Geo Future heet een nieuwe, praktische aanpak in het onderwijs. Leerlingen spuien er bijvoorbeeld ideeën over hoe wateroverlast op te lossen. Vakoverstijgend, innovatief, oplossingen voor de toekomst en gebruik van bijvoorbeeld geo-ict zijn enkele termen voor de betrokken leerlingen. Zo’n dertig scholen doen inmiddels mee. Daarvan mogen zich vier volwaardige ‘Geo Future’ school mogen noemen.
Bewust worden van de problematiek waarmee de wereld heeft te maken en als het lukt er talenten aan overhouden die daar later professioneel mee bezig zijn. Het zijn enkele doelen van Geo Future. De aanpak onderscheidt zich door al genoemde aspecten als interdisciplinair en gebruik van moderne middelen. Vernieuwend is ook de benadering van onderop, niet zozeer van bovenop opgelegde methodes.
Wat doen leerlingen van middelbare scholen, van vmbo tot en met gymnasium, zoal bij deze aanpak? Ze proberen een stad klimaatbestendiger te krijgen, denk aan wateroverlast of juist droogte. Ze werken met geo-data, bijvoorbeeld door gebruik van geografische informatiesystemen (GIS) en virtual en augmented reality. Of ze bezoeken een biologische boer. En er wordt samengewerkt met kennisinstituten als universiteiten of het KNMI. De laatste heeft ook een belang erbij als scholen bereid zijn als weerstation te fungeren.
‘Grote vraagstukken’
Een sleutelrol speelt docent Rob Adriaens van Het Streek (Ede), een van de grondleggers. „Joop van der Schee (VU), Jeroen Rijlaarsdam (destijds Vossius Gymnasium Amsterdam) en ik zagen voortdurend grote vraagstukken terugkomen die een interdisciplinaire benadering verdienen. Dan kan het gaan om thema’s die raakvlakken hebben met aardrijkskunde, natuurkunde of geschiedenis. We wilden iets anders dat al bestond, naast de huidige vakken. Met aandacht ook voor de praktijk.”
Er zijn negen thema’s uit voort gekomen, met het oog op de toekomst en waar deelnemende leerlingen oplossingsgericht mee aan de slag kunnen. Adriaens: „Hoe onze wereld eruit ziet, is mede een gevolg van keuzes. De manier waarop de wereld nu is ingericht, is geen vaststaand gegeven. Dus daar kan je zelf ook wat aan doen. Dat moeten leerlingen leren. En dat zo praktisch mogelijk, dus gewoon af en toe naar buiten. En ze vinden het leuk.”
„Geo Future geeft de vrijheid om na te denken. Niet alleen maar zitten en volgen. Daarbij wordt geprobeerd dicht bij de belevingswereld te blijven. Gaat het om energie, dan kan dat door thuis de meterstanden bij te houden per app, op bezoek gaan bij een energiecentrale in combinatie met aandacht voor het onderwerp op school. Daarbij komt aan de orde dat je verschillende vormen van energie hebt. En energie is echt een onderwerp dat bij diverse vakken terugkeert. Vroeger werd dat alleen apart behandeld, nu ook integraal.”
Feedback belangrijk
„We hebben als school ruimte voor Geo Future vrij gemaakt, zo’n drie uur per week. Met opdrachten waarvoor je een cijfer krijgt. Belangrijker is eigenlijk de feedback. Hoe is er nagedacht, hoe was de samenwerking? En leuk is dat de opdracht moet worden gepresenteerd. Ze kunnen daarbij elkaar tips geven.”
Opvallend is dat lesmodules niet zozeer van bovenaf worden opgelegd, maar met medewerking van deelnemende scholen of organisaties. „Voor het maken van een nieuwe module neemt de docent een collega in de arm die wil meewerken, liefst van een ander vak. Samen gaan ze op zoek naar een externe partner,” staat in de gids van Geo Future. Er is kwaliteitsbewaking, in de zin dat het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap (KNAG) de modules certificeert.
Hoe hard gaat het? Is de belangstelling groot voor dit project? „We draaien nu vier jaar,” antwoordt Adriaens. „Het gaat goed. We krijgen goede reacties. Er is langzaam groei, wat eigenlijk wel fijn is om scholen de tijd te geven het te kunnen uitvouwen.”
Volwaardige Geo Future school
Een school die voorop loopt bij Geo Future is Gymnasium Apeldoorn. De instelling kreeg enkele maanden geleden het predicaat ‘volwaardige Geo Future school’. JanHendrik Wolters namens het gymnasium: „We zijn mee gaan doen door aandacht voor het project in een vakblad. Het is precies wat ik wilde. Vraagstukken als voedsel, infrastructuur of gezondheidszorg waar je op een andere manier aandacht kan besteden dan in het traditionele onderwijs.”
„Niet alleen maar theorie, maar ook praktijk. In ons geval hebben we bijvoorbeeld samen met de gemeente en waterschap Vallei en Veluwe naar klimaatadaptatie gekeken met leerlingen. Dat varieert van hittestress tot wateroverlast. Het is kennis toepassen in de directe omgeving. En het is niet zo dat leerlingen meteen een goede oplossing hebben. Want ze kunnen nog niet alles weten. Maar mede door een echte opdrachtgever aan wie moet worden gepresenteerd krijgen ze interessante feedback. En er worden verdiepende vragen ontwikkeld.”
Ook Wolters benadrukt het praktische element als een onderdeel dat bijdraagt aan enthousiasme. „Dat ze zelf op pad gaan en mensen interviewen. Het is een contextrijke manier van kennis opdoen. Op het grensvlak van bèta en gamma.”
Zelf ruimte voor Geo Future
Coördinator namens het KNAG Nick Wenneker denkt dat Geo Future heeft bewezen een welkome aanvulling te zijn op het bestaande aanbod in het middelbaar onderwijs. „Meer scholen willen talentgericht onderwijs. Op basis van eigen behoefte in plaats van het klassieke model. Daarbij mag ieder school zelf tot bepaalde hoogte bepalen hoe het Geo Future invult. Wat betreft aantal uren, hoeveel het meetelt bij beoordeling of welke onderwerpen.”
Er is geen centrale pot met geld beschikbaar voor deelname. Scholen moeten zelf ruimte vrij maken als ze Geo Future belangrijk vinden.