Author profile picture

Kunstmatige intelligentie, digitalisering en automatisering transformeren de maakindustrie. Deze nieuwe technologie belooft efficiëntie en kwaliteitsverbetering, maar stelt ook nieuwe eisen aan personeel en veiligheidsnormen. Het inpassen van digitale technologie in de maakindustrie vraagt om een nieuwe benadering, waarbij de mens centraal staat. Veel bedrijven en organisaties missen een helder begrip van de mogelijkheden die digitalisering, AI en data science bieden.

Dat is waarom Mikrocentrum volop inzet op cursussen over dit onderwerp. Wij vroegen drie experts – Fieke van Boxmeer, Albert van Breemen en Harm Bodewes – naar hun kijk op de ontwikkelingen in de maakindustrie. Alle drie zijn ze het erover eens: digitalisering, automatisering en AI kunnen een gamechangers zijn voor de maakindustrie, maar dan moet er wel iets gedaan worden aan het gat tussen bijvoorbeeld AI en toepassingen in de praktijk.

Waarom dit belangrijk is:

De belofte van automatisering, digitalisering en AI voor de maakindustrie zijn groot. Maar, hoe kan de sector deze belofte inlossen? Door (toekomstig) personeel met de juiste skills spelen daarin een belangrijke rol. Fieke van Boxmeer, Albert van Breemen en Harm Bodewes zorgen ervoor dat het gat tussen de technologie en de praktijk kleiner wordt.

Albert van Breemen

‘Bedrijven kunnen vertaalslag van AI naar praktijk alleen maken met de juiste kennis in huis’

Waar AI nu volle zalen trekt, was dat in de jaren negentig, toen Albert van Breemen promoveerde, wel anders. Zijn professor adviseerde hem op iets anders dan AI te focussen, want dat ging “nooit wat worden.” Inmiddels is Van Breemen ceo en cto bij VBTI: een AI-engineeringbedrijf dat deep learning-oplossingen ontwikkelt voor bedrijven op het gebied van landbouw en productie en verzorgt hij deep learning masterclasses voor Mikrocentrum.

“Neem een taalmodel, zoals ChatGPT. Van het ene op het andere moment was het er en moesten mensen op zoek naar toepassingen, mogelijkheden en zich verdiepen in de kennis. Grote bedrijven zoals Philips en ASML hebben veel resources om AI te implementeren, maar het mkb heeft dat niet. De vertaalslag van AI naar industriële toepassingen kunnen bedrijven niet maken, als ze niet weten wat er allemaal mogelijk is.”

En dat is precies waarom Van Breemen in zijn masterclasses Computer Vision en Deep Learning focust op toepassing van deze technologieën in de praktijk. Bovendien: iedereen die de cursus volgt, krijgt het netwerk van medestanders die ook zoeken naar toepassingen, en cursusleiders die daarbij kunnen helpen, er automatisch bij.

Een voorbeeld van toepassingen in de maakindustrie, noemt van Breemen een computer vision robot die VBTI ontwikkelde. “Een van onze klanten maakt een complexe mechatronische module voor een hightech bedrijf. Bij het assembleren van die module worden soms fouten gemaakt en is dus inspectie nodig. VBTI heeft een robot gemaakt die op basis van computer vision en AI zelfstandig op zoek gaat naar onderdelen die missen, vlekjes of krassen. Die robot tikt een lijst van vijfhonderd checkboxen af, via een compleet geautomatiseerd en gestandaardiseerd proces. Dat levert goede kwaliteit, reduceert de productiekosten en maakt het werk van werknemers veel gevarieerder.”

Harm Bodewes

‘Er wordt veel gepraat, maar vaak nog weinig gedaan met AI’

Ook Harm Bodewes is zijn hele werkzame leven al bezig met data en het verwerken daarvan. In 1991 studeerde hij af op data modellering. Tijdens corona vond hij het tijd voor een carrièreswitch en begon aan een studie data science. Nu staat hij zelf voor de klas en verzorgt hij de cursus AI voor Managers bij Mikrocentrum. 

