Elke buitenstaander die naar de cijfers kijkt kan slechts een conclusie trekken: Brainport is een immens economisch succes. Enkele highlights over de afgelopen 10 jaar: een bovengemiddelde economische groei, een ondergemiddelde werkloosheid, 7% meer starters dan elders, 19% meer sterke groeiers dan gemiddeld, publiek gefinancierde research & development is verdubbeld. En dat viel zo op, dat het aantal internationale kenniswerkers de afgelopen vijf jaar verdrievoudigde.
Het gaat verder. Van de top-7 Nederlandse high tech bedrijven komen er vijf uit Brainport. Extra knap daarbij is dat ook het midden- en kleinbedrijf een afspiegeling van dat beeld is. In heel Nederland is het aandeel “nieuwe producten” (minder dan drie jaar op de markt) voor de omzet zo’n 9%. In Brainport is het bijna drie keer zoveel. Tenslotte: elke baan in de high tech leidt tot 8 tot 10 andere nieuwe banen, zoals in productie, logistiek en service. Waarvan de hele regio dus meeprofiteert.
Wat een succesverhaal. En toch vond de Stichting Brainport dat het tijd werd voor een nieuwe koers. Deze kwam, op de eerste dag van de Dutch Technology Week, voor velen als een complete verrassing. Zozeer zelfs, dat er behoorlijk kritische vragen kwamen over het hoe en waarom. Logisch, want “changing a winning team” brengt nogal wat risico’s met zich mee.
Achteraf snapt Imke Carsouw (directeur Stichting Brainport) die kritiek ook wel, maar dat doet voor haar niets af aan het belang van de voorgenomen stappen. Je moet tenslotte het dak repareren als de zon schijnt. Carsouw: “Een van de punten die we beter willen doen zit in de communicatie. Niet meer alleen zenden, zoals in de pioniersjaren, maar vooral ook interactie. Praten met de mensen die Brainport maken tot wat het nu is. Met al die kenniswerkers en internationale studenten bijvoorbeeld, van wie nu nog maar 27% na een paar jaar in de regio blijft. Dat percentage moet hoger kunnen.”
Multi helix
Het voorbeeld typeert de omslag van de triple helix (de succesvolle samenwerking van overheid, kennisinstellingen en bedrijfsleven) naar de multi helix, waarbij ook een rol is voor de diverse andere spelers in het veld. Carsouw ziet daarbij een toekomst voor zich met living labs op tenminste vijf terreinen: gezondheid, energie, mobiliteit, voedsel en veiligheid. “Daarmee maak je automatisch de slag naar een actievere rol voor de bevolking zelf. En zo zie je ook meteen dat het niet alleen draait om economisch succes, maar dat sociale en culturele aspecten minstens zo belangrijk zijn. Neem het living lab rond gezondheid: we zetten de techniek in om chronisch zieken langer thuis te laten wonen. Dat is technisch en economisch interessant, maar zeker ook sociaal. Ouderen moeten in staat zijn om techniek toe te passen, maar er ook toe bereid zijn. Door het contact met een wijkverpleegkundige te vervangen door een apparaat, kan het risico op eenzaamheid groter worden. ”
Carsouw waakt ervoor een al te grote broek aan te trekken met haar organisatie. “Wij realiseren niet het economisch succes van Brainport. Dat doen de bedrijven. Wat wij daaraan toevoegen is al die zaken zichtbaar maken, versterken en waar nodig met elkaar verbinden. Hier en daar kunnen we op die manier een duwtje geven, iets dat net het verschil kan maken. Soms strategisch, soms in de huisvesting of met specifieke projecten en dan weer in een gezamenlijke branding. Je moest eens weten hoeveel mensen ons vragen of ze die naam Brainport niet aan hun organisatie mogen verbinden!”
Dat laat onverlet dat Den Haag en Brussel Brainport intussen beter lijken te kennen dan de bewoners in de regio zelf. “Een op de tien mensen in de sectoren die voor Brainport van belang zijn, kent ons. Wereldwijd! Dat is enorm. Maar inderdaad, onderaan de vuurtoren is het vaak het donkerst; we zullen nog veel energie moeten steken in het bekend maken wat wij doen aan onze eigen regiogenoten. Zo denken nog heel veel mensen dat wij er alleen voor het grote bedrijfsleven zijn – wat juist niet het geval is.”
