Frits van Hout, in het dagelijks leven als Chief Program Officier lid van de directie van ASML, is als voorzitter van de klankbordgroep de grote drijvende kracht achter de Dutch Technology Week. We spraken met hem over belang en plezier van techniek en de gedachten achter DTW, die dit jaar van 23 tot 28 mei plaatsvindt.
Als er één doel aan de Dutch Technology Week verbonden is, dan is het wel het enthousiasmeren van de jeugd. “Het is niet ingewikkeld om vast te stellen dat onze generatie niet in staat zal zijn om alle problemen van de volgende te gaan oplossen”, zegt Frits van Hout (1960). “Maar als er te weinig aanwas is van nieuwe generaties, gaat het dus geheid mis. Vandaar dat we nu zo de nadruk leggen op het verhaal achter de maakindustrie. Dat hebben we veel te lang nagelaten.”
Dat DTW-verhaal kent twee kanten: het ontkrachten van de vooroordelen en het benadrukken van de werkelijkheid. Van Hout: “Er zijn toch nog steeds mensen die denken dat de maakindustrie vies is, ingewikkeld en iets voor jongens. Helaas, want daar klopt weinig meer van. Door tenminste een week per jaar de deuren open te gooien, kunnen we laten zien dat techniek leuk is, dat het een sociaal proces is en dat we samen mooie oplossingen voor maatschappelijke problemen weten te bedenken. En inderdaad, dat het helemaal niet vies is. De grote truc van de DTW is dan ook: maak het makkelijk om binnen te komen op plekken waar je normaal gesproken niet binnenkomt en je zult zien dat iedereen na afloop verbaasd is dat er zoveel moois gebeurt. En dat ze blij zijn dat ze dat nu wel weten.”
https://youtu.be/OXjpWJktN6Q
“Door dat onderlinge vertrouwen krijgen we het hier voor elkaar.”
Frits van Hout doet geen moeite zijn trots over de prestaties van de maakindustrie in de regio Brainport te verbergen. En dat gaat verder dan zijn “eigen” ASML. Vanaf de twintigste verdieping van de ASML-toren aan de rand van Veldhoven, heeft hij een prachtig zicht op de stad. “Wat je daar allemaal ziet, dat is meer dan de helft van onze supply chain. Zonder al die bedrijven zijn wij nergens, het komt echt aan op slim samenwerken. Zeker in de maakindustrie: ja, het hoofd en het hart zijn belangrijk bij de vorming van een bedrijf, maar zonder handen gaat het nooit lukken. Ben je wel eens wezen kijken bij een van de vele VDL-vestigingen? Daar zie je dat: lassers en frasers en al die andere specialisten die de mooiste dingen aan het maken zijn. Prachtig! We moeten laten zien wat er in al die gebouwen gebeurt, dan pas ontstaat de verbinding.”
Het ontstaan van de Dutch Technology Week, zes jaar geleden, was op zichzelf al een staaltje Brabantse samenwerking, herinnert Van Hout zich. “Toen we het erover eens waren dat het verhaal van onze maakindustrie beter verteld zou moeten worden, zijn we met de smaakmakers van de regionale industrie bij elkaar gaan zitten en hebben de Dutch Technology Week bedacht. Zo’n 15 à 20 mensen, veelal uit het bedrijfsleven maar natuurlijk ook vanuit de lokale overheden en niet te vergeten de kennisinstituten. Door dat onderlinge vertrouwen krijgen we het hier voor elkaar. Niet alleen in de Dutch Technology Week, maar in ons hele ecosysteem.”
“In moeilijke tijden kom je erachter op wie je kunt vertrouwen en op wie niet.”
Misschien zijn het wel de crisisjaren na 1990 en rond 2009 geweest, waardoor de verbondenheid een extra impuls heeft gekregen, denkt Van Hout. “In moeilijke tijden kom je erachter op wie je kunt vertrouwen en op wie niet. En echt, ik weet helemaal zeker dat ons succes van de laatste jaren gebaseerd is op de manier waarop we hier de zaken samen oppakken. Geen ingewikkeld lang overleg met allemaal bureaucratie, maar meedoen omdat je weet dat iemand die je daarom vraagt dat niet zomaar doet. Met een minimum aan plicht en een maximum aan inhoud. Vind jij dit een goed idee? Ok, dan heb je mijn steun. Zo krijgen we het hier voor elkaar.”
Inmiddels draait de Dutch Technology Week op een begroting die bijeen wordt gelegd door diezelfde partners als van de beginjaren. Het doel is in de kern nog hetzelfde als bij de start, maar gaandeweg heeft Van Hout wel gemerkt dat het verhaal her en der geland is. “Dat maakt de bodem voor het vervolg wat vruchtbaarder, maar is nog geen reden om achterover te leunen. Ondanks dat het goed gaat, mogen we niet lui worden. Er is nog veel te verbeteren.”
