Mark kijkt naar buiten en ziet op tegen de komende periode. Hij moet zijn team weer beoordelen en 20 gesprekken voeren in 3 weken. Daarnaast moet hij input geven op zijn collega’s op hetzelfde niveau. Steven kan dat veel beter. Zoals hij eigenlijk in alles veel beter is, genuanceerder, geïnformeerde, meer empathisch ook. Gek eigenlijk dat hij dat woord gebruikt. Als Steven iets niet heeft, is het empathie. Hij is ook zo scherp, zo razor-sharp. Voor Steven is het ook veel gemakkelijker om van die checklists voor goede gesprekken gewoon op te volgen.
Vorige week nog, die nieuwe boodschap van HR met hun “conflict-conversation-guide”. De standaard manier waarop ze elkaar nu feedback moeten gaan geven.
Als Steven het gelezen heeft, kan hij het. Urghh irritant.
De deur slaat dicht met een klap. Mark schrikt op. Steven…thinking of the devil… “He Mark, dat gesprek met Susan, heb je dat al voorbereid?” Waarom wist die gast ook altijd tegen welk gesprek hij het meest opkeek?
“Eh, nee….kan jij dat gesprek niet voor me doen?” Steven zou ja zeggen, dat wist hij. Steven deed alles wat je vroeg.
“Wat moet de boodschap zijn?” Vroeg Steven. “Dat ze nou eens eindelijk moet stoppen met zeiken en gewoon moet focussen op de drie belangrijkste prioriteiten! Het salesplan UITVOEREN in plaats van erover zeuren én niet de hele tijd de anderen de schuld geven! Is dat teveel gevraagd?”
“Mmmm…klinkt alsof je behoorlijk geïrriteerd bent? Heb je haar dat al eerder gezegd?”
“Ja zo vaak…ze doet er niks mee…” In zijn hoofd wist hij wel dat het eigenlijk niet zo was. Hij had wel hints gegeven maar zo duidelijk zeggen nee, dat had hij zeker niet gedaan.
Steven vraagt precies aan Mark wat hij moet weten om goed feedback te voeren. Wat gebeurde er precies (2 voorbeelden) en wat doet dat met jou? Daarna; wat wil je dat er verandert? Hoe kan je haar daarbij helpen? Wat zegt dit over jezelf? Mark werd zich ineens bewust van zijn eigen voorkeur; Wat heb ik toch een hekel aan mensen die geen verantwoordelijkheid nemen.
Steven loopt weg en processed the ‘conflict-conversation-guide’ en de input van Mark. Hij ziet Susan toevallig net achter haar bureau gaan zitten.
“He Susan, Ik heb een paar zorgen die ik met je wil delen, is dit een goed moment om het daarover te hebben?” (openingszin ✅) Als Susan ja zegt gaat hij door. “Ik wil graag de feedback overbrengen van Mark. Steven licht de 2 concrete voorbeelden toe die Mark gaf. (Concrete situaties die als een film af te spelen zijn ✅) Mark vindt dat je de verantwoordelijkheid bij hem legt en dat je het salesplan niet wilt uitvoeren. Hij voelt zich daar boos over (benoemen gevoel ✅) Hij eindigt met de hoop van Mark en de vraag hoe zij dat ziet (eindigen met open vraag ✅).
Veel gedragsregels zijn heel goed te programmeren. Uitspraken kunnen op emotie beoordeeld worden en de reactie daarop afgestemd.
Als Susan samen met Wilma was geweest dan had Wilma haar geholpen goed te reageren. Susan zou eerst erkennen en herkennen dat het fijn is dat ze nu weet waar Mark staat en wat het met hem doet. Daarna zou ze haar antwoord geven; benadrukken wat ze herkent, en toegeven hoe ze zich alleen voelt staan. Dat ze het idee heeft dat het niemand kan schelen wat ze doet. Als de targets niet worden gehaald, is het toch haar schuld. Ze zou aangeven dat ze graag met Mark en met Ben zou overleggen over hoe ze een beter plan kan maken en haar team kan aansturen. Maar dat ze niet wist hoe ze erover moest beginnen omdat ze voelt dat ze het helemaal gehad hebben met haar.
Maar Wilma was er niet bij…dus ze riep ze tegen Steven: “Waarom komt die slapjanus van een Mark dat niet zelf tegen me zeggen…En trouwens, jij laat je ook lekker voor zijn karretje spannen.”
Steven schrikt, of kan hij eigenlijk wel schrikken? Hij past zijn programma aan. Hij zou nooit meer een feedbackgesprek voeren zonder Wilma erbij en hoe ging hij zorgen dat hij beter begreep wanneer hij wel het gesprek moest voeren en wanneer niet? Die mensen en hun emoties…pff wat een gedoe.
Is dit goed of slecht? Kunnen we feedback gesprekken beter aan robots (Steven & Wilma) overlaten? Veel gedragsregels zijn heel goed te programmeren. Uitspraken kunnen op emotie beoordeeld worden en de reactie daarop afgestemd. Als je heel boos bent kan de robot zeggen: “Ik merk dat je boos bent” of “Ik merk dat dit je raakt”. Dan kunnen wij even uitrazen tot we weer bij zinnen komen.
In dit verhaal neemt “Steven” het gesprek over misschien is dat een beetje slap. Maar het model “de robot als coach” dat kan en gaat echt werken. In de gedragstherapieën wordt hier volop mee geëxperimenteerd, het is een kleine stap naar de kantoortuin. Dat is onze toekomst, de robot die ons op zeer gestructureerde en nette manier coacht in leiderschapsvaardigheden.
Over deze column
In een wekelijkse column, afwisselend geschreven door Wendy van Ierschot, Eveline van Zeeland, Eugene Franken, Jan Wouters, Katleen Gabriels, Mary Fiers en Hans Helsloot probeert Innovation Origins te achterhalen hoe de toekomst eruit zal zien. Deze columnisten, soms aangevuld met gastbloggers, werken allemaal op hun eigen manier aan oplossingen voor de problemen van deze tijd. Morgen zal het dus goed zijn. Hier zijn alle voorgaande afleveringen.