Uitdagingen en hindernissen zoals het streven naar duurzaamheid, cyberaanvallen en een tekort aan talent drukken steeds zwaarder op de hightech-industrie. Wereldwijd stellen conferenties en evenementen deze onderwerpen centraal in hun programma. De eerste editie van ZIE 2023 vormt daarop geen uitzondering, en de vele honderden bezoekers die in de Van Nelle Fabriek in Rotterdam aanwezig waren, bewezen de noodzaak van een bijeenkomst als deze.
Het netwerkevenement werd georganiseerd door Mikrocentrum en Hi Delta. Tachtig grote en kleine hightech-productiebedrijven, onderwijsinstellingen en overheidsorganisaties hadden hun stands in de industriële open ruimte van de oude tabaksfabriek. Ondertussen zwierven studentengroepen en andere geïnteresseerde bezoekers over de vloer. Een aantal opmerkelijke keynote sprekers – waaronder CEO’s van bedrijven en voorzitters van onderwijsbesturen – betraden het podium in een van de twee zalen. De belangrijkste conclusie van het evenement: Sectoroverschrijdende samenwerking is de enige weg vooruit.
“In Zuid-Holland zijn er 6.000 maaktechnologiebedrijven die het verdienen om veel meer samen te werken dan ze nu doen”, vertelt Hi Delta-directeur Martin van Gogh aan Innovation Origins. Hij legde uit dat kennisdeling een voorwaarde is om oplossingen te vinden voor de huidige transities rond circulariteit, energie en digitalisering.
ZIE 2023 wil optreden als een van de initiatiefnemers van dit proces: “Mensen moeten hier vandaag weggaan en denken: die eerste editie was goed, het was leuk, het heeft de potentie om een groter evenement te worden. En ik denk dat we daarin geslaagd zijn. Het is ook een expo met lezingen, dus ook voor bezoekers is het een leuke mix. Je kunt voor van alles komen… om te netwerken, mensen te ontmoeten en kennis op te doen”, voegt Timo van Leent, manager van de afdeling Events bij Mikrocentrum, toe.
Minder werknemers, te weinig productiviteit
In Nederland is er sprake van een personeelstekort, met name als het gaat om verpleegkundigen, ingenieurs, elektriciens, technici en softwareontwikkelaars. In het laatste kwartaal van 2022 waren er 123 vacatures voor elke 100 werklozen, terwijl er 85.00 nieuwe banen bijkwamen, aldus het CBS.
“Elke keer als we in een crisis zitten, zoals de corona-recessie, een energiecrisis of een eurocrisis, doet iedereen alsof werkloosheid ons probleem is. Dat is niet waar. Onze vaders en moeders van de vorige eeuw zaten met dit probleem. Ons probleem is dat we juist te weinig mensen hebben”, zegt journalist en econoom Mathijs Bouman op het podium. Hij was de eerste keynote speaker van de dag en vulde de zaal met kennis en geestige humor, in een poging het sombere onderwerp op te vrolijken.
Naast een tekort aan gekwalificeerde werknemers kampt Nederland met het probleem dat de groei van de arbeidsproductiviteit stagneert. De twee gaan niet alleen hand in hand, maar van innovatie wordt vaak verwacht dat ze beide oplossen. Autonome robots worden vaak als een van de antwoorden beschouwd, omdat ze nu al complexe klussen kunnen doen zoals steigers op bouwplaatsen of het schoonmaken van zeebodems.
Ook in de tuinbouw kan een ‘robot-touch’ helpen: “Er is een tekort aan arbeidskrachten in onze huidige kassen. We hebben nog steeds veel arbeidskrachten van buitenaf nodig, zoals uit Roemenië en Polen. En robotica en optimalisatie kunnen daar een rol in spelen”, legt Lisanne van Oosterhoud, projectmanager bij FME, een van de oprichters van RoboCrops, uit.
Dit initiatief geeft de ruimte voor samenwerking tussen glastuinders en hightech-productiebedrijven om te werken aan meer digitalisering, optimalisatie en AI-technologieën in de tuinbouw. Naast het verbeteren van de productiviteit en het oplossen van het arbeiderstekort, is duurzaamheid een ander belangrijk voordeel van het adopteren van deze technologie.
“Je kunt waterverbruik, energieverbruik, vraag en aanbod visualiseren, en inzien wat je plant nodig heeft, of wat deze later nodig zal hebben. AI en digitale innovatie kunnen daar een grote rol in spelen. Je kunt uiteindelijk misschien wel naar een volledig geautomatiseerde kas”, aldus Oosterhoud.
Communicatie tussen scholen en sector
Als de industrie de pool van gekwalificeerde technische werknemers wil vergroten, is een nauwe samenwerking met onderwijsinstellingen noodzakelijk. Daarom hebben de organisatoren van ZIE 2023 onderwijsinstellingen uitgenodigd om zich bij de exposanten te voegen en houden ze verschillende lezingen over dit onderwerp. Een opvallende lezing werd gegeven door Ron Bormans, voorzitter van het College van Bestuur van Hogeschool Rotterdam.
