Nee, Eindhoven is nog lang geen smart city, hoe hard dat zowel binnen als buiten de stad ook af en toe wordt geroepen. Maar de weg naar dat doel is inmiddels wel stevig geplaveid. Niet alleen is er volop zelfvertrouwen over de lokaal aanwezige voorwaarden, er is zelfs al een werkprogramma dat een eerste invulling moet verschaffen. e52 gaat in een serie artikelen in op de transitie die de stad moet doormaken om daadwerkelijk een smart society te kunnen worden. Vandaag deel 4: Rob van Gijzel vraagt om experimenteerruimte. Lees hier alle eerdere bijdragen.
Rob van Gijzel kan het niet vaak genoeg herhalen: de overheid is niet bij machte om de maatschappelijke uitdagingen van deze tijd adequaat aan te gaan. Wetgeving loopt jaren achter bij de praktijk en ondertussen weten we ons geen raad met de oplossingen die de technologie ons aanreikt. Gevolg: in een reflex hebben we Uber al voor de rechter gesleept voordat we goed en wel begrijpen welke voordelen zo’n bedrijf biedt.
Overheidsvrije zones
Maar moeten we dan de macht maar meteen in handen geven van de uitdenkers (of uitbaters) van al die technologie? Hoeveel beter zouden we af zijn als ons leven zou worden bepaald door Google, Apple en Amazon, in plaats van door een radeloze democratisch verkozen vertegenwoordiging? Burgemeester Van Gijzel was half oktober in California, waar dit soort signalen misschien wel sterker dan waar dan ook zijn. Het gaat daar zelfs zo ver dat enkele grotere tech-bedrijven een lobby zijn begonnen die moet leiden tot 100% overheidsvrije zones.
Maar hoe hulpeloos de overheid ook is, het Californische voorbeeld overtuigde hem allerminst van het alternatief. “Die grote tech-bedrijven beloven de samenleving gezonder, duurzamer en energievriendelijker te maken en dat klinkt natuurlijk hartstikke mooi”, zegt Van Gijzel. “Maar uiteindelijk is dat ook niet de oplossing want die corporates zijn net zo directief en net zo verticaal georganiseerd als de overheid zelf. Terwijl de maatschappij juist behoefte heeft aan horizontale verbindingen.”
Of het nu om gezondheidszorg, energie, verzekeringen, voeding of wat dan ook gaat, mensen zijn meer en meer in staat om zichzelf te bedruipen, al dan niet in corporaties. Die horizontale lijnen vormen volgens Van Gijzel de nieuwe verbindingen van de maatschappij, misschien zelfs signalen voor een nieuwe democratie in aanleg. Van Gijzel: “Daarbij is technologie heel belangrijk, maar deze zal ook altijd in het belang van de burger moeten zijn – en in goede verhouding moeten staan met het welbevinden van onze planeet, circulair zijn dus.”
Experimenteerruimte
Juist omdat ook Van Gijzel de echte oplossingen nog niet kent, pleit hij voor experimenteerruimte. “Minister Plasterk wil in 2017 met een wet komen die meer mogelijkheden biedt voor gemeenten. We kunnen ons aanmelden om daaraan mee te doen en krijgen dan de voorwaarden te horen. Maar eigenlijk wil ik dat omdraaien: laat ons nu die voorwaarden opstellen waaronder wij goed denken te kunnen experimenteren. Daarover gaan we vanzelfsprekend in gesprek met de minister en alles zal goed geëvalueerd worden. Maar geloof me, op basis van de huidige wet- en regelgeving komen we heel snel helemaal klem te zitten.”