In de wekelijkse rubriek ‘follow-up’ geven we een vervolg aan het best gelezen artikel van afgelopen week. Deze week: hoe gaan we de luchtvaart groener maken?
Geen geld voor een ticket business class en toch lekker languit slapen tijdens je vlucht naar New York? Delftse studenten hebben de oplossing bedacht en zijn daarmee genomineerd voor de Crystal Cabin Award 2020. De ontwerpen zijn onderdeel van de interieurplannen voor het Flying-V project van Professor Peter Vink van TU Delft.
De Flying-V is een ontwerp voor een zeer energiezuinig type vliegtuig voor de lange afstanden en is een samenwerking tussen de faculteiten Industrieel Ontwerpen en Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek (LR) van TU Delft, en KLM. Het doel van het ontwerp is om de luchtvaart duurzamer te maken.
Waar de studenten in dit ontwerp vooral zoeken naar lichtere materialen om gewicht te besparen (en dus zuiniger te vliegen), doen de grote vliegtuigbouwers onderzoek naar andere brandstof. Waterstof bijvoorbeeld. Het grote voordeel van vliegen op waterstof – naast dat het geen CO2 uitstoot – is dat 0,36 kilo waterstof evenveel energie levert als een kilo kerosine. Maar het nadeel van vloeibare waterstof is dat het vier keer zoveel ruimte inneemt als kerosine met dezelfde energie-inhoud. Hiervoor heb je dus grotere brandstoftanks nodig. Niet heel handig als je ook passagiers en bagage wilt vervoeren.
Verkenningsvliegtuig
Onbemande vliegtuigen die vliegen op elektriciteit uit waterstof bestaan al wel. Zo heeft Boeing, het bedrijf dat de laatste tijd flink wat vliegtuigen aan de grond moest houden vanwege technische mankementen, een onbemand ‘verkenningsvliegtuig’ op waterstof. De ontwikkeling van ‘groen’ passagiersvliegtuig laat nog wel even op zich wachten.
Maar dat wil niet zeggen dat er niet al mee wordt geëxperimenteerd. Terug naar de TU Delft, want waar de studenten van professor Vink het zoeken in lichter materiaal, gaan de studenten van het studententeam AeroDelft een stapje verder. Zij ontwikkelen namelijk ‘s werelds eerste bemande vliegtuig dat wordt aangedreven door vloeibare waterstof. Volgens het team is de luchtvaart in de afgelopen 120 jaar uitgegroeid van een sector van waaghalzen die de droom hadden te vliegen tot een industrie waar jaarlijks bijna 40 miljoen vluchten veilig landen. “Maar deze toename heeft er wel toe geleid dat 2 procent van de totale CO2-uitstoot komt van het verbranden van brandstof. De luchtvaart heeft dus een groot aandeel in de opwarming van de aarde. Vliegen op waterstof staat nog volledig in de kinderschoenen. Met ons team willen we een bijdrage leveren door te laten zien dat het technisch mogelijk is”, schrijft Liam Megill in een bericht op de website van AeroDelft.
De keuze is volgens het studententeam logisch: waterstof is het lichtste element dat we kennen en bevat 3 keer zoveel energie als benzine. Maar er zijn ook nog voldoende uitdagingen. Zo is waterstof explosief en moeten de studenten rekening houden met strenge veiligheidsmaatregelen. “We willen een noodsysteem inbouwen om waterstof te lozen, mocht er explosiegevaar zijn.”
De engineers hebben berekend dat het vliegtuig met een volle tank van Delft naar Marokko moet kunnen vliegen. Het team hoopt volgend jaar de eerste testvlucht vanaf Rotterdam te maken.
Vliegende auto’s
Een andere oplossing waardoor mensen misschien minder het vliegtuig nemen, zijn misschien wel vliegende auto’s. Afgelopen maand kondigden Uber en Hyundai tijdens CES een samenwerking aan om zo’n vliegende elektrische taxidienst te gaan ontwikkelen. Dichter bij huis werkt ook Pal-V, een Nederlands bedrijf dat vliegende auto’s levert, aan de elektrificatie van hun voertuig. “Maar op dit moment zijn de accu-pakketten nog veel te zwaar, we onderzoeken hoe we ze lichter kunnen maken. Maar ook andere opties houden we open”, zo laat een woordvoerder telefonisch weten.
Om dit voor elkaar te krijgen werkt Pal-V samen met het NLR, dat ook een programma ontwikkelt om Urban Air Mobility (personen door de lucht vervoeren met drones) van de grond te krijgen. “De verduurzaming van de luchtvaart is voor ons een belangrijk thema. En we zijn ervan overtuigd dat drones hier een positieve bijdrage aan kunnen leveren”, vertelt Kees de Waal, woordvoerder van het NLR. Maar hoe dat er precies uit moet gaan zien staat nog heel erg in de kinderschoenen geeft hij toe. “Het gaat in deze fase nog om maatschappelijke acceptatie. Want hoe gaan mensen reageren als er ineens overal drones rondvliegen? De volgende stap wordt een namaak dorp waar we kunnen testen met het vervoeren van pakketjes binnen de stad. Pas veel later zullen er ook echt tests gedaan worden met personen. Dat gaat niet over één nacht ijs.”
Bekijk hieronder de explainer over Pal-V: