Nee, Eindhoven is nog lang geen smart city, hoe hard dat zowel binnen als buiten de stad ook af en toe wordt geroepen. Maar de weg naar dat doel is inmiddels wel stevig geplaveid. Niet alleen is er volop zelfvertrouwen over de lokaal aanwezige voorwaarden, er is zelfs al een werkprogramma dat een eerste invulling moet verschaffen. e52 gaat in een serie artikelen in op de transitie die de stad moet doormaken om daadwerkelijk een smart society te kunnen worden. Vandaag deel 11: Een reeks maatschappelijke proeftuinen. Lees hier alle eerdere bijdragen.
Eindhoven verwacht met het convenant tussen stad en universiteit de woon- en werkkwaliteit in Eindhoven te verbeteren. Dit zal onder andere gebeuren met zogenaamde proeftuinen (Living Labs), waarbij de universiteit en de gemeente gezamenlijk in proefprojecten vernieuwde toepassingen gaan beproeven. Wethouder Schreurs: “We bieden graag nog vaker onze stad aan als proeftuin om kennis te valoriseren, want dat is een belangrijke stap om innovaties om te zetten in nieuwe producten. Die kunnen vervolgens ook over heel de wereld benut worden. Maar we zijn natuurlijk vooral op zoek naar dingen waar mensen in Eindhoven zich goed door voelen.”
Elke den Ouden, programmamanager Smart Lighting & Smart Cities bij de TU/e, wil met de Living Labs “platforms bouwen voor maatschappelijk relevante toepassingen van technologische ontwikkelingen” en tegelijk kennis valoriseren. “De gemeente en de TU/e vinden elkaar op een aantal van de grootste maatschappelijke thema’s: mobiliteit, energie, gezondheid, educatie, licht en de openbare ruimte. De onderzoeksprogramma’s van de TU/e in Energy, Health en Smart Mobility, maar ook het Data Science Centre, het Intelligent Lighting Institute, het High Tech Systems Centre en het Smart Cities Centre (in oprichting) brengen oplossingen voor maatschappelijke thema’s dichterbij.”
Door het convent, dat ‘Uploading the Smart City’ is genoemd, worden de onderzoeksprogramma’s gekoppeld aan de maatschappelijke uitdagingen van de stad. “Hierbij wordt doorgebouwd op trajecten die al liepen, zoals de samenwerking in het Living Lab van Stratumseind, en Strijp-S en Vaartbroek. Tegelijkertijd gaan we aan de slag om nieuwe mogelijkheden te verkennen.”
Ook bij de uitvoering van de smart lighting-overeenkomst tussen de gemeente en Philips/Heijmans is een rol voor de universiteit weggelegd. “De TU/e zal daarin het onderzoek naar de behoeften in de proeftuingebieden voor zijn rekening nemen, maar ook de impact van alle projecten blijven monitoren.”
In het ideale model zou Eindhoven fungeren als proeftuin waar nieuwe oplossingen worden ontwikkeld en gevalideerd. Niet alleen bij smart lighting, maar op alle thema’s. Den Ouden: “De proeftuin is hier, maar ons werkveld is veel groter. Juist door toepassing op grote schaal in de wereld kunnen we er voor zorgen dat het platform zich verder kan ontwikkelen. Daarmee komen projecten verder dan het pilot-stadium en dat is nodig om echt impact te hebben op grote vraagstukken als klimaatverandering en vergrijzing.” Iets wat volgens Den Ouden ook nog wel eens commerciële kansen kan bieden. “Voor bedrijven die bijgedragen hebben aan de experimenten in de proeftuin zou dat zomaar een opstap naar een wereldmarkt kunnen zijn.”