Author profile picture

Samenvatting van dit artikel:
– 1 op de 10 mensen in het Verenigd Koninkrijk is getroffen door een auto-immuunziekte
– deze bevinding is veel hoger dan eerdere schattingen
– er is bewijs gevonden dat sociaaleconomische, seizoensgebonden en regionale verschillen een rol spelen, wat betekent dat auto-immuunziekten niet alleen berusten op genetische verschillen

Baanbrekend onderzoek van de Universiteit van Oxford waarin 22 miljoen mensen zijn onderzocht, toont aan dat auto-immuunziekten 1 op de 10 personen treffen. Deze bevinding is aanzienlijk hoger dan eerdere schattingen van drie tot negen procent. Wetenschappers van verschillende instellingen werkten samen aan het onderzoek en keken naar negentien veel voorkomende auto-immuunziekten, zoals reumatoïde artritis, diabetes type 1 en multiple sclerose.

Er werden sociaaleconomische, seizoensgebonden en regionale verschillen gevonden, wat erop wijst dat aanpasbare risicofactoren zoals roken, obesitas en stress kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van deze aandoeningen. Bovendien bevestigt het onderzoek dat personen met één auto-immuunziekte meer kans hebben om een tweede te ontwikkelen. De studie benadrukt de noodzaak van verder onderzoek om de onderliggende oorzaken te begrijpen en gerichte interventies te ontwikkelen om omgevings- en sociale risicofactoren te verminderen, schrijft de universiteit in een persbericht.

Het mysterie van auto-immuunziekten ontrafelen

Auto-immuunziekten ontstaan wanneer het immuunsysteem, dat zich normaal gesproken tegen infecties verdedigt, ten onrechte gezonde cellen in het lichaam aanvalt. Er zijn meer dan tachtig verschillende soorten auto-immuunziekten bekend, en de precieze oorzaken, met name wat betreft de bijdrage van genetische aanleg of omgevingsfactoren, zijn grotendeels een mysterie gebleven. Dit maakte het moeilijk om grote studies uit te voeren en betrouwbare schattingen te maken om deze vragen te beantwoorden.

Een consortium van deskundigen in epidemiologie, biostatistiek, reumatologie, endocrinologie en immunologie van de KU Leuven, het University College London, de Universiteit van Glasgow, het Imperial College London, de Universiteit van Cardiff, de Universiteit van Leicester en de Universiteit van Oxford heeft de handen ineengeslagen om enkele van deze vragen te beantwoorden. Met behulp van geanonimiseerde elektronische medische dossiers van 22 miljoen personen in het Verenigd Koninkrijk onderzochten zij 19 van de meest voorkomende auto-immuunziekten. Hierbij is gekeken naar of het aantal gevallen in de loop der tijd toeneemt, wie het meest door deze aandoeningen wordt getroffen en hoe verschillende auto-immuunziekten naast elkaar kunnen voorkomen.

Verrassende bevindingen en nieuwe patronen

Uit het onderzoek bleek dat de 19 bestudeerde auto-immuunziekten ongeveer 10% van de bevolking treffen, waarvan 13% van de vrouwen en 7% van de mannen. Dit is veel hoger dan eerdere schattingen, die vaak gebaseerd waren op kleinere steekproeven en minder auto-immuunziekten omvatten. De studie vond ook aanwijzingen voor sociaaleconomische, seizoensgebonden en regionale verschillen bij verschillende auto-immuunziekten, wat erop wijst dat dergelijke verschillen waarschijnlijk niet uitsluitend te wijten zijn aan genetische verschillen en dat mogelijk beïnvloedbare risicofactoren zoals roken, zwaarlijvigheid of stress een rol spelen bij de ontwikkeling van sommige auto-immuunziekten.

Bovendien bevestigde het onderzoek dat in sommige gevallen iemand met één auto-immuunziekte meer kans heeft om een tweede te ontwikkelen dan iemand zonder auto-immuunziekte. Deze bevinding brengt nieuwe patronen aan het licht die waarschijnlijk de basis zullen vormen voor verder onderzoek naar mogelijke gemeenschappelijke oorzaken van verschillende auto-immuunziekten. De studie ontdekte bijvoorbeeld dat sommige auto-immuunziekten vaker samen voorkwamen dan op basis van toeval of verhoogde surveillance alleen zou worden verwacht, maar dat dit verschijnsel niet voor alle auto-immuunziekten gold. Multiple sclerose kwam bijvoorbeeld weinig voor in combinatie met andere auto-immuunziekten, wat wijst op een afzonderlijke pathofysiologie.

Implicaties

Eerste auteur van het artikel, dr. Nathalie Conrad, gaf commentaar op het belang van de bevindingen: “We stelden vast dat sommige auto-immuunziekten vaker samen voorkomen dan op basis van toeval of verhoogde surveillance alleen zou worden verwacht. Dit zou kunnen betekenen dat sommige auto-immuunziekten gemeenschappelijke risicofactoren hebben, zoals genetische aanleg of milieu-triggers.”

Bronnen die Laio gebruikte om dit artikel te schrijven: