Je kunt maar ‘n ambitie hebben: een metronetwerk onder Eindhoven. En als je dan overtuigd bent dat zo iets veel voordelen heeft en je bent designer, tja, dan sla je gewoon aan het tekenen. En zo kijken we nu naar een uitgewerkte versie van wat ooit de metrokaart van Eindhoven zou kunnen zijn. Compleet met een D-lijn die langs design-hoogtepunten loopt, een K-lijn voor alle kennisplekken en een T-lijn die de tech-initiatieven aan elkaar verbindt.
Het begon niet eens als grap – hoewel bedenker Remco van de Craats realistisch genoeg is om te beseffen dat zijn idee niet 1-2-3 uit de grond gestampt zal worden. Er zitten verschillende gedachten achter het metroproject. Meest belangrijke daarvan: in tegenstelling tot alle halve oplossingen die nu zichtbaar worden, zorgt een metro werkelijk voor een dubbele verbinding tussen alle elementen in de stad. Dubbel omdat het ondergrondse netwerk de plekken makkelijk aan elkaar koppelt en omdat daardoor bovengronds de grote “verdelers” (de vierbaanswegen bijvoorbeeld) kunnen verdwijnen.
Van de Craats is eigenaar van het multidisciplinaire designbureau EDHV, gevestigd in een van de loodsen aan de Fuutlaan. De medewerkers van EDHV noemen zichzelf “architects of identity“, om te benadrukken dat ze langs vele wegen (en dus niet met één specifieke expertise) hun klanten van dienst zijn. Een daarvan was de gemeente Eindhoven, waarvoor EDHV een nieuwe identiteit hielp ontwerpen. Webdesign, merkontwikkeling, fotografie, kleine en grote grafische objecten, van alles zijn wel voorbeelden te vinden in de EDHV-loods aan de Fuutlaan. Designers werken er in een soort open caravans, de brainstorms vinden plaats bij de muren van de hal, waar van alle lopende projecten de status constant te volgen is. “Een designer wordt pas beter als hij achter zijn beeldscherm vandaan komt en een open gesprek over zijn project losmaakt.”
Van de Craats is ervan overtuigd: een metronetwerk kan alle Eindhovense deelculturen aan elkaar lijmen. “Eindhoven is nu letterlijk opgesplitst. De Kennedylaan splitst Woensel, het spoor scheidt noord van zuid, de campussen zijn letterlijk afgesloten terreinen. De gevolgen zien we in de gebrekkige communicatie tussen bijvoorbeeld de tech-, design- en kenniswerkers. Moet je je eens voorstellen wat dat betekent als die elkaar wel gaan vinden!”
Het bewijs dat dat meer dan vage ideeën zijn, is volgens Van de Craats makkelijk te vinden: “Kijk maar naar de steden waar nu metro’s functioneren. Overal een wereld van verschil tussen de tijd vóór en de tijd na de aanleg ervan.” Als voorbeeld noemt hij Boston. “Doordat het centrum van de stad – met al zijn juridische en financiële specialisten – onder de grond verbonden is met de tech- en kennisinstituten MIT, Cambridge en Harvard, ontstaan zaken die anders niet zouden bestaan.” Het gaat bovendien niet alleen om verbinding, maar ook om versterking van de lokale economie. “Letterlijk overal in de buurt van een metrostation ontstaat, boven de grond, nieuwe bedrijvigheid. Eettentjes, kruideniers, van alles.”
Van de Craats komt uit St. Oedenrode maar is na zijn studie aan de Design Academie blijven hangen in Eindhoven. “In tegenstelling tot mijn studiegenoten, die vrijwel allemaal meer kansen zagen in Amsterdam of Rotterdam. Ik heb er geen spijt van, want in deze stad gebeuren inmiddels veel mooie dingen. De ambitie op het gebied van technologie, kennis en design is groot. Maar het zou nog zoveel beter kunnen.”
Met name op vervoersgebied (en daarmee in de kansen op verbinding) kan de stad Eindhoven nog hele slagen winnen, vindt de EDHV-eigenaar. “Neem bijvoorbeeld de HOV-lijn. Hoogwaardig Openbaar Vervoer, maar het is eigenlijk niet meer dan een tussenoplossing. Kijk naar de Aalsterweg: een flink deel ervan is nu vrijgemaakt als busbaan maar het gevolg is dat er een keer per kwartier een bus over rijdt en de rest van de tijd de auto’s ernaast in te krappe ruimtes stil staan.”
Een metro heeft een dubbele verbindingskracht, zegt Van de Craats. Ondergronds heb je het effect dat je ergens instapt en zonder te weten wat er in de tussentijd precies gebeurt ergens anders weer uitstapt. Snel, ongemerkt, alsof plek A direct naast plek B ligt. Beam-me-up-Scotty! En bovengronds kun je nu gescheiden gebieden aan elkaar vastknopen met parken, woningen of fietspaden. Stel je eens voor wat daarvan het effect is!”
Nog een doorn in het oog van de designer: de campussen. “De TU/e is uitgestorven ‘s avonds, de High Tech Campus gaat zelfs op slot. Belachelijk. Alsof je kennis moet wegstoppen in ondoordringbare bolwerken. Dat schiet toch niet op?”
Voor Nederland zou het stimuleren van verbinding nog wel eens belangrijker kunnen zijn dan voor een stad als Boston, weet Van de Craats. “De Nederlandse cultuur is van nature geslotener, misschien komt dat wel door ons calvinisme, ook hier ja. Als ik in Amerika in een coffeebar ga zitten, heb ik meteen een gesprek. Hier niet. Hier is nauwelijks een informele infrastructuur.”
Juist daarom heeft Eindhoven behoefte aan een grote impuls. En ja, dat kost geld, veel geld. “Dat klopt, maar het is nu ook weer niet zo dat dit nooit eerder ergens is gepresteerd. Het vergt geld ja, maar vooral visie. Waarom zouden we niet samen met de hier gevestigde industrie, met de tech- en kennisinstellingen, iets moois kunnen bedenken? Zou een bedrijf als VDL niet in staat moeten zijn om een schoon transportsysteem te bedenken, op zonne-energie bijvoorbeeld?”
Natuurlijk, het is op dit moment niet meer dan een idee. “Maar geen loze gedachte. Die stations bijvoorbeeld, die liggen daar niet zomaar. De verbinding van alle kennis-, tech- en designplekken hebben we inzichtelijk gemaakt door de tussenstations. Kijk maar naar de namen. Maar het is altijd voor verbetering vatbaar. Toen ik mijn kaartje tweette, kreeg ik bijvoorbeeld direct een reactie van een Amsterdams raadslid. Die zei terecht dat het niet verstandig is twee lijnen met zoveel overlap te bouwen. Dat had hij geleerd van de metrobouwers in Lille. Prachtig toch, dat mensen echt inhoudelijk reageren? Ons idee spreekt blijkbaar tot de verbeelding, wie weet brengt het iets teweeg.”