De tien grootste campussen van Nederland vragen het kabinet 100 miljoen euro om “het fysieke aspect van onderzoeks- en innovatie-ecosystemen” te stimuleren. Volgens de campussen heeft het kabinet daar te weinig aandacht voor in de Groeibrief die eind 2019 aan de Tweede Kamer is aangeboden.
Het Kabinet heeft in de Groeibrief de groeistrategie voor Nederland op de lange termijn geschetst. Naast het investeren in talent wordt ook het investeren in onderzoeks- en innovatie-ecosystemen genoemd als essentiële factor in het vergroten van het verdienvermogen van Nederland op de langere termijn. “Het fysieke aspect van onderzoeks- en innovatie-ecosystemen missen wij nog in de brief van het Kabinet”, schrijven de campussen nu in een ‘Manifest Toplocaties’. “Terwijl juist het hebben van fysieke campussen essentieel is voor de innovatiekracht van Nederland. Campussen vormen de plek waar toevallige en georganiseerde ontmoetingen leiden tot nieuwe ideeën en bedrijven.”
De tien deelnemende campussen hebben elk hun eigen accenten:
“Juist op campussen en scienceparks waar verschillende ecosysteemspelers dicht bij elkaar zitten en elkaar snel weten te vinden kan de snelheid gemaakt worden die nodig is om snel in te kunnen spelen op kansen die zich voordoen”, zo staat in het manifest. Daarbij wijzen de ondertekenaars op de aanwezigheid van zowel kennisdragers als incubator- en acceleratorprogramma’s, launching customers en corporates die samen essentieel zijn voor het laten ontstaan en opschalen van technologiebedrijven. “Daarbij is een zekere mate van specialisatie per campus gewenst, maar is juist ook de aanwezigheid van meerdere clusters en sectoren van belang om de cross-sectorale innovatie uit te lokken.”
Het Rijk voert momenteel geen actief ‘toplocaties-beleid’ en dat is een gemis, zeggen de campussen. “Wij vragen het kabinet en de politiek daarom te komen tot een nationaal investeringsbeleid voor de toplocaties, als uitwerking van de Groeibrief.” Daarin zou aandacht moeten zijn voor de financiering van vijf specifieke onderdelen van de campusstructuur: Gedeelde faciliteiten voor onderzoek, bereikbaarheid, business development rond crossovers, samenwerking met NFIA en de campusorganisatie zelf.