About Cheqroom
- Founders: Vincent Theeten
- Founded in: 2014
- Employees: 50
- Money raised: 14 miljoen euro
- Ultimate goal: -
Het gaat goed met het Gentse bedrijf Cheqroom. Het bedrijf haalde in maart nog 14 miljoen euro binnen van de Amerikaanse investeerder Level Equity en opende er ondertussen kantoren mee in New York en Barcelona. Cheqroom levert software aan mediabedrijven, zoals VRT, CNN en Netflix, om de inzet van materiaal te beheren. Het bedrijf werd oorspronkelijk al opgericht in 2014. Twee jaar later had het pas zijn eerste klanten. Cheqroom kent internationaal gezien een enorme groei, in onder meer de VS en Canada. In België opereert het bedrijf vrijwel onder de radar. Voor deze aflevering van start-up of the day sprak Innovation Origins met Diederik Syoen, head of marketing.
Wat hebben jullie ontwikkeld?
“We hebben software ontwikkeld die het videomateriaal van onder meer mediabedrijven kan managen. Deze bedrijven moeten veel buiten de deur werken met duur materiaal. We houden voor hen bij welk materiaal ze hebben. Dat lijkt eenvoudig. Maar grote mediabedrijven hebben veel materiaal, gaande van vele honderden camera’s, micro’s en lenzen. Vaak weten ze niet eens wat ze hebben. Dankzij ons platform weten bedrijven waar hun materiaal zit, wie dat het mee heeft en voor hoe lang het weg is en wanneer het weer kan gebruikt worden.
Ze krijgen ook nieuwe inzichten. Ze zien welk materiaal het meest wordt gebruikt door productieteams. Zo weten ze beter welk materiaal ze moeten bijbestellen. Ze kunnen ook zien welk type camera vaak stuk gaat. We zijn op technologievlak ons product altijd aan het verbeteren. We proberen de integratie met de fysieke wereld te verbeteren en kijken hoe we de integratie kunnen doen met GSP en smart lockers.
We zorgen dat mensen in de creatieve sector veel meer tijd kunnen steken in wat voor hen belangrijk is. Dat is het creëren van leuke content, zoals video, animatie en muziekproducties. We geven tijd terug aan de creatieve mensen om creatief te zijn. Zo moeten ze niet bezig zijn met de vraag wie er weg is met de camera of drone. Dat is een mooie insteek van ons project.”
Jullie zijn in een gat in de markt gesprongen.
“Ja, het was een soort greenfield. Er waren voor dit soort problemen weinig oplossingen. Bij veel bedrijven gebeurt dat nog grotendeels via Excel of met pen en papier. Het beheer wordt almaar complexer. Onze groei is er gekomen doordat mediabedrijven zelf op zoek gingen naar oplossingen om hun materiaal te beheren en zo bij ons terecht kwamen. We zijn vooral inbound gegroeid, wat betekent dat mensen naar ons zijn gekomen. De oorspronkelijke boost is er gekomen van mensen die tot bij ons geraakt zijn. In het begin hadden we zelfs geen sales team. Dat is er later bijgekomen. We hebben ook veel te danken gehad aan mond-tot-mond reclame. We zijn nu ook nieuwe strategieën aan het uitwerken waar we actief op zoek gaan naar klanten en waarbij we partnerships gaan opzetten. Op die manier hebben we al de grootste bedrijven ter wereld kunnen strikken, zoals FOX, TESLA…”
De laatste jaren is er een enorme groei in contentproductie. Wat is de impact daarvan op jullie bedrijf?
“De hoeveelheid media die online verschijnt is geëxplodeerd. De productie van content is de afgelopen jaren verdubbeld. Meer en meer multinationals richten hun eigen content teams op. Dat heeft ons ook een boost binnen de industrie gegeven. We hebben veel klanten in de mediaproductie, maar ook in de gaming en software wereld. Dat is booming business. We hebben ook klanten in de kerkgemeenschappen die in de US veel groter zijn dan bij ons. Daarnaast werken we ook voor bedrijven die elektronicaproducten produceren, zoals Fuji, Sony, pf Sigma. We zitten in al die segmenten, die zeer groot zijn. Ze blijven groeien door de groei in contentproductie. De toegang tot technologie is ook gedemocratiseerd. Het is tegenwoordig veel makkelijker om toegang te hebben tot een goede camera, dan 10 à 15 jaar geleden.
Jullie zijn groter in Amerika dan in België. Hoe kan dat?
“In het begin deed onze CEO alles zelf. Maar op een bepaald moment is hij op zoek gegaan naar sterke mensen om zich heen. Op die manier heeft hij veel verantwoordelijkheid uit handen kunnen geven. Ieder team heeft zijn eigen groep laten groeien. Dat heeft er voor gezorgd dat we onze funding hebben kunnen binnen halen. In die groei is er altijd gefocust op een divers team. In België is de softwarewereld vaak mannelijk. We hebben gekozen voor 50/50 man-vrouw, zelfs in het management team. Dat is heel opmerkelijk in onze wereld. In het team hebben we een heel diverse groep samengesteld met 14 nationaliteiten in België. Dat zorgt voor een leuke vibe.”
In de Amerikaanse doorbraak speelde ook een investering van 14 miljoen euro een rol. Wat hebben jullie daarmee gedaan?
“70 procent van onze klanten zit al in Amerika. Het was dan ook logisch om een Amerikaanse investeerder aan te trekken die daar ook een kantoor en het juiste netwerk heeft. Met de investering hebben we meteen een Amerikaanse tak opgericht. We hebben een kantoor geopend, waar Amerikanen werken. Er zijn soms wel culturele verschillen, wat het ook voor ons soms wel wat oncomfortabel maakt. We gaan dat cultuurverschil omarmen. De eerste Amerikaanse profielen zijn al aan het werk. Dat zorgt ervoor dat we een heleboel operationele problemen kunnen oplossen. We zijn daardoor ook veel efficiënter. We zitten veel dichter bij onze Amerikaanse klanten wat het makkelijker maakt om onze onderneming te gaan uitbouwen. Ons doel is om echt marktleider te worden in ons segment. Het is de bedoeling dat dit kantoor ook groot wordt en groeit, maar ons hoofdkantoor blijft wel in Gent.”
Heb je nog tips voor start-ups die het ook willen maken in Amerika?
“Start-ups denken vaak dat het makkelijker is om eerst in België en dan in Europa groot te worden. Ik denk dat dit niet altijd waar is. Misschien zijn er factoren in de Amerikaanse markt die het net interessanter maken om daar te beginnen. Daar zijn ze eraan gewend om met abonnementen te werken, wat in België toch niet zo is. Alles is veel groter in Amerika. Onze tool is ook nuttiger voor grote bedrijven dan voor kleine klanten.”