In 10 jaar tijd zo’n duizend nieuwe banen in de medische robot technologie, zo zei Maarten Steinbuch onlangs in zijn column op E52. Maar hoe dan? We gingen in gesprek met de prof. dr. ir. die er als geen ander van overtuigd is dat de combinatie tussen technologisch onderzoek en ondernemerschap de sleutel tot succes is.
Zo’n 55 promovendi heeft Steinbuch momenteel aan de Technische Universiteit Eindhoven onder zijn hoede. Voor ruim de helft daarvan is hij de eerste promotor. Hun onderzoeksonderwerpen zijn divers en worden vaak uitgevoerd in samenwerking met grote bedrijven in de regio, zoals ASML, Océ, Philips, Marel, DAF en TNO. Toch zijn er twee ‘hoofdstromen’ waar Steinbuch zijn tijd meer dan gemiddeld aan besteedt: high tech systemen (inclusief autotechniek: de zoektocht naar “de rijdende iPad”) en chirurgische robots. Voor beide onderzoekslijnen is hij zowel naar binnen als naar buiten het visitekaartje van de Eindhovense universiteit.
Logisch, want Steinbuchs enthousiasme werkt aanstekelijk: studenten merken dat net zozeer als het universiteitsbestuur, zijn geldschieters en het grote publiek. Als Steinbuch praat over robots, zijn het ineens geen risico’s meer, maar kansen. Als hij de toekomst van autonoom en connected rijden beschrijft, geloven we direct dat zo’n situatie niet ver weg meer kan zijn. Datzelfde geldt voor zijn inspanningen om binnen de universiteit een medisch technologisch bedrijf op te zetten dat uiteindelijk zichzelf zal kunnen bedruipen.
Medical Robotic Technologies (want zo heet die BV) bestaat al een paar jaar, maar heeft recent een vlucht gekregen dankzij het succes van PrecEyes en Microsure. Maar daar zal het zeker niet bij blijven, zo zegt Steinbuch. “Als je kijkt naar het lopende promotieonderzoek, dan zijn er in elk geval twee initiatieven die binnenkort ook binnen de koepel van MRT zullen vallen: de schedelrobot ‘RoBoSculpt’ van Jordan Bos en de Deep Brain Stimulation van Mark Janssens. Daarnaast hebben we nog diverse andere potentiële kandidaten, bijvoorbeeld uit de ruggenwervel-chirurgie, de gynecologie en kaakchirurgie. Uiteindelijk wil ik dat MRT een zichzelf in stand houdend fonds wordt dat nieuwe medische technologieën, veelal rond robotisering, omzet in succesvolle bedrijven. Het moet nieuwe initiatieven dus mogelijk kunnen maken uit de opbrengsten van de al wat langer lopende. Als straks pakweg vier van de tien nieuwe bedrijven een succes wordt, moet dat haalbaar zijn.”
Maar hoeveel Steinbuch ook aan kan, al die bedrijven zelf runnen zou niet verstandig zijn. En daarom heeft hij niet alleen CEO’s aangesteld bij PrecEyes (Perry van Rijsingen) en Microsure (Carmen van Vilsteren), maar is er recentelijk ook een COO (Anupam Nayak) gekomen om de bedrijfsmatige leiding op zich te nemen over MRT. “Op niet al te lange termijn wil ik daar ook twee business developers aan toevoegen. En als het allemaal loopt zoals verwacht met RoBoSculpt en Deep Brain, dan komen daar natuurlijk ook weer zakelijk leiders in beeld.” Op die manier denkt Steinbuch stap-voor-stap de sprong naar zijn duizend medewerkers te gaan maken.
Door met gemiddeld 60% per jaar te groeien, verwacht Steinbuch in 10 jaar op dat aantal te zitten. De nieuwe arbeidsplaatsen komen vooral bij onderzoek, ontwikkeling en de vermarkting ervan terecht. Steinbuch: “We drijven daarbij op de sterke punten van deze regio: mechanica, precisie-mechatronica, robotica. Dat is de basis, dat is waarom dit soort ontwikkelingen juist hier kunnen gedijen. Vergeet niet dat we hier al zo’n 16 jaar mee bezig zijn. Mensen als Linda van den Bedem, de eerste promovenda op het gebied van robotchirurgie, en Ivo Broeders, de ‘godfather van de DaVinci robot’, hebben ons op het spoor gezet. DaVinci was de “general purpose” voorloper, maar vervolgens zijn we de diepte ingegaan. Wij hebben laten zien dat het allemaal preciezer, lichter en goedkoper kon. Precies, dankzij die sterke punten hier.”
In die begintijd al dacht Steinbuch dat dat onderzoek in een bedrijfsvorm naar de markt gebracht zou kunnen worden. “Maar hoe pak je zo iets aan? Er was zeker 50 miljoen nodig voor de robot van Van den Bedem en dan hebben we het nog niet over de patenten die toen allemaal bij de makers van de DaVinci lagen.” Kortom, hoe sterk die specifieke punten van de regio ook waren en zijn, het is niet genoeg. “Er is ook grote behoefte aan ondernemerschap, dus eigenlijk zouden we het onderzoek anders moeten gaan organiseren. Niet meer wachten op die arts die zegt behoefte te hebben aan de verdere uitwerking van onze research, maar in een veel vroeger stadium samen optrekken met de markt. Kennis van ondernemerschap moet vanaf het begin in de buurt zijn.”
Met de BV Medical Robotic Technologies verwacht Steinbuch een groot deel van dat probleem op te kunnen lossen. Maar voor een vliegende start is hoe dan ook veel geld nodig. Niet direct 50 miljoen, maar toch zeker een miljoen per jaar om aan de gang te blijven. “Daarvoor zijn we nu gesprekken aan het voeren met het bedrijfsleven. Hoe mooi zou het zijn om vier partijen te vinden die elk 250.000 euro per jaar in MRT stoppen. Uiteindelijk komt dat geld allemaal terug, maar daar is wel tijd voor nodig. Je kunt denken aan aandelen in de startups die uit MRT voortkomen en ooit zelfstandig zullen gaan opereren, of bijvoorbeeld aan het recht om de producten die de startups bedenken te gaan produceren. We moeten hoe dan ook groot durven denken.”
Steinbuch zegt met één bedrijf dicht bij een overeenkomst te zijn en binnenkort gesprekken met andere kandidaten te gaan voeren. Een gevoel van jaloezie in de richting van die Amerikaanse collega’s die af en toe honderden miljoenen uit de ruif van Google of Microsoft toegeschoven krijgen, kan hij niet onderdrukken. “Tja, over groot denken gesproken, dat kunnen ze daar wel. Ligt ook aan de cultuur. Maar hoe mooi het ook klinkt, toch zou ik het liever doen met eigen geld. Uit Europa dus. Op die manier kunnen we een onafhankelijke, eigen koers blijven varen.”