Wat een verkeerstoren voor een vliegveld is, is een ERP-systeem voor een fabriek. Zonder zulke systemen is de kans groot dat alles in de soep loopt. Vanuit de verkeerstoren houdt de verkeersleiding overzicht over inkomende -en uitgaande vluchten, waar moet bagage heen? Staan de trappen klaar zodat passagiers uit kunnen stappen? Alles om de processen in goede banen te leiden. Ook in een fabriek is dat overzicht nodig. Komen onderdelen op tijd aan? Zijn er genoeg producten op voorraad? En zijn er voldoende werknemers die de machines kunnen bedienen? Zeker in de complexe maakindustrie zijn er allerlei processen waar fabrikanten rekening mee moeten houden. De ERP-systemen nemen ze het nodige werk uit handen en zorgen ervoor dat produceren een stuk efficiënter gebeurt.
Rob de Beule is algemeen directeur bij Fujitsu Glovia, een van oorsprong Japans bedrijf waar ze zich onder andere bezighouden met de ontwikkeling van deze systemen. De Beule legt uit dat een fabriek eigenlijk bestaat uit verschillende eilanden die los van elkaar opereren. Voorraadbeheer, productie, personeel en verkoop, om een paar ‘eilandjes’ te noemen. “Maar idealiter wil je precies weten wie waar mee bezig is en dat al deze eilandjes op elkaar zijn aangesloten. Zo kun je er niet alleen zeker van zijn dat je een order op tijd levert, maar er ook voor zorgen dat je efficiënter kunt produceren.”
Vroeger – zo’n twintig tot dertig jaar geleden – ging dat verbinden van eilandjes, zoals De Beule het noemt, nog met de hand. “Dan belde een verkoper naar iemand in het magazijn of een product nog op voorraad was. Op een andere afdelingen zat iemand heel de dag facturen te typen. Alles werd via papier geregeld. Ook de productieplanning werd op deze manier gemaakt. Je kunt je voorstellen dat dit veel fouten opleverde, want de informatie was niet altijd actueel. Als de voorraadafdeling bijvoorbeeld bericht kreeg dat onderdelen later zouden komen, werd de planning daar niet of pas te laat op aangepast. Hierdoor kwamen andere afdelingen later in het productieproces weer in de problemen ”, vertelt De Beule.
‘Kneiter grote rekenmachine’
Nu gebeurt het volgens zijn weten bijna nergens meer dat er met papieren systemen wordt gewerkt. Bijna alle fabrieken verwerken hun processen digitaal. Dat werkt als volgt: “Het systeem begint al te draaien als een potentiële klant om een offerte vraagt. Gaat hij akkoord met de offerte dan vraagt het systeem bij iedere afdeling informatie op. Zijn er nog producten op voorraad of moeten we alles vanaf het begin gaan produceren? Zijn de financiën op orde om alle onderdelen te bestellen? Is er genoeg personeel beschikbaar? Komen de onderdelen op tijd aan? Allemaal vragen waar het systeem rekening mee houdt.”
“Kijk, hier komen meldingen real-time binnen”, zegt De Beule terwijl hij een rode melding op een beeldscherm aanwijst. “Dit zou je de control-tower van de fabriek kunnen noemen. Je krijgt net als bij whatsapp een notificatie voor alles wat actie nodig heeft.” En dat kan van alles zijn: niet genoeg gekwalificeerde mensen op de planning om machines te bedienen tot een tekort aan goederen of een defect aan apparaten. “Het mooie is dat alles wordt bijgehouden, niet alleen bij de machines zelf. Maar ook het overkoepelende plaatje. En dat is nodig in de hightech maakindustrie. Er staan complexe machines waar niet iedereen mee overweg kan, daar moet je rekening mee houden. Het is eigenlijk een kneiter grote rekenmachine die constant van alles berekent.”
Digitale snelweg
Maar het systeem verzamelt ook allerlei informatie waar op dit moment (nog) niet zoveel mee gedaan wordt: “De hoeveelheid data is werkelijk ontploft, ook informatie die wordt verzameld door andere systemen. Data die vertelt dat een machine olie lekt omdat deze te warm wordt, kun je veel mee doen. Maar het grootste gedeelte van alle data – ik schat zo’n 80 procent – doen we nu te weinig mee. Terwijl je met allerlei wiskundige berekeningen analyses kunt maken en zelfs voorspellingen over bijvoorbeeld verkoop. Om deze mist op te klaren, werken we op de Brainport Industries Campus samen met de TU/e en de Fontys.”
Naast meer gebruik maken van data, komt er ook een digitale verbinding met andere fabrieken en bedrijven: “Een digitale snelweg tussen bedrijven. In de high tech maakindustrie zie je dat bedrijven onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, wanneer een toeleverancier iets niet kan leveren, krijgt het volgende bedrijf in de schakel hier ook last van. Met een digitale fabriek, die we nu opzetten, kunnen bedrijven dit soort informatie meteen delen. Door dit soort geïntegreerde systemen kunnen ze sneller anticiperen.”