De lidstaten van de Europese Unie zijn het eens geworden over de strengere energienormen voor gebouwen. Er komen nieuwe regels voor zowel nieuwe als bestaande bedrijfspanden en woningen. Het doel, zoals vastgelegd in de klimaatplannen van de EU, is dat in 2050 alle gebouwen energieneutraal zijn.
Nu bestaan er al energielabels voor gebouwen, maar die hebben vooral een informatief karakter. Nieuw aan de plannen van de Europese Unie is dat stapsgewijs alle gebouwen steeds duurzamer moeten worden.
De strengste normen gaan gelden voor nieuwbouwpanden. Voor bestaande gebouwen komt er de eis dat bij een grondige renovatie van een pand de energieprestatie omhooggaat.
Voor nieuwbouwpanden hebben de EU-lidstaten afgesproken dat vanaf 2028 alle nieuwe overheidsgebouwen emissievrij moeten zijn. Vanaf 2030 gaat die norm gelden voor alle nieuwe gebouwen en dus ook voor woningen.
Lidstaten wijken af van voorstel Europese Commissie
Voor bestaande gebouwen zijn de regels complexer. De Europese lidstaten willen dat de 15 procent slechts presterende bedrijfspanden in 2030 gerenoveerd zijn en niet meer in de slechtste categorie vallen. In 2034 moet zelfs de 25 procent minst energiezuinige bedrijfsgebouwen verduurzaamd zijn.
Door te werken met deze percentages wijken de Europese lidstaten af van het oorspronkelijke idee van de Europese Commissie. Die had voorgesteld om de energienormen te koppelen aan het systeem van de bestaande energielabels.
Dan zou als norm gaan gelden dat bedrijfspanden per 2027 minimaal aan label F en 2030 aan label E zouden moeten voldoen. Het hanteren van de ‘energieprestatieklassen’ zou als voordeel hebben gehad dat in de hele Europese Unie gewerkt zou worden op basis van definities die min of meer gelijk zouden zijn.
Nationale regels
Het probleem is dat de verschillen in het gebouwenbestand tussen de lidstaten zo mogelijk nog groter dan de culturele verschillen tussen de verschillende delen van Europa. Dat maakt het werken met uniforme normen lastig. De lidstaten geven er mede daarom de voorkeur aan om op basis van nationale regels te blijven werken. Dat is een tegenvaller voor de voorstanders van zo veel mogelijk harmonisatie bij het stellen van de klimaat- en energiedoelen.
In de tekst waar de lidstaten het over eens geworden zijn, staat dat het doel is om ‘renovaties aan te moedigen en de slechts presterende gebouwen uit te faseren’. Of dat betekent dat gebouwen die niet aan de norm kunnen voldoen niet langer gebruikt mogen worden, blijft echter onduidelijk.
Een woordvoerder van de Europese Unie wijst erop dat de nieuwe regels door elke lidstaat omgezet moeten worden in nationale wetgeving en dat het aan de lidstaten zelf is om de doelen te halen en de normen te handhaven.
Woningen ook onder nieuw regime
Voor bestaande woningen worden de regels net even anders dan voor bedrijfspanden. De eisen worden gekoppeld aan de nationale plannen die elke lidstaat moet maken om ervoor te zorgen dat in 2050 alle bestaande woningen emissievrij zijn.
Wel zijn er twee tussendoelen gesteld. Zo moeten in 2033 gemiddelde verbruik van het hele woningbestand van een lidstaat voldoen aan energielabel D. In 2040 volgt een nieuw meetmoment dat voor elke lidstaat apart duidelijk moet maken of het klimaatneutrale doel van 2050 binnen bereik ligt.
Opvallend is dat de lidstaten de regels hebben gewijzigd over welke energiebronnen toegestaan zijn om een emmisvrij gebouw van energie te voorzien. In de tekst staat nu dat het moet gaan om ‘koolstofvrije energie’. Dat zou zijn toegevoegd onder druk van kernenergieland Frankrijk.
Veel werk in weinig tijd
De nieuwe richtlijnen gaan niet alleen over de kantoren en woongebouwen zelf. Er komen ook nieuwe eisen voor bijvoorbeeld de parkeerplaatsen bij bedrijven. Zo moeten kantoren die beschikken over meer dan 20 parkeerplaatsen ervoor zorgen dat binnen 5 jaar 10% van de parkeerplaatsen geschikt zijn om elektrische auto’s op te laden. Daarnaast zal de helft van de parkeerplaatsen voorbereid moeten worden om op een later moment makkelijk van een laadpaal te worden voorzien.
Om duurzaam vervoer aan te moedigen, moet ook de positie van de fiets verbeteren. 15% van de vloeroppervlakte van een parkeergarage van een kantoorgebouwen moet ingericht worden voor het stallen van fietsen
Voor woningen gaat gelden dat bij nieuwe woongebouwen of gebouwen die gerenoveerd worden er minimaal plaats is voor twee fietsen per woning. Daarnaast moet als zulke wooncomplexen beschikken over meer dan drie parkeerplaatsen minimaal de helft van die plekken voorzien worden van een laadpaal. De overige parkeerplaatsen moeten voorbereid worden om in de toekomst eenvoudig alsnog een laadpaal te installeren.
Zonnepanelen worden verplicht
In het pakket voorstellen staan tenslotte ook nieuwe regels voor de plaatsing van zonnepanelen. Nieuwbouwpanden moeten zo worden gebouwd dat er optimaal van zonne-energie gebruik gemaakt kan worden. Vanaf 31 december 2026 moeten er dan daadwerkelijk op elk nieuw overheidsgebouw of privaat kantoorpand dat groter is dan 250 vierkante meter zonnepanelen liggen.
Twee jaar later moeten bij grondige renovaties van bestaande kantoorpanden die groter zijn dan 400 vierkante meter verplicht ook zonnepanelen geplaatst worden. Vanaf eind 2029 worden zonnepanelen verplicht voor elke nieuwbouwwoning.
Europees Parlement nu aan zet
Dat de Europese lidstaten het vandaag eens zijn geworden betekent niet dat de zaak al rond is. Het Europees Parlement bepaalt volgende maand zijn standpunt over de nieuwe richtlijn. Daarna moeten de lidstaten en het Parlement het met elkaar eens worden.
Dat belooft vooral als het gaat over de energienormen van gebouwen een lastige discussie te worden. De verwachting is dat het Parlement anders dan de lidstaten wel vast willen houden aan de energiecertificaten. De richtlijn is pas definitief af als de lidstaten en het Europees Parlement het eens zijn over een compromis. De onderhandelingen zullen zeker tot in de eerste helft van volgend jaar duren.