Knoop XL
Author profile picture

Thom Aussems, tot vorig jaar onder meer directeur van wooncorporatie SintTrudo, heeft veel bijgedragen aan de ontwikkeling van het Eindhovens stadsgezicht. Zowel concreet (met name in de transformatie van Strijp-S) als in het denken over stadsvorming speelde hij de afsinggelopen jaren een belangrijke rol. Ook internationaal heeft Aussems zijn steentje bijgedragen aan het stedelijk denkgoed. Sinds maart 2018 staat hij als “CEO van de éénpitter Urbandustrial” wat meer op afstand van de dagelijkse praktijk: een mooie positie om zijn bespiegelingen zonder enig ander belang te delen met de wereld. Innovation Origins geeft hem hiervoor de ruimte. Dit is zijn derde bijdrage (de eerste vind je hier, de tweede hier):

Ik heb niets tegen hoge torens! Sterker nog: uitsluitend om die reden ben ik een keer naar New York gegaan en later naar Chicago. Ik wilde de Twin Towers beklimmen. Dat lukte niet, maar na een ticket gekocht te hebben ben ik langdurig gast geweest van de rooftop. Fabuleus uitzicht! Om dezelfde reden ben ik ook heel lang geleden naar Parijs gegaan toen de Montparnasse zojuist opgeleverd was. Zoefff, in een splitsecond was je boven en had je een panorama view over Parijs. Toen ik vorig jaar een uitnodiging kreeg om een lezing in Dubai te geven heb ik van de gelegenheid gebruik gemaakt, daarbij gesteund door Siegrid Althuizen, de Burj Khalifa, de hoogste toren ter wereld, te bezichtigen. Waar ik in de Himalaya of de Karakoram zelden last heb gehad van hoogtevrees begon het daarboven in die toren een beetje te duizelen. Torens, dat is wel een beetje ‘mijn’ ding.

Andere tijden

Zo ook Berlijn. Dat is ‘mijn’ stad, denk ik altijd stiekem. Mijn eerste bezoek was in ‘69, ruim twee maanden. Langdurig gast geweest in Kreuzberg en in een gekraakt pand aan de Wannsee van de Kommune Zwei. Door geld op de zwarte markt te wisselen tijdens dat bezoek ben ik nog opgepakt door de Vopo’s in Oost-Berlijn. Dat waren ‘andere tijden’. Berlijn, heerlijke stad, rauwe randjes, heel vaak terug geweest. Bij ‘elke’ aanleiding ging ik mee. Na verloop van tijd was ik een alternatieve, onbetaalde gids die de gekste en leukste plekjes wist te lokaliseren, veelal in handen van de nazaten van de punkbeweging of van ondernemende Turken in Kreuzberg of Neukölln. Enige tijd geleden heb ik daar nog de commissarissen van Trudo rondgeleid. Vooral Mathieu Weggeman was oprecht verrast over de boeiende initiatieven van ‘alternatief’ Berlijn. Dus toen ik in een tweet van John Jorritsma op 16 mei las dat de Nieuwe Fellenoord, het lelijkste verkeersplein ter wereld, omgetoverd zou worden tot een ‘Klein Berlijn’ was ik zijn man.

Rotterdam aan de Elbe

Ik moet eerlijk bekennen dat ik wel een beetje achterdochtig was, daar ik tijdens een (besloten) lezing van Ronald Rijnen bij Transmissie gehoord had dat Kees Christiaanse met een ‘plan’ bezig was. Ik ben in een vorig leven eens met Adri Duivesteijn en enkele veelbelovende, jonge architecten twee weken in Praag geweest en Kees maakte onderdeel uit van dat gezelschap. Ik was toen niet zo onder de indruk van zijn schetsen. Heel veel later heb ik enkele keren Hafencity in Hamburg bezocht en dat riep het gevoel op van een nieuw Rotterdam aan de Elbe. Het was een enorm contrast met de oude Speicherstadt ernaast, met die karakteristieke, oude pakhuizen en een wandelroute op +1. In dat oude gedeelte had Joop van den Ende zich met een theateropleiding genesteld. Neen, gezellig was het niet in Hafencity, op die ene keer na toen er een cruiseschip kwam aanmeren. Toen was half Hamburg uitgelopen, maar na het vertrek van dit kolossale gevaarte was het er weer angstaanjagend stil. In die periode was de prestigieuze Elbphilharmonie nog niet geopend, het kan zijn dat die voor reuring gezorgd heeft.

Architectonische fata morgana

Diezelfde Kees had nu kennelijk ‘Klein Berlijn’ bedacht voor de Nieuwe Fellenoord. Vol enthousiasme ging ik zitten om het bijgevoegde filmpje te bekijken, toen er juist een tweet oppiepte van Joks Jansen, Tilburger in hart en nieren, maar ook één van de meest spraakmakende intellectuelen in de provincie, onder meer op het ruimtelijk terrein, met als inhoud: “Terwijl de voice-over in het filmpje spreekt over de unieke identiteit van Eindhoven, moet ik dit beeld toch echt even op me in laten werken… hoop voor de stad dat dit een architectonische fata morgana blijkt.”