“Ik merk vaak dat er bij bedrijven veel gepraat, maar weinig gedaan wordt met AI. Zo wordt er veel over predictive maintenance gesproken, maar als je kijkt hoeveel mkb’ers daar daadwerkelijk mee aan de slag gaan, dan valt dat tegen.” Dat komt deels doordat ondernemers vaak druk zijn en andere prioriteiten hebben, denkt Bodewes, maar ook omdat er kennislacunes bestaan als het gaat om AI toepassen in je bedrijf.

De aanname dat iedere cursus over AI direct heel wetenschappelijk of ingewikkeld is, helpt Bodewes graag uit de wereld. “In de cursus AI voor Managers proberen we op toepassingen te komen voor mensen in hun eigen werkveld. Dus: waar kun je nou waarde creëren in het toepassen van AI? Op de eerste dag zetten we uiteen wat de opties zijn, op dag twee en drie kijken we hoe cursisten die opties kunnen toepassen in hun eigen bedrijf.” Als voorbeeld noemt hij smart lighting. Dus: met behulp van bewegingssensoren en slimme algoritmes voorspellen wanneer en waar de lichten aan en uit moeten, in plaats van dat alle lichten altijd overal branden. “Dat is een van de vele voorbeelden die laat zien hoe AI op een laagdrempelige manier onderdeel kan worden van je bedrijf. In de cursus werkt iedere cursist een dergelijk voorbeeld uit in een zogenaamd AI Project Canvas, zodat ze na de cursus direct van start kunnen met een ‘echt’ AI-project binnen hun bedrijf.”

‘We willen ondernemers laten zien hoe digitalisering voor ze kan werken’

Fieke van Boxmeer

Fieke van Boxmeer is projectleider van het consortium Digital Industry Boost, waarvoor Mikrocentrum samen met partners (Summa College, Fontys Hogeschool en Brainport Industries) in september vorig jaar een subsidie van zeven miljoen euro van het Ministerie van Economische Zaken binnenhaalde.

“De Brainportregio groeit razendsnel en een van de belangrijkste vragen is: hoe kunnen we meer doen met minder mensen? Met de Digital Industry Boost helpen we de hightech- en maakindustrie om dat voor elkaar te krijgen door middel van digitalisering en automatisering.”

Mikrocentrum ontwikkelt in dit project praktijkgerichte opleidingen onder andere op het gebied van AI. In deze markt, waarin de ontwikkelingen razendsnel gaan, is het essentieel om het werkveld te betrekken bij wat er ontwikkeld wordt. “We willen graag van de bedrijven horen wat zij verwachten van een toekomstige medewerker en met welke ontwikkelingen zij te maken krijgen, zodat wij dat kunnen omzetten naar innovatieve, kwalitatieve cursussen en opleidingen.”

Over vier jaar, als het programma op zijn einde loopt, hoopt Van Boxmeer dat Mikrocentrum hét loket is waar hightech- en maakbedrijven terechtkunnen voor het ontwikkelen van de flexibele en goed opgeleide medewerker van vandaag en morgen. “Maar we willen ook graag nog sneller en flexibeler inspringen op de vragen van morgen, zodat we kunnen bijdragen aan een sterkere concurrentiepositie en grotere innovatiekracht van onze klanten.”

Samenwerking

Dit artikel is gemaakt in een samenwerking tussen Mikrocentrum en onze redactie. Innovation Origins is een onafhankelijk journalistiek platform dat zijn partners zorgvuldig uitkiest en uitsluitend samenwerkt met bedrijven en instellingen die achter onze missie staan: het verhaal van innovatie verspreiden. Op die manier kunnen wij onze lezers waardevolle verhalen aanbieden die volgens journalistieke richtlijnen tot stand zijn gekomen. Wil je meer weten over hoe Innovation Origins samenwerkt met andere bedrijven? Klik dan hier