Author profile picture

Zo stil mogelijk schuiven de laatste mensen de grote hal binnen, ze kloppen de natte sneeuw van hun jassen, nemen een slok van hun koffie en ploffen op hun stoel. Achterin de ‘Grande Halle’ in Les Halles in Brussel zwaait ‘de bellenman’ met zijn luide bel. Zo begint de laatste dag van CPDP, een internationaal congres in Brussel over Computers, Privacy, Data en Protection (CPDP). Deze twaalfde editie had als thema databescherming en democratie. “Data is zo alomvertegenwoordigd, we kunnen er simpelweg niet omheen”, vertelt Paul de Hert, voorzitter van het CPDP-platform en verbonden aan de Vrije Universiteit van Brussel. “In de zorg, financiële sector en in de verkiezingen. Het is overal. Daarom is het zo belangrijk om met experts uit al die verschillende sectoren in gesprek te gaan over wat er met data wordt gedaan en welke nieuwe technologie dit oplevert. Maar we kijken ook naar het hele plaatje. Wat voor impact heeft al die data en technologie? Hier benadrukken we dat goede databescherming een fundamenteel onderdeel is van onze democratische samenleving.”

Drie dagen lang bezochten dik 1.500 deelnemers uit alle hoeken van de wereld de Belgische hoofdstad voor dit congres. Verdeeld over zes zalen luisterden ze naar zeker 400 sprekers die met hen in debat gingen over alles rondom data en privacy: van het ontwerpen van technologie tot vormgeven van wetgeving en alle gevolgen voor mensenrechten en de samenleving. Het publiek zo breed als de onderwerpen die aan bod komen. Groepjes studenten die na afloop van de lezingen direct naar een pintje aan de bar grijpen. Beleidsmakers of ondernemers die druk bellend door de gangen hollen. Wetenschappers die na iedere paneldiscussie nog uren op de materie in willen gaan. Daartussen lopen mensenrechten activisten met blauw geverfde haren of neuspiercings. En waar je complete paragrafen uit wetboeken hoort, weet je: advocaten. Wie in dit rijtje (stereo)typeringen zeker niet mogen ontbreken? De hoodies met volgestikkerde laptops in de rol van data-analysten of tech-developers.

Wat komen deze verschillende mensen hier doen en wat steken ze op? Een kleine greep uit de koker:

Student:

Olga Glinicka doet een master internationaal recht in Leiden en kwam hier bij toeval: “Ik ben in de plaats van een jaargenoot die law and digital technologies studeert, zij zijn hier met de hele master. Het is voor mij interessant om hier naar de praktische kant van de wet te kijken. Zo kom ik even uit de academische setting van de universiteit. Ook kom ik hier in contact met mensen die goed zijn met technologie, dat soort mensen kom ik via mijn master weinig tegen. Daar lopen alleen mensen met hetzelfde perspectief als ik. Het is goed om het ook van meerdere kanten te bekijken.”

Wat is de belangrijkste les van deze drie dagen?
“Dat vind ik moeilijk te zeggen. Het is niet perse één boodschap, maar ik heb wel opgestoken dat het goed is om wat vaker buiten je eigen perspectief en comfortzone te kijken. Dat levert toch weer een andere kijk op zaken op.”

Leraar/activist/advocaat:

Wie zich niet zo makkelijk in bovenstaande hokjes laat plaatsten is Marc Rotenberg. Hij geeft les aan de Georgetown Law School in Washington en is de oprichter van Electronical Privacy Information Center (EPIC), een burgerrechten beweging die zich inzet voor meer digitale rechten in de VS. Rotenberg steekt meteen van wal over de grootste overwinning van EPIC: het dwarsbomen van president Trump die in vijftig staten voting data van kiezers wilde opvragen. “In de VS is privacy geen grondrecht, zoals dat bij jullie in Europa wel het geval is. Het is een betwist gebied waar nog veel veranderingen nodig zijn. Overwinningen als deze dragen daar aan bij”, vertelt hij trots.

Dit jaar is alweer de tiende keer dat hij naar Brussel komt. “Ik blijf het iedere keer bijzonder vinden hoe enthousiast mensen hier zijn. Er heerst een hele open sfeer waar mensen openlijk met elkaar in debat kunnen gaan. Ze zijn het lang niet altijd met elkaar eens, maar dat hoort bij een gezonde democratie.” Ook Rotenberg geeft aan dat het hem inspireert dat al deze verschillende disciplines die bij elkaar komen. Het levert hem nieuwe inzichten en ideeën op. En ook inhoudelijk is alles uitstekend verzorgd, zegt hij.

Waarom is het zo belangrijk om over deze onderwerpen in discussie te gaan?
“Technologische veranderingen gaan erg snel, vaak zo snel dat wetgeving of privacyrechten erachteraan hobbelen. Zeker in deze tijd met AI-systemen. Steeds meer gaat automatisch. Volgens mij is het geen strijd waarin het gaat om winnen of verliezen, maar het gaat wel over de toekomst en hoe we willen dat die eruit ziet. En daar ligt nog wel wat werk in het vooruitzicht. AI grijpt steeds meer macht, niet alleen in private sectoren maar ook publieke instellingen als de overheid krijgen er steeds meer mee te maken. Daar maak ik me weleens zorgen over.”