‘Juist omdat het zo goed gaat in Brainport Eindhoven, is het zaak om die kracht van vandaag te koppelen aan de uitdagingen van morgen’. Aldus Arnold Stokking, Managing Director Industry bij TNO en initiator van de toekomstverkenning van Brainport Eindhoven; waar liggen kansen voor de regio als het gaat om innovatie en nieuwe business modellen in 2038? In deze tweewekelijkse column lichten Stokking en direct betrokkenen belangrijke punten uit die toekomstverkenning toe.
In de verschillende toekomstscenario’s die we kunnen bedenken, gaan we ervan uit dat met technologie alles mogelijk is. Maar dat betekent ook dat het antwoord op de vraag hoe we ons voorbereiden op de toekomst niét in de technologie schuilt. Het zit ‘m veel meer in de ‘menskant’ waar technologie op kan inspelen. We moeten met andere ogen kijken naar de sociale behoeften en de manieren waarop de maakindustrie daaraan kan voldoen. Want je ziet het pas als je het doorhebt.
Dat klinkt wellicht wat cruijffiaans, dus ik maak het graag concreter. Fraai voorbeeld is een project van het Summa College waarbij mbo-2 studenten als professioneel mantelzorger of als klusjesman/vrouw bij senioren aan de slag gaan. Oudere mensen willen echter niet als ‘zielig’ en ‘hulpbehoevend’ beschouwd worden en jongeren zijn over het algemeen niet makkelijk te motiveren voor ‘bejaardenhulp’. Toch schijnt dit project een enorm succes te zijn. De truc is dat de ouderen tot stagebegeleiders van de studenten/stagiaires zijn benoemd. En dan werkt het wel. We moeten dus heel anders tegen systemen, tegen de reguliere gang van zaken, aankijken. Zou bijvoorbeeld een postbode ook iets kunnen betekenen voor eenzame mensen in zijn wijk? Oftewel; kan een logistiek bedrijf tegelijkertijd een maatschappelijke zorgfunctie op zich nemen? Zaken gaan in de toekomst veel meer door elkaar lopen, verwacht ik.
De hamvraag voor Brainport Eindhoven is dan vervolgens hoe we dat multidisciplinaire principe op businessmodellen kunnen toepassen. Dat vergt creativiteit. Het tot nu toe heersende verdienmodel van ‘ik maak een product, jij koopt dat product’ gaat niet meer op en verschuift naar dienstverlening rond producten en mensen. Daarom is een initiatief als de Eindhoven Engine, waarbij studenten samenwerken met regionale bedrijven, heel goed. Op die manier betrekken we niet alleen jongeren met frisse ideeën bij innovatie, dit biedt ondernemers ook inspiratie voor nieuwe verdienmodellen. Als we dat gedachtegoed uitwerken naar de volgende fase, kan dat uiteindelijk weer (ver)nieuwe(nde) producten opleveren. Producten die aansluiten op de veranderende behoeften van mensen. Wellicht heeft de postbode met zorgtaken een ander uniform nodig met handige geïntegreerde communicatietools en een voertuig dat meer kan dan alleen vracht vervoeren. En dat zie je pas als je het doorhebt. Als je heel fijnmazig de maatschappij inkijkt en sociale behoeften ontdekt. Hoe zou de gereedschapskist van deze mbo-stagiaires er idealiter uit moeten zien?
Ik noem nog een ander concreet voorbeeld. Jammer genoeg niet uit onze regio, maar dat maakt het niet minder slim; de Swapfiets. Een abonnement van 15 euro per maand voor een fiets, met kenmerkende blauwe voorband, die bij een mankement binnen een dag vervangen wordt. De Delftse start-up die dit bedacht, bestaat pas twee jaar en heeft al tienduizend fietsen verhuurd en driehonderd medewerkers in dienst. Een ontzettende hit. En het gaat om een servicemodel dat inspeelt op de groeiende deeleconomie. Anders denken dus. Grote fietsenmerken zijn er niet opgekomen, zelfs venture capital- de grote sponsor van de start-up gedachte – zag er geen brood in. Ik zou zelf ook nooit zo’n omafiets kopen met een rare bagagedrager op het voorwiel en een blauwe band, wie gaat daar 15 euro per maand voor betalen?
Maar innovatie komt niet meer voort uit een klassieke roadmap voor verbetering van producten, zoals ik al in mijn vorige column schreef. Het gaat nu over grote thema’s, we willen oplossingen voor mobiliteit, voor langer gezond leven met sociale verbondenheid, we willen minder energie gebruiken. Je kijkt niet meer naar je Swapfiets als mooie fiets, het uiterlijk doet er niet meer toe, het is een slim vervoersconcept en daar betaal je graag 15 euro per maand voor. Deze alternatieve kijk op vernieuwing gaat een grote impact hebben op de maakindustrie. Technologie wordt meer volgend dan leidend. Klanten in de deeleconomie zijn dienstverleners die groots inkopen in plaats van vele consumenten met al hun individuele wensen.
Waarmee ik zeker niet wil zeggen dat technologie niet meer belangrijk is. Zo zullen fietsen nodig blijven, ook al zien ze er raar uit en worden ze steeds slimmer. Technologie maakt veranderingen mogelijk. Technologie helpt grote maatschappelijke vraagstukken op te lossen, de maakindustrie blijft enorm nodig. Maar een klassieke product roadmap wordt vervangen door service roadmaps. Innovatie komt uit onverwachte hoek, begint vaak zeer kleinschalig en wordt gedreven door de enorme behoefte om onze grote maatschappelijke uitdagingen op te lossen! Onze maakindustrie gaat daar zeker aan bijdragen, maar we hebben wel heel andere voelsprieten nodig dan voorheen!
Om de toekomst van Brainport Eindhoven zo breed mogelijk in kaart te brengen, zijn alle ideeën meer dan welkom. Wie graag mee wil denken, kan contact opnemen via [email protected]