Wat kun je met technologie bedenken om een ei valproof te maken? En Hoe zorg je ervoor dat een skelter ‘slimmer’ wordt? Over deze en vele andere vragen buigen basisschool leerlingen van groep 6,7 en 8 zich op de AutoTech op donderdag 26 mei op de Automotive Campus in Helmond tijdens de Dutch Technology Week.
E52 maakt een serie artikelen ter voorbereiding op de Dutch Technology Week (23-29 mei). Dit is het negende deel. Hier de eerdere delen
Maar er is meer. E52 in gesprek met Peter Cox van Brainport over de toekomst van het onderwijs.
“De AutoTech is op een ludieke manier leren”, legt Peter Cox uit. “Kinderen onderzoeken van alles, ze zien bijvoorbeeld hoe verschillende onderdelen van auto’s werken. Neem de deur van een vrachtwagen, ze staan versteld als ze zien wat daar allemaal in zit. Dat spreekt tot de verbeelding. Die beleving is heel erg belangrijk.”
Op woensdag kunnen basisscholen terecht op de High Tech Campus, daar maken leerlingen van groep 7 en 8 kennis met verschillende bedrijven op de campus tijdens High Tech 2 Discover. Het zijn geen ‘saaie’ bedrijfsbezoekjes. Er is veel te doen voor de kinderen. “Het gaat bij deze doelgroep echt om de verwondering, de beleving.” Enthousiast pakt Cox zijn laptop erbij en laat een filmpje zien.
“Dit is prachtig! Hier zie je hoe kinderen denken. Ze hebben van nature een ondernemende houding en willen de wereld ontdekken. Die nieuwsgierigheid proberen wij te prikkelen.”
3O leren
Hiermee doelt Cox op het 3O leren dat Brainport in samenwerking met verschillende basisscholen in de regio ontwikkelt. 3O staat voor onderzoeken, ontwerpen en ondernemen. Er wordt meer afstand gedaan van het lineair onderwijs, minder in vakken gedacht en meer naar het interessegebied van de leerling.
“Vroeger was het zo dat je werd opgeleid als lasser, of als timmerman. Dat gebeurt al lang niet meer zo. Alles is veel veranderlijker geworden met de nieuwe technologie, daarom moet ook het onderwijs mee veranderen. Je ziet dat basisschoolleerlingen die met de klas op bezoek zijn geweest bij een bedrijf, dat maar twee of drie ervan het echt interessant vinden. De rest vertelt thuis dat ze een Mars hebben meegekregen. Als je deze leerlingen zelf laat nadenken over wat ze interessant vinden of willen weten, dan steken ze ergens veel meer van op.”
Als voorbeeld geeft hij een project geschiedenis. “Leerlingen stellen zich de vraag, wat wil ik leren? Dus ze zijn dan niet bezig met opgelegde stof, maar gaan zich verdiepen in hun eigen interesses. De één gaat iets onderzoeken over de oude Egyptenaren terwijl de ander de Tweede Wereldoorlog weer interessant vindt. Het gaat dus heel erg van extrinsiek naar intrinsiek.”
Dit legt een grotere verantwoordelijkheid bij de leerlingen zelf, zijn deze kinderen daar op zo’n jonge leeftijd al klaar voor? Cox denkt van wel, mits je het in stapjes doorvoert. “Als iemand niet kan zwemmen, moet je hem ook niet in één keer in het zwembad kieperen. Zolang je de kinderen goed begeleidt en ze bewust maakt waar ze mee bezig zijn leren ze vanzelf met die verantwoordelijkheid omgaan.”
Toekomst
De toekomst van het onderwijs gaat zich volgens Cox steeds meer richten op ontwikkeling van de zogenaamde 21st century skills. “Dit gaat om samenwerken, probleemgericht, creatief en probleemoplossend-denken. Hierin is het proces hoe iets tot stand komt erg belangrijk. Dus wat wil ik leren? Hoe ga ik dat doen? Ook gaan kinderen meer naar buiten treden, communiceren met experts over het onderwerp waarover ze iets willen weten. Dan beginnen ze weer vooraan; Hebben ze geleerd wat ze wilden? Zo niet dan gaan ze weer schaven aan de vragen. In Duitsland zijn ze hier al een stuk verder mee dan wij hier in Nederland. Als je ziet wat kinderen daar op tien, elf-jarige leeftijd rapporteren over leerprocessen, daar zouden studenten bij Fontys jaloers op zijn.”
Ook de rol van de leraar gaat door deze ontwikkeling veranderen, volgens Cox. Leraren zullen volgens hem steeds meer in de rol van coach of begeleider kruipen.
Frontrunners
Brainport werkt in de regio samen met verschillende scholen die belang zien bij de verandering van het onderwijs en aanleren van ‘nieuwe’ vaardigheden. “De bedoeling is om docenten die vooruit willen, de frontrunners, met elkaar te verbinden, zij kunnen zo kennis uitwisselen en nieuwe manieren van onderwijs ontwikkelen.”
Eén van die manieren om kinderen die nieuwe vaardigheden bij te brengen is ontwikkeld door een Helmondse leerkracht, Cindy Raaymakers. “Zij heeft een soort placemat bedacht, waar kinderen stapje voor stapje de onderzoeksfase kunnen doorlopen. Het is iets heel kleins, maar dit gaat het onderwijs in de toekomst compleet veranderen.”