© Konevi / Pixabay
Author profile picture

Hoe kan innovatie helpen om de Europese Unie (EU) minder kwetsbaar te maken als de voedselvoorziening in gevaar dreigt te komen? Door de oorlog in Oekraïne, de graanschuur van Europa, is deze vraag actueler dan ooit. 

De inval van Rusland in Oekraïne op 24 februari leidde niet alleen op de ministeries van Buitenlandse Zaken en Defensie tot verhoogde staat van paraatheid. Ook bij Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) gingen de alarmbellen af. De reden: Oekraïne is als een van de grootste graanproducenten ter wereld een belangrijk importland voor Nederland.

Hoe belangrijk blijkt uit het feit dat LNV direct na de Russische inval Wageningen University & Research (WUR) vroeg om de agrarische import van Oekraïne naar Nederland in kaart te brengen. Exact twee weken later, op 10 maart, plofte het overzicht op de ministeriële burelen. 

Petra Berkhout @WUR

Enkele cijfers: de EU is voor Oekraïne de belangrijkste handelspartner met een exportwaarde van 5,4 miljard euro in 2020. Hiervan ging bijna een kwart (1,2 miljard euro) naar Nederland, dat voor Oekraïne de derde handelspartner is. Nederland importeert vooral granen en dierlijke en plantaardige oliën en vetten. Ook bij de invoer van biologische agrarische producten is Oekraïne belangrijk voor Nederland. Zo is 95 procent van de biologische tarwe van buiten de EU is afkomstig uit Oekraïne. 

Mondiale graanprijs

De vraag is: moet de EU, nu Oekraïne voor langere tijd dreigt weg te vallen als agrarisch exportland, de eigen voedselproductie herzien? Een aantal akkerbouwers in Nederland heeft die vraag al beantwoord en niet zozeer op basis van een grondige analyse, maar van de portemonnee. Zij kozen ervoor om, in plaats van traditiegetrouw mais of bieten te verbouwen, hun akker ditmaal in te zaaien met graan. Want de mondiale graanprijs is inmiddels tot ongekende hoogte gestegen.

Of van hun graan overigens goed brood kan worden gebakken, is de vraag. Want volgens Petra Berkhout, agrarisch econoom aan de WUR is het Nederlandse graan niet goed geschikt voor het bakken van brood: “Vanwege ons klimaat heeft het vaak een te laag eiwitgehalte.” 

Zwakke plekken

We vragen Petra Berkhout hoe de EU met innovatieve technieken een langdurige verstoring van de voedselvoorziening kan opvangen. Een geruststellende mededeling vooraf: “Het aanbod aan graan loopt geen gevaar door de oorlog in Oekraïne. Dat kunnen we zelf opvangen. De EU is voor het merendeel van haar productie zelfvoorzienend.”

Maar er kunnen wel knelpunten ontstaan. Berkhout: “Afgezien van tropische producten zoals koffie en thee die we in Europa niet kunnen verbouwen, zijn oliehoudende en eiwithoudende gewassen zoals zonnebloemolie en soja een knelpunt. Daarin is de EU onvoldoende zelfvoorzienend. Dat zijn de twee grote zwakke plekken in het systeem.” 

Wat kan de EU hieraan doen? Berkhout: “Je kunt door precisielandbouw de opbrengst per areaal vergroten. Dan optimaliseer je met computers de groei van de gewassen. Verder moeten we voedselverspilling tegengaan. Een groot deel van de soja gebruiken we nu voor veevoer. Als wij minder dierlijke eiwitten eten en meer plantaardige producten helpt dat enorm. Hierbij is inkrimping van de veestapel onontkoombaar. Dan gebruiken we minder grond voor de verbouw van veevoer, maar voor de teelt van oliehoudende en eiwithoudende producten voor menselijk gebruik, zoals peulvruchten, koolzaad en zonnebloemolie.”

Nationale Eiwitstrategie

Dit besef is ook doorgedrongen tot de EU. In 2018 riep Brussel de lidstaten op om te komen tot een Nationale Eiwitstrategie. Voormalig LNV-minister Carola Schouten presenteerde hiervoor in 2020 concrete plannen. Doel: een verschuiving van de productie van dierlijke naar plantaardige eiwitten. Op dit moment bestaat de eiwitinname van de Nederlandse bevolking voor 29 procent uit vlees, 23 procent uit zuivel en 22 procent uit granen. Dat moet dus anders, vinden de EU en de Nederlandse regering. 

Met de Nationale Eiwitstrategie zet Den Haag in op vergroting van de teelt van typisch Nederlandse eiwitrijke gewassen, zoals aardappelen en vlinderbloemigen (peulvruchten). Hiervoor is de Green Deal Vlinderbloemigen in het leven geroepen. Verder is onderdeel van de strategie de ontwikkeling van microbiële eiwitten en kweekvlees. Ook het gebruik van reststromen zoals meel gemaakt van dierlijke botten en keukenafval voor diervoer biedt perspectief. Ook moet het vee aan de insecten, als het aan de bedenkers van de Nationale Eiwitstrategie ligt. En de prijs van vlees moet omhoog. Met het extra geld moeten duurzame veehouders worden gesteund.

Omschakeling

Agrarisch econoom Petra Berkhout benadrukt dat maatregelen om de voedselvoorziening minder kwetsbaar te maken in EU-verband moeten worden genomen. “Nederland alleen kan geen structurele veranderingen bewerkstelligen. Een groot deel van ons land bestaat uit gras en is eigenlijk alleen maar geschikt voor veeteelt. Daarentegen lenen grote delen van bijvoorbeeld Duitsland zich voor de teelt van zonnebloemen, koolzaad, eiwithoudende producten. Niet voor niets is er een Europees landbouwbeleid.”

Hoe snel kan zo’n omschakeling zich voltrekken? Berkhout: “Dit seizoen kunnen akkerbouwers niet meer zoveel veranderen in hun bouwplan. Maar volgend jaar kun je daarmee beginnen. Want het EU-landbouwbeleid is lang niet zo log als veel mensen denken.” 

Klacht van de agrarische sector is dat ze te veel regels vanuit Brussel krijgt opgelegd. Is het denkbaar dat de EU, om een ommezwaai te bereiken in de voedselproductie, boeren gaat opleggen wat ze moeten verbouwen? Berkhout: “Dat zou tot enorme discussies leiden. Want ondanks dat agrariërs zich nu al aan allerlei regels moeten houden, zijn ze nog steeds vrij in wat ze zaaien en oogsten. Ik zie het daarom nog niet zo snel gebeuren.”