BMW i Hydrogen NEXT test vehicle (image: BMW)
Author profile picture

Regeringen en bedrijfslobbyisten promoten waterstof als schone energieoplossing, ondanks de inefficiëntie en potentiële milieurisico’s ervan. Grote spelers in fossiele brandstoffen en vervuilende industrieën gebruiken waterstof om hun activa vast te zetten en klimaatmaatregelen uit te stellen. Duitsland en de EU, beïnvloed door deze lobbyisten, stellen ambitieuze groene waterstofdoelstellingen vast. Doelen die onhaalbaar lijken terwijl 99% van de wereldwijde waterstofproductie “grijze” waterstof blijft, afkomstig van fossiele brandstoffen. Groene waterstofeconomieën worden geconfronteerd met uitdagingen op het gebied van energie-inefficiëntie en land- en waterbehoefte.

Inefficiëntie en milieurisico’s van waterstof

Waterstof is door regeringen en industrieleiders aangeprezen als een oplossing voor schone energie, maar er zijn aanzienlijke inefficiënties en potentiële milieurisico’s aan verbonden. De productie van groene waterstof, die afhankelijk is van hernieuwbare energiebronnen, bedroeg in 2021 slechts 0,04 miljoen ton. Bovendien zou het schone imago van waterstofbrandstof in gevaar kunnen worden gebracht door een chemische reactie in de lagere atmosfeer als de lekkage niet onder controle wordt gehouden, wat leidt tot een ophoping van methaan, een krachtig broeikasgas.

Het is ook van essentieel belang te bedenken dat waterstofbrandstof niet zo energie-efficiënt is als andere alternatieven, zoals elektrische voertuigen. Deze inefficiënties onderstrepen de noodzaak van een meer voorzichtige en geïnformeerde benadering van waterstof als schone energieoplossing.

De rol van waterstof in moeilijk te realiseren sectoren

Ondanks deze uitdagingen zou waterstof nog steeds een vitale rol kunnen spelen in moeilijk te verlaten sectoren zoals de staalproductie en de luchtvaart. Maar als het gaat om het verwarmen van huizen, het aandrijven van voertuigen en het opslaan van energie, is de economische levensvatbaarheid van waterstof als primaire energieoplossing beperkt. Critici beweren dat groene waterstof zich op deze nichetoepassingen moet richten, terwijl wind, zon en opslag in batterijen het grootste deel van de schone energietransformatie voor hun rekening moeten nemen.

De Australische droom van een groene waterstofsupermacht is bijvoorbeeld bekritiseerd als een potentiële enorme geldverspilling vanwege de inefficiëntie en de beperkte toepassingen van waterstof als energiebron. In plaats daarvan stellen deskundigen voor dat Australië zich concentreert op het wereldleiderschap in het elektrificeren van de primaire productie met behulp van hernieuwbare energiebronnen.

Waterstofkolonialisme en schendingen van de mensenrechten

Duitsland heeft waterstofallianties gesloten met 26 potentiële exportlanden, waarvan vele in het zuiden. Dit heeft geleid tot “waterstofkolonialisme” en mensenrechtenschendingen in landen als Chili, waar het Haru Oni-project op waterstof gebaseerde e-brandstof produceert. E-fuels helpen niets in de klimaatcrisis met 16% energie-efficiëntie tegenover 72% bij elektrische voertuigen. Het is de export van waardevolle energie van arme naar rijke landen, waarmee de trend van de afgelopen 150 jaar wordt voortgezet.

De National Green Hydrogen Mission in India is bekritiseerd vanwege het gebrek aan publiek debat en kritische evaluatie, waarbij subsidies worden aangeboden voor waterstofhubs zonder duidelijke afstemming op klimaatbeleid en sociale rechtvaardigheidsdoelstellingen.

Lessen uit het verleden: de eeuwige belofte van waterstof

De populariteit van waterstof als schone energieoplossing is een eeuwigdurende belofte die teruggaat tot 1997. Ondanks investeringen in brandstofceltechnologie en waterstofinfrastructuur is de overgang naar een waterstofeconomie traag verlopen en blijft de publieke steun zwak. Het ontbreken van een gevestigde waterstofindustrie of een publieke achterban voor verandering belemmert de vooruitgang nog verder.

Nu het Internationale Panel voor Klimaatverandering (IPCC) waarschuwt dat de tijd voor klimaatactie opraakt, is het van cruciaal belang dat het belang van waterstof in strategieën voor schone energie opnieuw wordt geëvalueerd. Regeringen moeten zich niet laten beïnvloeden door de lobby van industrieën die hebben bijgedragen aan de huidige klimaat- en energiecrisis. In plaats daarvan moeten zij zich concentreren op beproefde schone energietechnologieën die onmiddellijke en tastbare resultaten kunnen opleveren.

Regeringen moeten zich niet laten beïnvloeden door de lobby van industrieën die hebben bijgedragen aan de huidige klimaat- en energiecrisis.

Conclusie: behoefte aan een pragmatische benadering van waterstof

Nu de wereldgemeenschap ernaar streeft de koolstofemissies te verminderen en over te schakelen op een duurzame energietoekomst, kan waterstof inderdaad een rol spelen in specifieke sectoren. Het is echter van cruciaal belang om een pragmatische aanpak te hanteren die rekening houdt met de inefficiëntie van waterstof, de milieurisico’s en het potentieel voor gevestigde belangen om de discussie rond deze energiebron te manipuleren.

In plaats van waterstof blindelings te subsidiëren, zouden regeringen hun inspanningen en middelen moeten richten op bewezen schone energieoplossingen zoals wind en zon met batterijopslag. Alleen door een evenwichtige en geïnformeerde aanpak kunnen we werkelijk een duurzame en schone energietoekomst bereiken.