Author profile picture

Divers samengestelde teams presteren beter, zo is uit onderzoek gebleken. Vooral in de innovatietechnologie. Mensen met verschillende achtergronden en zienswijzen zorgen immers voor creatieve inzichten. Toch blijft het in het bedrijfsleven anno 2020 behelpen op dat vlak, zeker als het gaat om cultureel-etnische diversiteit. Innovation Origins gaat in een korte serie op zoek naar antwoorden op de vraag waarom dit een groot maatschappelijk probleem vormt en vooral: hoe dit te fixen? 

Alle grote bedrijven zijn ooit klein begonnen. Wil je ervoor zorgen dat de bedrijven van de toekomst diversiteit in hun DNA hebben, dan kun je daar het beste mee beginnen bij start-ups en scale-ups. Daartoe heeft de Dutch Start-up Association (DSA) zich gecommitteerd met de ondertekening van het Charter voor Diversiteit. Ook heeft de DSA een aantal tools ontwikkeld om haar leden bij hun diversiteitsstreven op weg te helpen.

“Diversiteit is één van de belangrijkste thema’s van dit moment. Je kunt er simpelweg niet omheen.” Aan het woord is Thomas Vles, directeur van DSA. “Dat geldt ook voor de DSA. Diversiteit vinden wij belangrijk. Ongelijkheid is niet goed te praten. Maar het moet meer zijn dan symptoombestrijding. Want een minimum percentage vrouwen in het bedrijfsleven helpt, maar we kunnen nog zoveel meer doen.’

Impact

Waarom diversiteit bevorderen bij startups een goede zaak is? “Begin je bij start-ups, dan zorg je daarmee dat diversiteit echt in het DNA van bedrijven van de toekomst zit. In vijf jaar tijd zal een groot deel van deze start-ups uitgroeien tot succesvolle bedrijven. Alle grote bedrijven, van Facebook tot Bol.com, zijn ooit als start-up begonnen. Door vroeg diversiteit en inclusiviteit in je beleid op te nemen, kun je dus een enorme impact maken. Start-ups zijn de drijvende kracht achter innovatie, banencreatie en noodzakelijk voor een bestendige economie.”

Charter voor diversiteit

Afgelopen juli ondertekende de DSA het Charter voor Diversiteit, waarmee zij zich committeert aan de doeleinden van de SER. Dat is het bevorderen van diversiteit en inclusiviteit in het bedrijfsleven. Ter gelegenheid van die ondertekening heeft de DSA ook een aantal afspraken gemaakt met de afdeling Diversiteit in het Bedrijf van de SER. Zo heeft de DSA ondertussen een onderzoek uitgevoerd onder de aangesloten start-ups en scale-ups naar de samenstelling van hun teams. Daarnaast zal de DSA actief onder haar leden werven voor aansluiting bij het Charter voor Diversiteit. “Wat wij daarbij doen, is een voorselectie maken van grotere start-ups of scale-ups. Vaak willen ze al iets doen met diversiteit en inclusiviteit, maar trekken wij ze over de streep. Inmiddels hebben B. Amsterdam en Wordproof al getekend, en staan er nog een aantal andere scale-ups in de wachtrij.”

Diversiteitshelpdesk

Start-ups en scale-ups willen volgens Vles ook zelf graag met diversiteit aan de slag. Ze weten alleen niet waar ze moeten beginnen. “Dat is ook de reden waarom wij voor onze leden een Diversity Desk hebben opgezet. Wij hebben niet zelf alle antwoorden in huis maar werken samen met specialisten. Vergelijk het met een huisarts: die heeft ook niet alle kennis in huis, maar stuurt je door naar een specialist. In dit geval zijn dat bijvoorbeeld de SER, speciale afdelingen bij gemeentes of gespecialiseerde bedrijven en adviseurs.”

Nulmeting en jaarlijkse voortgang

Als onderdeel van de afspraken met de SER heeft de DSA onlangs een nulmeting uitgevoerd om de diversiteit in het start-up ecosysteem in kaart te brengen. De resultaten van dit onderzoek, zoals te lezen valt in het rapport ‘Diversity and inclusion’ zijn niet verrassend. Zo blijkt 62 procent van de teamleden man te zijn, heeft 67 procent een Nederlandse achtergrond, is 70 procent wit, heeft 30 procent een bachelordiploma en 46 procent een mastertitel en is de gemiddelde leeftijd tussen de 20 en 39 jaar. Ook bezit 41,5 procent van de mannelijke teamleden aandelen tegenover een schamele 1,5 procent van de vrouwen, en zijn witte teamleden voor 46 procent aandeelhouder tegenover 15,6 procent teamleden van kleur. 

Thomas Vles

Vles: “Het beeld dat start-ups worden bevolkt door voornamelijk witte mannen van een bepaalde leeftijd blijkt dus aardig te kloppen. Maar goed, eerst was het alleen een gevoel en nu weten we dat. En dus hoeven we daar ook niet langer een discussie over te voeren, maar kunnen we in actie komen. Deze nulmeting dient bovendien als vertrekpunt. Wij gaan deze meting jaarlijks herhalen om de vorderingen bij onze achterban te monitoren.”

Geen woorden maar daden

Naast constateringen over de situatie van het moment bevat het rapport ‘Diversity and inclusion’ ook aanbevelingen. “Het belangrijkste is om te kijken wat je kunt doen in plaats van alleen maar constateren”, aldus Vles. “En vervolgens moet je doelen vaststellen. Het liefst zo concreet mogelijk. Handel niet alleen reactief maar zorg dat diversiteit echt wordt ingebed in je bedrijfscultuur.”

Het moet volgens Vles daarbij niet bij woorden blijven, zoals een mooi verhaal op je website. “Praten is niet genoeg, je moet het echt doen. Oftewel ‘walk the walk’, zoals ze het in het Engels zeggen. Na Black Lives Matter werd het bijvoorbeeld in de VS in sommige gevallen een imagotaak om ‘iets met diversiteit’ te doen. Wij streven naar meer.”

Ook betere prestaties kunnen een motief zijn om meer diversiteit na te jagen. Vles: “Uit onderzoek van onder andere de SER blijkt dat diverse bedrijven beter presteren. Wat ook niet meer dan logisch is, ervan uitgaand dat je bedrijf een weerspiegeling zou moeten zijn van je afzetmarkt. Kijk je bijvoorbeeld naar de Nederlandse markt, dan bestaat die voor 50 procent uit vrouwen en heeft 25 procent een andere etnisch-culturele achtergrond. Dan is het toch niet meer dan logisch dat je bedrijf eenzelfde verdeling heeft?”

Lees ook de andere artikelen in deze serie over diversiteit:

Waarom Constantijn zich druk maakt om teamfoto’s met identieke witte mannen

Diversiteit, innovatie en ondernemerschap: Nederland bekent kleur

‘Op alle fronten diversiteit-bevorderende maatregelen doorvoeren’

Diversiteit in techniek vraagt om rolmodellen