Author profile picture

De E52 High Tech Piek Awards zijn ook dit jaar weer uitgereikt aan negen mensen die het afgelopen jaar een bijzondere bijdrage hebben geleverd op hightech gebied, of voor wie we in 2018 grote verwachtingen hebben. Elke dag portretteren we een van de winnaars. Vandaag: Edward Voncken, CEO van KMWE, voorzitter van Brainport Industries en kartrekker van de Brainport Industries Campus.

Het ging niet bijster goed met de Klein Mechanische Werkplaats Eindhoven, toen Edward Voncken in 2007 samen met Marc Evers en Berry Geven in het bedrijf stapte. Opgericht in 1955 als een familiebedrijfje dat – aanvankelijk in de schuur in de achtertuin, – onderdelen maakte voor lokale spelers als Philips en DAF, had het in de jaren negentig de boot gemist in de mondialisering van deze markt. Maar het probleem voor KMWE bleek een kans voor Voncken en consorten, zelfs in de crisisjaren die volgden op hun management buy-in. “Wat wij zagen is dat veel van onze klanten weliswaar naar low cost landen uitweken, maar daarbij wel de vertrouwde ondersteuning wilden houden. Daar zijn we vol op ingesprongen.”

Dat kon alleen omdat het in de business van ‘High Mix, Low Volume’ veelal gaat om single source klanten: er was vanwege de ingewikkeldheid van de producten en productieprocessen sprake van een grote onderlinge afhankelijkheid. “Er waren weliswaar relatief weinig klanten, maar wel allemaal met een lange relatie. Dat maakte dat wij met ze mee konden gaan op hun avonturen in het buitenland.” Het leidde al snel tot de oprichting van een aparte vestiging in Maleisië, om productie en afzet zoveel mogelijk bij elkaar te houden. “Het past helemaal in onze ‘local-for-local’-gedachte: hoe minder transport, des te efficiënter en duurzamer de productie.”

Inmiddels heeft KMWE er 200 medewerkers en worden de voorbereidingen getroffen om vanuit dezelfde gedachte ook in de VS voet aan de grond te krijgen. “Ongeveer een derde van onze omzet komt daar vandaan, dus dan wordt het interessant om niet alleen engineering maar ook productie daar te vestigen. De klanten – grote spelers als General Electric, Rolls Royce en ASML – vragen er ook om.”

KMWE is als toeleverancier actief op vier hoofdmarkten van de high tech machinebouw: semiconductors (zowel voor ASML als BESI in Maleisië), medische apparaten (Philips natuurlijk, maar ook een wereldspeler als Roche Diagnostics), industriële automatisering (denk aan 3D metaalprinten, onder meer voor Additive Industries, inkjet voor Oce en zonnecellen) en tenslotte – sinds de overname van DutchAero in 2014 – aerospace (met en belangrijke rol voor Lockheed in het JSF-project). Voncken: “De toevoeging van aerospace is wel bijzonder, die combinatie zie je niet veel in onze sector, maar voor ons is het een heel mooie. We verbreden er onze markt mee waardoor de risico’s wat meer gespreid zijn, maar tegelijk kan de productie voor deze sector over dezelfde machines lopen als die van de andere takken.”

Voncken benadrukt dat er weliswaar heel veel producten uit de machines van KMWE rollen, maar dat de ontwikkeling van productiemethodes minstens zo belangrijk is. “Die patenteren we weliswaar niet, maar we hebben zoveel knowhow op dat vlak opgebouwd, dat het heel moeilijk te kopiëren valt.”

Voncken heeft het, al pratend over KMWE, bij herhaling over het belang van samenwerking tussen toeleveringsbedrijven in de Brainportregio. KMWE is dan ook een belangrijke speler binnen Brainport Industries, het samenwerkingsverband van zo’n honderd toeleveranciers binnen het High Tech ecosysteem in Nederland. Edward Voncken is als voorzitter van het dagelijks bestuur nauw betrokken geweest bij de manier waarop deze samenwerking wist bij te dragen aan het weer aantrekkelijk maken van de maakindustrie. Voncken: “Nog niet zo lang geleden was menigeen ervan overtuigd dat de maakindustrie zou verdwijnen uit Nederland. Dat zou allemaal naar lage-lonenlanden gaan en wij zouden ons gaan concentreren op de dienstensector. Gelukkig hebben we, zeker hier in onze regio, het tegendeel kunnen bewijzen. Dat is mede te danken aan de manier waarop wij binnen Brainport Industries de onderlinge samenwerking hebben gestimuleerd. En natuurlijk hebben we behoorlijk wat aan promotie gedaan. Op die manier hebben we niet alleen onszelf weer op de kaart gezet, maar ook aandacht weten te krijgen voor het belang van technische opleidingen en de constante ontwikkeling van nieuwe technieken. De R&D van de maakindustrie dus, of wat hier en daar ook ‘Industrie 4.0’ wordt genoemd.”

