Author profile picture

In de vorige eeuw schreven Nederlandse dagbladen vaak in utopische (‘ongelooflijk werktuig’) of juist dystopische metaforen (‘metalen sukkel’) over kunstmatige intelligentie. Anno 2022 berichten media steeds realistischer over AI. Dat concludeerde Jessy de Cooker (Fontys) in zijn onderzoek ‘De Robot en de Journalist’ dat hij uitvoerde in samenwerking met het medialab SETUP.

Eind vorig jaar waarschuwde de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) voor mogelijke negatieve effecten van berichtgeving door Nederlandse media over AI. Volgens de Raad zijn er “extreme beelden ontstaan rondom kunstmatige intelligentie.” WRR acht het belangrijk dat de technologie ‘gedemistyficeerd’ wordt, omdat een angstige houding ten opzichte van AI kan zorgen voor een “afkeer van de technologie.”

Grote rol journalistiek

Jessy de Cooker. Beeld: Marcia van der Kraan (Fontys)

De journalistiek speelt dus een grote rol in het vormen van de publieke opinie rondom AI. De Cooker (28) zag dat er steeds meer onderzoek verscheen over berichtgeving van internationale media over de technologie. Onderzoek naar Nederlandse media en kunstmatige intelligentie bleef uit, terwijl dat volgens de onderzoeker juíst belangrijk is.

“Mensen komen zelf vaak niet direct in aanraking met AI. Tuurlijk, we hebben allemaal een smartphone en kunnen ons verstaanbaar maken via GoogleTranslate, maar daarbij leggen we niet direct de link met kunstmatige intelligentie. De perceptie die mensen hebben over AI wordt dus voor een groot deel gevormd en beïnvloed door journalistieke berichtgeving. Vanuit dat beginsel is het heel belangrijk om vast te stellen hoe media schrijven over de technologie.”

Nulmeting voor berichtgeving over AI

De jonge onderzoeker kwam in contact met het Utrechtse medialab SETUP, waar ze al langer met de gedachten speelden om in kaart te brengen hoe media over AI berichten. Hun gezamenlijke onderzoek is een nulmeting waarin geanalyseerd wordt hoe vijf Nederlandse dagbladen (AD, de Volkskrant, NRC Handelsblad, De Telegraaf en Trouw) de afgelopen vijftig jaar over AI schreven.

Data verorberen

In de analyse focust De Cooker op het gebruik van metaforen. Metaforen helpen mensen om fenomenen te begrijpen en zin te geven. De stijlfiguur is een van de belangrijkste communicatieve instrumenten om complexe onderwerpen, zoals nieuwe technologieën, uit te leggen, aldus de onderzoeker. “Metaforen helpen mensen nieuwe fenomenen te begrijpen en zin te geven. Een goed voorbeeld is: ‘een systeem dat data verorbert’. Deze personificatie van het verwerken (en opeten) van de gegevens is een manier om een abstract proces te beschrijven en te duiden voor lezers die weinig of geen achtergrondkennis hebben over het onderwerp. Door de technologie te vergelijken met menselijke handelingen, kan een journalist vrij simpel uitleggen hoe AI werkt.”

Beeld: Fontys

Minder metaforen nodig

Maar, metaforen kunnen ook makkelijk een negatief beeld veroorzaken. “Zoals: ‘AI-systeem als digitale dictator.’ De term ‘dictator’ roept angst op.” De Cooker onderzocht het gebruik van metaforen in honderden krantenartikelen uit 1971, 1981, 1991, 2001, 2011 en 2021. Vooral in de eerste drie jaren werden procentueel gezien meer metaforen gebruikt dan in de 21ste eeuw.

“Ik denk dat dat komt omdat we steeds minder metaforen nodig hebben. Kunstmatige intelligentie zit veel meer verweven in onze maatschappij, we hebben minder simpele uitingsvormen nodig. Zowel de journalist als de lezer heeft meer kennis over de technologie.”

Creatieve afbeeldingen

Het onderzoek was niet alleen gericht op tekstuele metaforen, ook afbeeldingen werden geanalyseerd. Daarbij viel duidelijk op dat kranten creatief zijn met het gebruik van afbeeldingen bij artikelen. Waar De Cooker vooraf aannam dat er veel stockmateriaal met eentjes en nulletjes voorbij zou komen, bleek dat achteraf mee te vallen. “Dagbladen zijn heel creatief met een vrij abstract onderwerp. In mijn onderzoek heb ik veel originele illustraties gezien.”

Geen duidelijke lijn per krant

Wat ook opvalt is dat er per krant geen duidelijke lijn te trekken is in het gebruik van metaforen. “Ik heb niet kunnen stellen dat bijvoorbeeld de Telegraaf alleen maar dystopische metaforen gebruikt om zich kritisch uit te laten over AI. Per krant schrijven er veel verschillende journalisten over de technologie en komen er zowel positieve als negatieve metaforen naar boven wat betreft de toepassing van AI.”

Journalisten van de vijf grote dagbladen bewegen zich vaak over gebaande paden, zag De Cooker. “De vraag of de technologie de mens zou gaan vervangen bijvoorbeeld, die heb ik regelmatig voorbij zien komen en dat vind ik zo’n dooddoener. Ik ben van mening dat er een grote rol voor het journalistieke onderwijs is weggelegd om journalisten breder op te leiden, zodat er een grotere groep jonge journalisten komt die over de digitale toekomst kan schrijven en maken. Maar ook zodat ze makkelijker door de PR van commerciële bedrijven heen kunnen prikken en bewust – of onbewust – weg kunnen blijven van clichémetaforen.”

“Ik ben van mening dat er een grote rol voor het journalistieke onderwijs is weggelegd om journalisten breder op te leiden, zodat er een grotere groep jonge journalisten komt die over de digitale toekomst kan schrijven en maken.”

Jessy de Cooper

De afgelopen tien jaar zag de onderzoeker een gigantische piek aan berichtgeving over AI. “De technologie zit steeds dieper in ons leven verweven. We zitten in een momentum waarin we de toekomst vormgeven. Journalisten doen het steeds beter, maar er is ruimte voor meer diepgang in verhalen over AI, en technologie in het algemeen. Dat geldt ook voor afbeeldingen bij de artikelen. Minder ‘robots’, maar meer alledaagse praktijken waarin we AI toepassen, om zo duidelijk te maken welke rol AI in onze samenleving vervult.”

omslagfoto: Fontys