@Pixabay
Author profile picture
Waarom we over dit onderwerp schrijven:

Het meest heikele onderdeel van een CO2-vrije toekomst heet kernenergie. Maar hoe realistisch is het dat Nederland daadwerkelijk nieuwe centrales gaat bouwen? Tijd voor een update.

Eerst maar eens de highlights:

  • Politiek is kernenergie een minder heikel thema dan in het verleden.
  • Technisch zijn de mogelijkheden, vooral dankzij kleine reactoren, sterk gegroeid.
  • De kosten zijn nog steeds aanzienlijk, evenals de voorbereidingstijd.
  • Gespecialiseerd personeel voor bouw en operatie is schaars.
  • De kleine groep producenten kiest voor locaties met de hardste garanties.
  • Datzelfde geldt voor investeerders: zonder langere termijn garanties komt er geen geld.

Rapporten over de haalbaarheid van kernenergie zijn er volop, op alle niveaus. De hele wereld is met het onderwerp bezig, daartoe aangezet door vraagstukken rond energieschaarste en een noodzakelijke transitie. Maar betekent dat dan ook dat de weg vrij is voor de bouw van een of meer centrales in Nederland voor 2030? In theorie wel, maar in de praktijk kan dat nog wel eens een stuk minder snel gaan.

Kernenergie is nog altijd een thema met fervente voor- en tegenstanders. Maar anders dan bij fossiele energieopwekking zijn de standpunten niet langs klassieke lijnen verdeeld. Dat heeft er alles mee te maken dat kernenergie CO2-neutraal is (en daarmee dus heel groen) maar ook radioactief afval oplevert dat zomaar niet van de aarde verdwenen is. Moderne, veelal kleinere centrales hebben dat laatste aspect wel verbeterd, maar niet uit de wereld geholpen. Ook de veiligheid is een terugkerend thema, gevoed door rampen als Fukushima en Tsjernobyl. Tegelijkertijd weten we op uit jarenlange wereldwijde ervaring dat het een van de meest veilige manieren van energieproductie is. “Het is net als de vergelijking tussen een vliegtuig en een auto”, zegt Aaldrik Haijer, managing director van Water & Energy Solutions. Het bedrijf werkt voor een aantal ontwikkelaars en investeerders in de branche en is daarmee goed op de hoogte van de laatste ontwikkelingen rond kernreactoren. “We weten dat het vliegtuig veiliger is, maar toch hebben mensen er een ander gevoel bij dan een auto. Nieuwe centrales in het bijzonder zijn goed voorbereid op alles tussen menselijk falen, terrorisme en natuurrampen. Het verschil tussen ratio en gevoel moet rond kernenergie wat dichter bij elkaar gebracht worden.”

Kernenergie: gespleten uranium, weinig CO2

De energie uit een kerncentrale ontstaat door uranium te splijten. Daarbij komt weinig CO2 vrij. In de toekomst kan kernenergie mogelijk helpen om de CO2-uitstoot te verminderen. Dat laten verschillende internationale onderzoeken zien. Bijvoorbeeld onderzoek van de OECD-NEA naar de kosten van de elektriciteitsvoorziening en MIT-onderzoek naar de toekomst van kernenergie.
Kerncentrales leveren veel energie en nemen weinig ruimte in. Maar het duurt lang om een kerncentrale te bouwen. Als een bedrijf een kerncentrale wil bouwen, moet het een vergunning aanvragen bij de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming.

Klimaatdoelen

Kernenergie kan volgens de Rijksoverheid bijdragen aan de klimaatdoelen, omdat bij de opwekking weinig CO2 vrijkomt. De enige kerncentrale in Nederland staat in Borssele en levert ongeveer 4% van de gebruikte elektriciteit in Nederland. Deze centrale heeft een elektrisch vermogen van 485 MW (megawatt; 1 megawatt is 1 miljoen watt) elektriciteit. Daarmee wordt jaarlijks rond de 4 miljoen MWh (megawattuur) gemaakt en aan het elektriciteitsnet geleverd. Dat is genoeg stroom voor een grote stad, inclusief trams, treinen en een grote luchthaven.