Brainportscholen
Als voorbeeld noemt Carsouw het succes van de Brainportscholen. “Inmiddels gaan we richting acht, maar het begon vorig jaar met drie scholen: Strabrecht College in Geldrop, Heerbeeck College in Best en Jan van Brabant in Helmond. Zij zijn samen gaan nadenken over de vraag hoe ze hun leerlingen – waarvan het merendeel na hun opleidingen in deze regio blijft hangen – nog beter kunnen voorbereiden op een toekomst vol technologie. Op een gegeven moment klopten ze bij ons aan met de vraag of we dat niet op een of andere manier konden ondersteunen. Daaruit is het principe van de Brainportschool ontstaan, een concept waarbij wij kunnen helpen met projectorganisatie, connecties met bedrijven en instellingen en de specifieke invulling van het programma. Alles vanuit de gedachte dat deze kinderen moeten leren hoe ze zich moeten blijven aanpassen aan een altijd veranderende omgeving. Voor de toekomst lijkt dat nog belangrijker te worden dan nu.”
Grappig de tekst boven het artikel. Maar raken we niet wat verblind door het felle licht en zien we alleen maar de contouren en minder de details?
Fijn dat er mooie cijfers gemeld kunnen worden, we groeien telkens door. Onze economie is booming.
Maar als burger van deze stad zie ik om mij heen dat slim en sterk het zwakke vertrapt. Tussen de minder slimme, de minder sterke dreigt, nee is al een kloof.
De cijfers van de voedselbank stijgen, het aangeboden werkcontract is tijdelijk en wordt minimaal beloond. De eisen om 24/7 klaar te staan op oproepbasis zijn er meer en meer.
De sociale cohesie wat betreft de zwakkeren, de senioren is ver te zoeken. We worden dagelijks overspoeld met verhalen van “hoe het in de werkelijk mis gaat”. Wat met al die techniek als er geen gebruik van kan worden gemaakt door misschien diegene die het ’t harst nodig hebben? Dat de middelen alleen beschikbaar zijn voor de “bovenlaag”?
We vinden van alles uit om het milieu te testen, maar daadwerkelijk zorgen voor een goede, gezonde omgeving dat is de taak van de markt dat klinkt zo mooi op papier. Maar ondertussen willen we sneller en sneller.
U heeft het over communiceren en terecht wordt vermeld dat Brainport bekender is ver weg dan dichtbij. Alleen om te beginnen bij de kenniswerkers en internationale studenten is misschien zinvol maar mag ik ook de gewone mens op de straat adviseren?
Dan is Brainport een gezicht voor ons allemaal en niet voor uitzonderingen.
Burgervrouw snijdt een essentieel punt aan, alleen maakt ze in mijn ogen dezelfde ‘communicatiefout’ als de Brainport regio. Vergeten wordt dat de economische successen van de regio echt niet alleen terechtkomen bij de slimmeriken. De gewone bedrijven op gewone bedrijventerreinen in de regio profiteren als toeleverancier, via uitbesteding en economische samenwerking in de regio net zo goed. Het punt is alleen dat in de communicatie, het nieuws en de best practices uit de regio te weinig aandacht is voor de totale werkgelegenheidseffecten. Dit mag de regio zich aantrekken, want zo vervreemd je je eigen inwoners van het economische mooie verhaal van de regio. Het sociaal-economisch verhaal moet veel meer worden uitgedragen.
Mijn kritiek op de plannen en berichtgeving van de regio is dat men te lichtzinnig denkt over de basics die meer en meer de kwaliteit van leven in de regio bepaalt. Met name de binnensteden en centra van de dorpen worden steeds belangrijker voor het binden en boeien van mensen. Vanuit Fontys gaan we hier met de regio naar onderzoek naar doen. In eerdere artikelen op de e52 site heb ik al eens voorspeld dat de zone station-binnenstad Eindhoven wel eens de positie van de campussen over kan nemen als broed en ontmoetingsplaats. Hiermee speelt de regio – mits men meer inzet op de basics – ook in op kritiek van burgervrouw. De binnenstad biedt nl juist veel werk ook voor de minder hoogopgeleiden zal ik ze maar noemen. Als laatste pleiten we al langer voor meer aandacht voor schone, hele en veilige bestaande bedrijventerreinen. Hier zit zeker 30% van al het werk en dit is laag! midden en hooggeschoold werk. Ook rond dit soort topics lag de nadruk teveel op abstracte termen als parkmanagement, verduurzaming, verloedering en te weinig op sociaal-economische belang en de vele banen die hiervan profiteren. Een mooie uitdaging voor de eerste nieuwsbrief van de Brainportregio na de zomer en e52 pakt dit zeker ook op. Hopelijk leest het Eindhovens Dagblad en Eindhoven Dichtbij ook mee, want zij bereiken de ‘ gewone man’ waar burgervrijheden over schrijft nog beter.