De DTW-events zijn gericht op een breed publiek. “Natuurlijk, iedereen is welkom, zeker tijdens de open dag, maar wij als ASML richten ons vooral op de schoolgaande jeugd. Zij zijn essentieel als we over een paar jaar nog steeds willen presteren op een manier zoals we dat nu doen.” Van Houts beste herinneringen aan voorgaande DTW’s hebben ook allemaal met deze doelgroep te maken. “Wij hadden hier bij ASML een keer wat proeven klaarstaan waarmee je heel eenvoudig kon nabouwen hoe de schermrotatie in je smartphone werkt. Zie je aan het einde van de middag al die kinderen naar hun ouders roepen dat zij iets weten wat pa en ma totaal niet begrijpen. Heerlijk, weer een groep kinderen gewonnen voor de techniek, denk ik dan. Het is niet zo moeilijk hoor: laat ze aanraken, meedoen, bouwen en help ze zo al die ingewikkelde dingen te begrijpen.”
De regio is vol met prachtige tech-bedrijven, weet Van Hout. “En niet alleen op de High Tech Campus hoor. Voorbeelden te over. Neem PANalytical, een bedrijf dat zich richt op röntgen-analyses van allerlei materialen. Juist door mee te doen aan de open dag, kregen ze door hoe goed ze eigenlijk zijn. Normaal richt zo’n bedrijf zich alleen op de zakelijke markt, dus ze hadden geen idee hoe gewone mensen ernaar zouden kijken. Dat was een openbaring. Of neem Vencomatic, het pluimveebedrijf van Cor van de Ven op het Kempisch bedrijvenpark in Hapert. Daar hebben ze bedacht om kuikens pas uit het ei te laten komen bij de boer in de stal, waardoor ze sneller en beter gevoerd kunnen worden en ze minder stress hebben. Zo kan antibioticagebruik sterk terug worden gedrongen, soms zelf tot nul. Moet je natuurlijk wel exact weten wanneer dat ei uitkomt. Inmiddels verkoopt Van de Ven dat concept over de hele wereld, prachtig toch?”
Ook ASML zelf heeft voordeel van de uitgebreide maakindustrie in de regio, soms zelfs uit een heel verrassende hoek. “De tabaksindustrie is hier in de regio van oudsher heel groot geweest. Daar is niet veel meer van over zoals we weten, maar ook dat hoort bij de wetten van de economie, daar moeten we onze ogen niet voor sluiten. Toch maken wij op dit moment gebruik van een innovatie die juist uit die industrie komt. Er bestaat namelijk een apparaat dat geautomatiseerd de nerf-inplant van een tabaksblad herkent. Bedoeling daarvan was het scheuren van die bladen te voorkomen. ASML heeft precies dat principe opgepakt voor onze wafers. Kijk dat bedoel ik nu met dat ecosysteem hier: door de deuren voor elkaar open te gooien, help je elkaar verder. De grote bedrijven zijn daarbij even belangrijk als het mkb of een startup.”
Van Hout vindt het lastig om de highlights te kiezen uit het programma van de komende Dutch Technology Week, eind mei. “Pfff, er zit weer zoveel moois in. Veel vertrouwde elementen, zoals de open dag (de High tech Ontdekkingsroute) en de scholenbezoeken. En oh ja, de Quiz Night XL natuurlijk en de high tech ontdekkingsroute.” Populair onderdeel van voorgaande jaren was telkens de Night of the Nerds, vorig jaar goed voor 3400 bezoekers. “Dat zullen er dit jaar wel 4000 worden, zo’n beetje het maximum wat het Klokgebouw aankan. Er zijn scholen die het in hun lesprogramma opnemen! Specifiek gericht op het middelbaar onderwijs en een heel mooie combinatie van serieus en plezierig: er is zowel aandacht voor zaken als 3D printing en drones-technieken als voor een techno-party. Tegen de tijd dat de muziek losbarst, probeer ik meestal net weg te zijn, maar dat terzijde.”
“In de maakindustrie draait het om de stap van idee naar uitvoering en dat gaat bij uitstek goed in zo’n informele omgeving als de onze.”
Hoewel de DTW in het high-tech hart van Nederland is geboren, ligt er voor Van Hout ook zeker een uitnodiging aan de rest van het land, en binnenkort misschien zelfs daarbuiten. “Het heet niet voor niets de Dutch Technology Week hè. Vandaar ook dat we heel graag onderdeel zijn van het grote Startup Fest van Startup Delta. Een mooie verbinding kan dat geven. Maar het moet wel ergens beginnen en het is niet meer dan logisch dat dat hier bij ons is, in de hoofdstad van de techniek. Maar er zijn meer plekken waar de DTW goed kan gedijen. Denk aan plaatsen als Drachten en Almelo, met allebei grote concentraties van techniek. Nu ik er zo over nadenk: eigenlijk lukt het overal goed waar de onderlinge verhoudingen gemoedelijker, minder formeel zijn. De Randstad blijft wat dat betreft een probleem. In de maakindustrie draait het om de stap van idee naar uitvoering en dat gaat bij uitstek goed in zo’n informele omgeving.”
De hoofdevents van de DTW blijven voorlopig in Brainport, maar Van Hout sluit niet uit dat de stap over de grens binnenkort toch gezet zal worden. “In Drachten en Twente zitten we al, maar waarom niet groter denken? Zo’n ontdekkingsroute is echt niet alleen hier interessant.” Peinzend over plekken op de wereld waar een Technology Week goed zou kunnen gedijen maakt Van Hout de vergelijking met ASML. “Onze toeleveranciers en partners zitten in plaatsen als San Diego, Stuttgart en Silicon Valley. Niet voor niets de plekken waar de meeste patenten vandaan komen. Dat zijn hotbeds van slimmeriken. Mooie basis voor een Dutch Technology Week.”