Energiezekerheid

Vorig jaar heeft TNO voor de provincie Brabant een rapport opgesteld dat de belangrijkste vragen rond de haalbaarheid van kernenergie behandelt. De provincie Limburg deed onlangs iets soortgelijks en deze twee provincies zijn bij lange na niet de enige. Vanwaar ineens die dadendrang? Meest belangrijk: de energiezekerheid en energiekosten staan langs alle kanten onder druk: het klimaatakkoord, de oorlog in Oekraïne en de wens om niet meer afhankelijk te zijn van grotere machten hebben de blik op een nucleaire oplossing verstevigd. Daar komt nog eens bij dat er door verschillende partijen kleinere centrales, zogenaamde SMR’s, zijn ontwikkeld. Hun toepasbaarheid is ook groter dan klassieke varianten omdat ze bijvoorbeeld modulair opgebouwd kunnen worden en er geen enorme onbebouwbare veiligheidsring rondom de centrale meer nodig is.

De tijd is er rijp voor, zou je dus kunnen zeggen. Maar betekent dat ook dat we er, buiten de bestaande in Borssele, binnenkort een of meer in Nederland zullen zien? “Het kan alleen als je zowel vanuit de overheid als vanuit de ontwikkelaars en investeerders nu de eerste stappen zet”, zegt Haijer. “Het begint met een geschikt bestemmingsplan, zodat je een omgevingsvergunning kunt aanvragen.” Concreet betekent dat dat het Rijk of een provincie een plaats moet aanwijzen. Een gebied met zware industrie en de aanwezigheid van een 380 kV hoogspanningsstation van Tennet is daarvoor het meest interessant. De aanwijzing van een locatie kan zowel vanuit de provincie als vanuit de Rijkscoördinatieregeling. “Maar besef wel dat dergelijke trajecten in ieder geval meerdere jaren kosten, ook vanwege mogelijkheden tot inspraak en wettelijke termijnen.”

Garanties

SMR © Rolls Royce

Zolang er geen zekerheid is over de locatie, zal geen enkele ontwikkelaar of investeerder zijn handen willen branden aan een groot project als dit, verwacht Haijer. “Zelfs bij een SMR-centrale gaat het snel om investeringen van boven een miljard euro, niemand zet die stap zonder dat er een redelijke mate van zekerheid is.” Dat betekent dat er garanties van de overheid moeten komen: niet alleen over de plaats, maar ook dat de centrale over 20 jaar nog mag blijven opereren. “Het gaat dus in eerste instantie niet eens zozeer om het aanbieden van subsidies, maar veel meer om het bieden van perspectief. De vraag is wel of een provincie dat überhaupt zonder instemming van het Rijk kan doen.”

Daarnaast moet er zekerheid zijn over de technologie. Haijer: “Als je een exacte kopie zou willen neerzetten van een centrale die zichzelf al ruimschoots heeft bewezen, hoeft dat geen tientallen jaren te duren. Dat zie je nu in Azië en het Midden Oosten. Maar wat je graag wilt is verbeteringen doorvoeren op basis van de jarenlange ervaring die opgebouwd is. Dan kun je inzetten op grote centrales of kleinere SMR’s. Het risico van de grote centrales is dat het megaprojecten zijn, waarbij vertragingen snel zorgen voor aanzienlijke kostenverhogingen. Dat hebben we de afgelopen jaren volop gezien.”

Een groot deel van wat je nodig hebt voor een SMR kun je in een fabriek elders in de wereld bouwen, vult Haijer aan. “Ook omdat je series kunt produceren, gaan kosten naar beneden. En omdat je standaardiseert, weet je ook hoe je andere apparatuur die je nodig hebt, zoals koelsystemen, kunt aansluiten. Elke keer op dezelfde manier. Je gaat dus van grote maatwerkprojecten naar kleinere installaties die je als serie bouwt in landen waar loonkosten lager zijn. SMR’s kun je dus zowel sneller als goedkoper neerzetten.”

