Talent en inzet zijn niet de enige voorwaarden om een beroemd voetballer te worden. Je moet ook nog gezond zien te blijven. Toch gebeurt het maar al te vaak dat een voetbalcarrière in de kiem wordt gesmoord doordat een talent op jonge leeftijd een zware blessure oploopt. De onlangs aan de Vrije Universiteit Brussel gepromoveerde Belgische wetenschapper Nikki Rommers heeft een model ontwikkeld waarmee die blessures voorspeld kunnen worden. Daardoor kunnen er maatregelen genomen worden om deze te voorkomen.
Voetbaltalenten
Over de patronen waarin blessures voorkomen en welke factoren aan de basis ervan liggen was tot nu echter weinig bekend. Nikki Rommers volgde de afgelopen 3 voetbalseizoenen meer dan 700 Belgische elite jeugdvoetballers tussen 9 en 15 jaar die voetballen bij jeugdacademies van 8 Belgische clubs uit de eerste klasse: Club Brugge, KAA Gent, KVC Westerlo, KV Mechelen, KV Kortrijk, RSC Anderlecht, Waasland-Beveren en Zulte-Waregem.
Door middel van een nauwgezette opvolging van speelminuten en blessures waren de onderzoekers in staat blessurepatronen in de verschillende leeftijdsgroepen in kaart te brengen. Drie keer per seizoen werden er lichaamsmetingen bij de spelers uitgevoerd. Twee keer per seizoen werden hun motorische en fysieke vaardigheden getest. Verschillende tests werden al gebruikt in het kader van talentontwikkeling.
Uit het onderzoek blijkt dat de helft van de spelers in de onderzochte leeftijdscategorieën een blessure oploopt tijdens het seizoen. Een vijfde van deze blessures wordt zelfs als ‘ernstig’ beschouwd en leidt tot een afwezigheid van minstens 4 weken. De meest voorkomende ernstige blessures waren overbelastingsblessures ter hoogte van de achillespees en kniepees, die typisch voorkomen tijdens fases van snelle groei. De leeftijd van de groeispurt, lichaamsmetingen en het resultaat op een sprongtest zijn de voornaamste risicofactoren.
Preventieve maatregelen
Op basis van de testresultaten ontwikkelde Rommers een model dat met 85% accuraatheid kan voorspellen of een speler een blessure zal oplopen gedurende het seizoen. Een tweede model is in staat om met 78% accuraatheid een onderscheid te maken tussen acute blessures en de mogelijk ernstige overbelastingsblessures op basis van dezelfde testresultaten. In de praktijk kan dit model toegepast worden om spelers te identificeren die het meest gebaat zijn bij extra blessurepreventie.
“Met de bevindingen van dit onderzoek hebben we een stap gezet richting een efficiëntere blessurepreventie en uiteindelijk een vermindering van de blessurelast in het Belgische jeugdvoetbal. Want nog al te vaak lopen jonge voetballers blessures op die een dikke streep zetten door hun topsportcarrière. De bevindingen en het model bieden ook perspectieven voor professionele spelers”, aldus Rommers.