zie ik een groter gebruik van kunstmatige intelligentie en computationele wetenschap in andere disciplines, zoals de identificatie en ontwikkeling van nieuwe materialen, in de bio-informatica, en bij de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen.

Daarnaast zie ik dat robotica gebruikt gaat worden op medisch gebied, met de creatie van exoskeletten, prothesen en revalidatiehulpmiddelen. Robotica op industrieel gebied zal worden vertegenwoordigd door cobots ofwel collaboratieve robots die de mens kunnen helpen om de gezondheidsrisico’s op de werkplek te verminderen. De ontwikkeling van dienstverlenende robotica zal meer tijd vergen, maar zal nuttig zijn, bijvoorbeeld in ziekenhuizen ter ondersteuning van het ziekenhuispersoneel, of om te voorzien in de behoeften die zullen ontstaan in de toekomstige samenleving, die steeds grijzer wordt.”

beenhere

IIT

Het Italiaans Instituut voor Technologie (IIT) is een centrum voor wetenschappelijk onderzoek dat bij wet is opgericht om excellentie in zowel fundamenteel als toegepast onderzoek te bevorderen. Het IIT heeft een multidisciplinaire aanpak en richt zich op vier strategische onderzoeksgebieden: robotica, nanomaterialen, biowetenschappen (Life Sciences Technologies) en computationele wetenschappen.

De hoofddoelstelling is technologieën te produceren die een positief effect hebben op onder andere milieu, gezondheidszorg en de vergrijzing. Het hoofdkantoor van het IIT is gevestigd in Genua. IIT beschikt over elf onderzoekscentra verspreid over Italië en twee laboratoria in de Verenigde Staten (bij het MIT en Harvard). In 2019 financierde de Italiaanse overheid het instituut voor 91,3 miljoen euro. Sinds 2006 heeft het IIT externe projecten binnengehaald voor een totale waarde van ruim 350 miljoen euro.

Door de instelling van een nieuw ministerie lijkt Italië werkelijk alles te doen om innovatie te bevorderen.