“In Nederland is er een enorme opwaartse druk om op zo hoog mogelijk niveau te studeren”, aldus Bormans, die uitlegde dat dit een van de redenen is waarom studenten steeds vaker kiezen voor universiteiten boven beroepsopleidingen. Daardoor schrijven minder studenten zich in voor technische opleidingen: “Op mijn hogeschool studeren 10.000 mensen techniek. Dat is een behoorlijk aantal, maar ik voorspel dat het gaat dalen als we niets doen.”
Belangrijk hierbij is een soepele communicatie tussen de industrie en de onderwijsinstellingen. Die wordt vaak bevorderd door jaarstages en grondige begeleiding. Toch blijft er een mismatch bestaan tussen de kwalificaties die bedrijven vragen en de onderwijsprogramma’s van scholen.
“Soms moeten specifieke vaardigheden door het bedrijf worden aangereikt”, aldus Dennis Koeman, die lesgeeft aan ROC Mondriaan School voor Technologie en Engineering. Hij legde uit dat zijn school alleen een basisset aan vaardigheden kan bieden en dat de mindset van een student sowieso belangrijker is: “Onze studenten moeten altijd leren, ze moeten altijd geïnteresseerd zijn in nieuwe technologie en ze moeten daarnaast probleemoplossers zijn. Want als er nieuwe technologie komt, moeten onze leerlingen zich daaraan kunnen aanpassen.”
Nauwe samenwerking tussen scholen en bedrijven kan echter niet alle problemen oplossen. Hightech-bedrijven hebben moeite om hun vacatures in te vullen, maar hun aanwervingsstrategieën zijn alleen gericht op een specifiek type persoon. Vrouwen en minderheden blijven ondervertegenwoordigd in de sector en voelen zich vaak vervreemd of gediscrimineerd.
“Omdat mensen met een migratieachtergrond vaak een wat andere naam hebben, is het voor hen vaak moeilijker om die baan of die stage te krijgen dan mensen die Jansen of Bormans of Peters heten”, vervolgde Bormans in zijn keynote over onderwijs. Ook wijst hij erop dat de overgrote meerderheid van zijn publiek blank is. “Stagediscriminatie is nog steeds een groot probleem, en we zijn collectief verantwoordelijk om daar iets aan te doen.”
Is het delen van kennis de oplossing?
Hoewel elk hightechbedrijf op ZIE 2023 zijn eigen unique selling points liet zien, werden ze in de tentoonstellingshal op basis van gelijkenis gegroepeerd. Naast de ruimtevaart-, robotica- en cyberbeveiligingspaviljoens was het midden van de zaal gewijd aan het door IQ gesponsorde start-up plein. Hier sprak Sanjesh Hoskopple over de Delftse start-up Fusion Engineering, waar hij Lead Control Engineer is. Het bedrijf maakt gecertificeerde vluchtcontrollers voor de commerciële dronemarkt en ontwikkelt software en hardware in samenwerking met de TU Delft. Dit maakt een stabielere en betrouwbaardere besturing mogelijk voor klanten die drones gebruiken voor leveringen of inspecties.
PCB-ontwerpers
Sectoroverschrijdende samenwerking op evenementen als ZIE 2023 kan deels helpen bij het oplossen van de grote vraagstukken binnen de technologie, maar het kan ook op andere manieren nuttig zijn voor bedrijven. Hoskopple: “We hebben hier wel een aantal PCB-ontwerpers ontmoet die ons kunnen helpen met rapid prototyping. Omdat we in de ontwerp- en ontwikkelingsfase zitten, hebben we veel iteraties van onze ontwerpen. Dus als we een partner kunnen vinden met wie we rapid prototyping kunnen doen, zal dat voor ons heel gunstig zijn. Ik denk dat we tijdens dit evenement al enkele goede aanknopingspunten hebben gevonden.”
3D-printbedrijven
Naast printplaatontwerpers spelen 3D-printbedrijven een belangrijke rol bij prototyping. Zij minimaliseren verder met succes productiefouten, tijd, kosten en afval. Vooral dat laatste noemt commercieel ingenieur Jelle Snijders als voordeel van het bedrijf waarvoor hij werkt, Royal3D, dat op industriële schaal 3D-print. Het richt zich veelvuldig op de productie van bootrompen.
“Wij kopen polymeren die al gerecycled zijn en gebruiken dat in ons productieproces”, legt Snijders uit. “En dat is goed voor het milieu, want normaal gesproken zou ik niet kunnen weten waar het plastic naartoe gaat, maar nu kunnen we het gewoon weer hergebruiken. We hebben een grote vergister om al ons afvalmateriaal zelf te recyclen. Het is dus een gesloten kring. We hebben ook zo’n 1.600 vierkante meter zonnepanelen op het dak, dus als het dag is, kunnen we uitsluitend op zonne-energie printen.”
Jongere generaties
Snijders denkt ook dat blijvende duurzame innovatie neerkomt op de jongere generaties, die gepassioneerd moeten zijn over wat ze doen: “Je moet heel gemotiveerd zijn om het probleem van de klimaatcrisis op te lossen. Bij oudere bedrijven is het vaak moeilijk om dingen in beweging te krijgen omdat ze willen vasthouden aan hun oude patroon”, concludeert hij. “Het klinkt een beetje cringe maar volg je hart bij het vinden van je toekomstige baan, want als je er gepassioneerd over bent, voelt werken niet als werken.”