De termijn waarop een nieuwe kerncentrale commercieel in bedrijf kan zijn bestaat uit de de voorbereidingstijd, de feitelijke bouwtijd en het vergunningstraject. Elk van die onderdelen hangt samen met de keuzes die je maakt. Zo is een generatie-3 centrale al wat verder ontwikkeld dan een van generatie 4. Voor deze compleet nieuwe technologie is nog wel even wat extra voorbereidingstijd nodig. Hoewel met de hernieuwde aandacht voor kernenergie de ontwikkelingen versneld worden, schat TNO in dat de vernieuwingsslag pas mogelijk is over 20 tot 25 jaar. Haijer: “Dat is wat aan de late kant om ze in te zetten voor urgente klimaatdoelen in 2030, maar niet onbelangrijk voor kosteneffectieve energie-leveringszekerheid op de langere termijn.”

Arbeidsmarkt

En dan is er nóg een uitdaging, zelfs als je inzet op beschikbare technologie: er moeten partijen zijn die dit kunnen doen binnen een strakke tijdsplanning, met gekwalificeerde mensen om de centrale te ontwerpen, te bouwen en te bedrijven. “Dat is niet eenvoudig, als je kijkt naar de arbeidsmarkt. Probeer maar eens aan technisch personeel te komen, laat staan met een nucleair-fysische achtergrond. En er moet nog een partij waarvan je het allemaal kunt kopen. Er ziijn inmiddels wel bedrijven die dit hebben opgepakt, maar de markt is niet erg groot – logisch na al die jaren waarin er nauwelijks ergens kerncentrales werden gebouwd.”

Het recente onderzoek voor de provincie Limburg (september 2022) geeft op dit punt trouwens wel een wat optimistischer vooruitblik. “Mini-SMRs en SMRs kunnen beide een optie zijn”, zo is de conclusie. Voor mini-SMRs is dat al rond 2030, voor gewone SMRs rond 2035, aldus het rapport. De onderzoekers, die alleen naar de technische voorwaarden hebben gekeken, zien zelfs nog mogelijkheden om het allemaal nóg sneller te realiseren. “Maar enkel met een gefocust nucleair programma in Nederland.”

TNO ziet ook economische drempels die investeerders mogelijk afschrikken. Kernenergie wordt gekenmerkt door hoge investeringen en lage variabele kosten. Om deze investeringen terug te verdienen is het maken van zoveel mogelijk draaiuren noodzakelijk. Elektriciteitsproductie uit zon en wind hebben echter nog lagere variabele kosten dan kerncentrales, zegt TNO. “Dat betekent dat in een energiemarkt waarbij met zon en wind een groot deel van het jaar in de elektriciteitsvraag kan worden voorzien, het aantal uren dat de kerncentrale in bedrijf is sterk afneemt. Hierdoor zal het niet meer mogelijk zijn om de investeringskosten terug te verdienen.” De enige uitweg is dan nog de kerncentrale in te zetten voor de productie van waterstof, maar daar moet de samenleving wel op zijn ingesteld.

Vijf miljard

Ondanks zijn eigen opsomming van voorwaarden, barrières en bezwaren, blijft Haijer optimistisch over kernenergie. “Het is een gigantische uitdaging, maar het zou kunnen. Je moet dan nu beginnen met het bepalen van een locatie, het regelen van benodigde vergunningen en het organiseren van garanties die een partij over de streep kunnen trekken.”

Een lichtpuntje ziet Haijer daarbij in de vijf miljard euro die het kabinet beschikbaar heeft gesteld. “Hiermee zou je de kosten in het voortraject positief kunnen beïnvloeden en een basis kunnen leggen voor de benodigde garanties. Dat is essentieel want daarmee kun je een investeerder of een ontwikkelaar perspectief bieden. Bedenk dat die partijen de hele wereld als hun werkterrein zien. Ze zullen hun focus nooit op meer dan een handjevol locaties kunnen richten. Hoe sneller de benodigde garanties er zijn, des te groter de kans op realisatie.”

(Uit rapport provincie Limburg)