 

Brainport Industries Campus

De Brainport Industries Campus, momenteel in aanbouw ter hoogte van Eindhoven Airport, net aan de andere kant van de A2, moet de ultieme vorm van die samenwerking gaan opleveren. Voncken is met KMWE het eerste bedrijf dat er zijn intrek gaat nemen – als het goed is al in mei van dit jaar. “We kijken daar enorm naar uit en niet alleen omdat het nogal wat voeten in aarde heeft gehad voordat we deze stap konden zetten. Het was, zeker politiek, niet vanzelfsprekend dat we in een groen gebied een nieuwe campus zouden gaan bouwen, in een tijd dat heel veel bedrijventerreinen met grote leegstand kampten.” Hoewel de initiatiefnemers hun uiterste best deden om zowel de economische waarde als het belang van duurzaamheid te benadrukken, moesten de plannen keer op keer worden uitgesteld. En juist toen KMWE op het punt stond om de handdoek in de ring te gooien was het  oud-burgemeester Rob van Gijzel die achter de schermen de druk zover wist op te voeren dat zowel de politiek als projectontwikkelaar SDK alsnog de stap durfden te zetten. “Dat was voor ons het moment om mee te gaan. Dit was immers de kans om de maakindustrie een smoel te geven.”

 

Brainport Industries Campus

Na KMWE meldden zich meer geïnteresseerden, waaronder Summacollege (dat er in september met een opleiding start) en de nodige bedrijven van buiten de regio. Sinds de eerste palen boven de grond staan is die belangstelling volgens Voncken alleen maar toegenomen. Hij kijkt uit naar het moment – hopelijk over een paar maanden al – dat KMWE zijn intrek kan nemen. Maar meer nog naar de komst van al die andere bedrijven. “Op Brainport Industries Campus maak je onderdeel uit van het ecosysteem van de high tech maakindustrie. Iedereen die daar iets in wil betekenen, is welkom. Maar ze moeten dan wel de filosofie van samenwerken omarmen. Er komt bijvoorbeeld één verantwoordelijke voor de hele logistiek op het terrein. Met, over een tijdje, agv’s – automatisch geleide voertuigen – die 24/7 over de campus rijden. Dus als je niet wil dat iemand anders die dienst vervult, dan vergeet het maar.”

 

Brainport Industries Campus

Waar de High Tech Campus zich richt op product-ontwikkeling, gaat het bij de Brainport Industries Campus om productie-ontwikkeling. Voncken ziet de campus als een circulair geheel, waarbij “de fabriek van de toekomst” ondersteund wordt door het (openbare) Atrium dat zich straks midden op de campus bevindt. “Alles grijpt hier in elkaar: een bedrijf ontwerpt een machine, die vervolgens in de showroom van het Atrium terecht komt, waar klanten en studenten er alvast mee aan de slag kunnen. En wijzelf trouwens ook, want we kunnen er testen zoals we in de normale productieomgeving nooit zouden kunnen. Ontwikkelen en opleiden staan hier dus naast elkaar, waarbij niet de school maar de leverancier investeert in de machines. Zo hebben ze altijd de nieuwste machines, wat normaal in het onderwijs onhaalbaar is. En het resultaat is dat wij weer onderdelen krijgen voor ons eigen productieproces. Waarmee de cirkel compleet is.” Extra mooi noemt Voncken het dat de aanwezige studenten na schooltijd hun vakantiebaantjes in de fabriek kunnen vinden. Zoals de oprichter van KMWE elke dag na zijn normale werktijd bij Philips het bedrijf opbouwde, zo kunnen de Summa-scholieren – “maar denk bijvoorbeeld ook aan de startups die ontstaan bij Fontys en TU/e” – ter plekke aan hun ervaring werken.

KMWE’s omzet voor 2017 zal rond de 115 miljoen uitkomen, verwacht Voncken. In 2009 was dat nog zo’n 20 miljoen, en de groei is er voorlopig nog niet uit. Het maakproces blijft daarin de kern. Voncken: “We zullen nooit een engineeringsbureau worden, wij zijn er om de klant van a tot z te ontzorgen. Dat kan alleen als je ontwikkeling en productie heel dicht bij elkaar houdt. Gelukkig snappen we dat in deze regio en dat geeft ons een voorsprong in het buitenland.” Dat betekent echter ook dat behoud van vakmanschap een cruciale factor is voor KMWE – en geen makkelijke opgave in tijden van personeelskrapte. “Iedereen kan een machine kopen, maar het zijn de mensen die het moeten doen. Goed opgeleide vaklieden, dat is echt ontzettend moeilijk. Zeker als je de ontwikkeling daarin ziet, bijvoorbeeld in het vervagen van de verschillen tussen werkvloer en kantoor. Dat stimuleren we ook heel actief. Ingenieurs op de werkvloer, werklieden in het kantoor, op een gegeven moment zie je het verschil niet eens meer. Dat heeft ook alles te maken met het bij elkaar houden van ontwikkeling en productie. Nogmaals: deze regio blinkt daarin uit, maar we willen het ook op andere plekken laten zien.”