Op LinkedIn trok een zeker bericht mijn aandacht. Het begon met de woorden ‘ik weet niet zo goed wat ik hiervan moet vinden…’. Wat met ‘hiervan’ bedoeld werd was als een afbeelding toegevoegd. Het ging om een mededeling van een retailer dat hij op zondag gesloten is, omdat hij die dag inricht als rustdag vanuit zijn christelijke geloofsovertuiging. Dit bericht trok mijn aandacht omdat exact deze thematiek het onderwerp vormde van een essay dat ik tijdens mijn studie algemene economie, meer dan twintig jaar geleden, moest schrijven over de toen opkomende 24-uurs-economie. Meer dan twee decennia later is de 24 uurs-economie een feit geworden en belanden mensen die zich daaraan willen onttrekken onder het vergrootglas dat social media heet.
Voor mij is social media een fantastische bron van inspiratie. Via social media kom ik op interessante boeken of papers, tentoonstellingen of inspirerende zienswijzen. Tegelijkertijd is social media ook een medium om iets te moeten vinden, over alles en iedereen. We lijken te vergeten dat dingen ook gewoon mogen zijn zoals ze zijn, daar hoef je niet altijd iets van te vinden. Dat geldt ook voor de bovenstaande LinkedIn-post: je mag het gerust bij een observatie laten dat iemand besluit een rustdag in zijn week te creëren, daar hoef je helemaal niets van te vinden.
We lijken te vergeten dat dingen ook gewoon mogen zijn zoals ze zijn, daar hoef je niet altijd iets van te vinden.
Eveline van Zeeland
We lijken de kunst van het observeren meer en meer te vervangen door de kunst van het uiten van meningen. En dat terwijl de kunst van het observeren ons zoveel verder brengt. De afgelopen maand zijn twee wetenschappers heen gegaan wier werk ik in iedere collegereeks wel aanhaal: Frans de Waal en Daniel Kahneman. Beide wetenschappers waren meester in de kunst van het observeren. Bioloog Frans de Waal observeerde het gedrag van mensapen waaruit hij meer leerde over de sociale aspecten van het menselijke gedrag. Gedragseconoom Daniel Kahneman observeerde het menselijke keuzegedrag in allerlei experimenten waarmee hij meer leerde over de niet-rationele karakteristieken van het menselijk gedrag.
Beide heren staan bekend als grote denkers. Frans de Waal werd in 2007 opgenomen in de ‘TIME 100: the people who shape our world’ en Daniel Kahneman won in 2002 de Nobelprijs voor de economie. Zij waren beiden extreem grote denkers; niet door van alles over de mensheid te vinden, maar door de mensheid beter te leren begrijpen door haar simpelweg te observeren. Het stemt me weemoedig dat beide heren vrijwel tegelijkertijd zijn heengegaan, op een moment dat we hun observatietalent harder nodig hebben dan ooit.
Schouder aan schouder
In een wereld die polariseert overheersen meningen. Rechts vindt dit, links vindt dat. De belangen van voor en tegen komen in alles recht tegen over elkaar te staan. De verbinding en het vermogen om samen schouder aan schouder problemen op te lossen verdwijnt steeds meer naar de achtergrond. Juist nu is het talent om te observeren en te leren van en over elkaar belangrijker dan ooit. De enige weg om uit de polarisatie te stappen is door het vinden te vervangen door het observeren.
Gelukkig zijn tendensen tijdelijk en verwacht ik dat dat ook geldt voor de polarisatie-tendens. Ik heb heimwee naar een toekomst waarbij denkers als Frans de Waal en Daniel Kahneman opstaan, ons meenemen in hun observaties en ons helpen meer te leren over dat gekke wezen dat mens heet. Die denkers in de toekomst kunnen wij allemaal zijn. Zodra we de knop ‘vinden van’ uitzetten en de knop ‘observeren en leren’ aanzetten komen we al een heel eind.