Oeps. Joks kennende, was dit geen goed voorteken. Het is redelijk zeldzaam dat hij zich zo kritisch op Twitter uitdrukt. Met enige argwaan ben ik het filmpje gaan bekijken. De voice-over kwam sowieso niet uit Berlijnse kringen. Die was regelrecht weggeplukt uit het vroegere Polygoon journaal. Aan alles kon je horen dat die man in een sneltreinvaart een tekst had moeten inspreken, die niet tot of nauwelijks tot de verbeelding sprak. Maar die beelden… Wat hadden die beelden met ‘Klein Berlijn’ te maken? Het vooroorlogse Berlijn staat vooral bekend om zijn unieke, fijnmazige stedelijke structuur. Al een paar uur na de val van de muur was er in delen van het voormalige Oost-Berlijn weer volop leven. De fysiek-ruimtelijk structuur, in combinatie met de mensen, stond daar borg voor.

Van God los

Na een korte reactie via Twitter reageerde Joks terug: “Meer overeenkomsten tussen Eindhoven en Rotterdam of tussen Eindhoven en Berlijn?” In Rotterdam ken ik voldoende plekken die model hadden kunnen staan voor deze beelden. Berlijnfreak Martijn Olislaegers gaf het antwoord: “Klein Berlijn, maar dan wel het gebied rondom Potzdamer Platz.” “Lijkt op de Zuidas”, was een andere reactie op Twitter. “Die zijn van God los. Dat krijg je met de inhuur van die ‘supersterren’ van buiten. Die hebben geen gevoel voor het DNA van de stad”, tweette ik terug naar Joks. “Volgens mij komt dit uit de eigen gemeentelijke koker”, was zijn antwoord. Hij wist kennelijk meer dan ik.

Onwillekeurig moest ik aan Riek Bakker denken die in 2002 het Natlab wilde slopen. “Eruit met dat ding”, zei ze in een interview met de NRC. En Mary-Ann Schreurs, toen wethouder Ruimtelijke Ordening, liep er gedwee achteraan. Maar er kwam nog een ander Rotterdamse bureau oppiepen dat Eindhoven einde jaren zestig op zijn kop had willen zetten. Dat was Van de Broek en Bakema geweest met hun megalomane Cityplan, aan de andere kant van het spoor. Na forse protesten vanuit de bevolking heeft de Provincie, tot grote ergernis van de Eindhovense regenten, een streep door dit plan gezet.

Ik heb het filmpje over dat ‘Kleine Berlijn’, met als verrassende plot: “zo houden we de stad energiek, bereikbaar en leefbaar” 10 x achter elkaar bekeken. Na elke ‘1 minuut en 30 seconden’ was ik meer verbaasd over dit plan. “We willen hier de Eindhovense identiteit kunnen zien”, zegt de voice-over bij het filmpje: “Technologie, design en kennis in het hart van Brainport.” Hoe kan iemand die beelden linken aan de identiteit van Eindhoven? En aan het TDK van Kentie? Eindhoven, ‘supervillage’, het grootste dorp van Europa.

Marktpartijen

Uiteindelijk bleef de grammofoonplaat hangen bij de passage dat het nu aan de ‘overheden en de marktpartijen’ was om dit plan tot uitvoering te brengen. Dat moest een vergissing zijn, dacht ik. Maar even later las ik in een tweet van de gemeente Eindhoven letterlijk: “Nu zoeken we marktpartijen om zich te verbinden aan deze ontwikkeling en samen vaart te maken.” Gezocht: marktpartijen! Niet mensen uit de stad om over dit plan met elkaar van gedachten te wisselen. Neen, er worden ‘marktpartijen’ gezocht om ‘samen’ vaart te maken. Paradoxaal genoeg is juist de afgelopen maanden in Berlijn een hele brede coalitie ontstaan om diezelfde (internationale) marktpartijen, vanwege de exorbitante verhoging van de huren, te weren uit het Berlijnse Monopoliespel. En diezelfde partijen worden in Eindhoven op een rode loper binnengehaald om het ‘Kleine Berlijn’ te realiseren dat ze in het ‘Grote Berlijn’ de nek omdraaien? Heel bijzonder!

Ik had John Jorritsma 2 keer mijn boek ‘Urban complexity’ (met 424 pagina’s) aangeboden, met daarin talloze voorbeelden van boeiend en uitdagend stadsleven. Maar dit plan lijkt op een tegenovergestelde beweging: grofmazig, hoog, imponerend, duur. Precies de zogenaamde ‘missing middle’ (de bekende blokken 4 tot 6 hoog in de oude Europese steden), met die fijnmazige, gemengde structuur, lijkt geheel te ontbreken. En gaan zich daar Berlijnse taferelen afspelen? Hmmm. Had Kees een ‘klein Potzdammer Platz’ onder het mom van ‘Klein Berlijn’ verkocht? Vol verbazing bleef ik achter, te verbaasd om in te haken op de vele tweets die ik voorbij zag komen. ‘Klein Berlijn’? Hoe verzinnen ze het!