Author profile picture

Vattenfall gaat camera’s gebruiken om de telling van vogelslachtoffers door windparken op zee te verbeteren. Op dit moment worden theoretische modellen gebruikt om het aantal slachtoffers te schatten, maar zijn er weinig feitelijke waarnemingen die deze modellen kunnen onderbouwen. Het onderzoek vindt plaats bij het windpark Hollandse Kust Zuid.

Elk jaar trekken vele miljoenen vogels over de Noordzee tijdens de voor- en najaarstrek. Schattingen van het aantal sterfgevallen zijn moeilijk te controleren, omdat kadavers in zee vallen en wegdrijven. De inzet van camera’s kan helpen om het aantal vogelslachtoffers beter bij te houden. De technologie werd eerder al gebruikt bij windparken op land, maar het is de eerste keer dat de camera’s op zee worden ingezet.

Jesper Kyed Larsen, bioscience expert bij Vattenfall: “Windindustrie en natuurbeschermers hebben er beide baat bij om te begrijpen welke invloed turbines hebben op vogelpopulaties. Met deze proef testen we veelbelovende camera- en AI-technologie om de telling van het aantal slachtoffers te verbeteren: hoeveel zijn het er en onder welke omstandigheden gebeurt het? Op de langere termijn zal een beter begrip van de risico’s realistische voorspellingen opleveren voor nieuw te bouwen windparken en helpen bij het verfijnen van de procedures die er voor zorgen dat de turbines op de juiste momenten kunnen worden stilgezet.”

16 infraroodcamera’s

Voor dit onderzoek wordt een van de turbines van windpark Hollandse Kust Zuid uitgerust met 16 infraroodcamera’s die alle hoeken van de turbine bestrijken. De camera’s werken 24/7 en gebruiken AI en speciale software om vallende objecten te detecteren en de relevante beelden te selecteren. De camera’s werken ook ‘s nachts en bij slecht weer, zoals bij regen of mist. Ze kunnen kleine vogels spotten tot een afstand van ongeveer 120 meter. Voor grote vogels is het bereik van de camera tot 300 meter. De camera en AI-oplossing worden geleverd door Wildlife Imaging Systems, ze worden geïnstalleerd door Circle Consult Aps.

Het onderzoek begint in augustus en duurt een jaar. Het richt zich op de herfst- en lentetrekperiodes en wordt uitgevoerd in samenwerking met Wageningen Environmental Research, dat deel uitmaakt van Wageningen University & Research (WUR).

Hoog of laag

Elk jaar trekken grote aantallen landvogels langs of over de Noordzee. Ze zijn op weg van broedgebieden naar overwinteringsgebieden, of op de weg terug. Op mooie dagen vliegen zangvogels en steltlopers honderden meters hoog, maar bij slecht weer blijven ze dichter bij de oppervlakte en komen daardoor binnen het bereik van de turbinebladen. De studie helpt om meer inzicht te krijgen in het aantal vogelslachtoffers en de omstandigheden waaronder de aanvaringen plaatsvinden.