De Brightlands Chemelot Campus groeit hard, de twee nieuwe gebouwen waar deze maand de nieuwe huurders intrekken, zitten nu al voor 90 procent vol. De verwachting is dat er aan het eind van het jaar zo’n 4000 kenniswerkers en studenten op de campus rondlopen. Nu zijn dit er bijna 3000. “Het gaat ongelooflijk hard, deze grootte was pas in 2023 voorspeld. We moeten verder denken, want het zou zonde zijn als er straks voor internationale partijen als Mitsui of lokale uitvindingen als die van Ioniqa geen plek meer is”, zegt CEO van de campus Bert Kip.
Deze sterke groei komt volgens hem omdat de campus gekozen heeft voor drie hoofdthema’s: duurzame materialen, chemische processen en biomedische ontwikkelingen. Daarnaast ziet hij dat het klimaat en de energietransitie steeds belangrijker worden. “Hierin willen we het voortouw nemen door innovaties met een maatschappelijk belang zo snel mogelijk naar de markt te brengen”, aldus Kip.
Als voorbeeld noemt hij een pilot die momenteel loopt bij het Brightlands Materials Center om het energieverbruik in gebouwen terug te dringen. Uit onderzoek blijkt dat ongeveer 40 procent van de energie in gebouwen via de ramen verloren gaat. Om dit terug te dringen hebben onderzoekers een raamcoating ontwikkeld die reageert op temperatuur. Bij warm weer houdt de laag zonlicht tegen en hoeft de airco niet zo hoog, terwijl in de winter de warmte door wordt gelaten. Hiervoor wordt samengewerkt met de Universiteit Hasselt en de Hogeschool Zuyd.
Een ander voorbeeld dat Kip geeft: de fabriek waar Ioniqa vanaf deze zomer PET-afval gaat verwerken tot grondstof voor nieuwe producten. Dat doet Ioniqa niet door het afval te vermalen en er korrels van te maken (mechanisch recyclen), maar door het plastic af te breken tot molecuulniveau (chemisch recyclen). De fabriek produceert zo’n 10.000 ton PET-grondstof per jaar voor nieuwe producten.
Door te renoveren, slopen en flink wat te schuiven kan de campus nog de nodige partijen onderdak bieden. Maar voor nieuwe gebouwen is geen plek meer. “Hiervoor hebben we een terrein van tien hectare ten noorden van de campus in gedachten, een flink gebied. Maar voor nu hebben we nog ruimte. Vooral pilotplants waar uitvindingen op kleine schaal worden geproduceerd en opgeschaald, kunnen we nog even mee vooruit. Binnenkort start ook de bouw van een grote hal met extra onderzoeksfaciliteiten”, aldus Kip.
Maar om echt meer bedrijven, startups en studenten onder te brengen moet de campus bijbouwen. Hiervoor is extra geld nodig dat gedeputeerde van de provincie Limburg Joost van den Akker in Den Haag en Brussel hoopt op te halen (De provincie is een van de aandeelhouders van de campus). “We hebben tientallen miljoenen nodig, liefst meer. In de klimaat alinea van het regeerakkoord is 300 miljoen uitgetrokken voor duurzaamheid en in Europa zijn tal van financieringsmogelijkheden. Niet alleen Interreg, maar ook het innovatiebudget Horizon2020, waar we als Nederland beter op moeten anticiperen. De doelstellingen en projecten sluiten goed aan op de ambitie van de campus om de duurzaamste campus van Noord-West Europa te worden.”
Daarin is geld niet het enige dat telt: “De energietransitie vraagt dat we verder kijken dan de landsgrenzen. Ons energienetwerk is aangesloten op dat van Duitsland, je komt met elkaar in aanraking en werkt daarin samen voor oplossingen. Dat kan op Europees niveau zijn, maar ook als grensregio’s. Voor ons is België of Duitsland dichterbij dan de Randstad”, vertelt Van den Akker. Kip vult hem aan: “Er zitten hier meer dan 80 verschillende partijen met een breed netwerk en technische kennis, dit delen we onderling op de campus om elkaar verder te helpen. Op die manier hebben we een netwerk over heel de wereld.”