Insecten zijn enorm belangrijk voor het leven op aarde. Het zijn de bestuivers van bloemen en ze vormen de voornaamste voedselbron van vogels en veel zoogdieren. Als daar een groot deel van verdwijnt, heeft dat een enorme impact op de natuur en uiteindelijk ook op de mens. Studie na studie wijst uit dat dat bepaalde insectensoorten, zoals verschillende bijen en vlinders, steeds minder voorkomen in West-Europa en Noord-Amerika. Afgelopen week gepubliceerd onderzoek toont opnieuw aan dat het aantal insectensoorten de komende decennia wereldwijd met 40 procent zal afnemen. Insectensoorten sterven acht keer zo snel uit als zoogdieren, vogels en reptielen. De publicatie in het wetenschappelijke tijdschrift Biological Conservation analyseert 73 eerdere studies uit verschillende landen. In totaal daalt het aantal insectensoorten jaarlijks met ongeveer 2,5 procent. Vlinders, kevers en vliesvleugeligen zoals mieren, hommels, wespen en bijen, behoren tot de meest bedreigde soorten.
De stand van de vlinder zegt dus veel over onze wereld van morgen. Vlinders reageren snel en gevoelig op veranderingen in hun habitat en zijn daarmee zeer geschikt als indicatoren voor de monitoring van biodiversiteit. Onderzoek duurt echter lang en is daardoor enorm duur. De universiteit van Innsbruck heeft om die reden voor het eerst vrijwilligers betrokken bij de telling van de vlinders. Dat hun werk plaatsvindt in Tirol is niet zo gek, want juist daar zitten de meeste vlindersoorten van Europa.
De deelname van vrijwilligers maakt een permanente en betaalbare studie van de vlinderpopulaties mogelijk – en dus van de biodiversiteit, verklaart de verantwoordelijke ecoloog Johannes Rüdisser van de Universiteit van Innsbruck. Bovendien kunnen aanzienlijk meer gegevens over de verspreiding en populatieontwikkeling van vlinders worden verzameld dan alleen voor wetenschappers mogelijk zou zijn.
In een wereldwijde vergelijking is de combinatie van wetenschappelijke monitoring met observaties door leken nog nieuw. Dit werd mogelijk gemaakt door het wetenschappelijk, methodologisch en organisatorisch voorbereidend werk van het Federaal Ministerie van Wetenschap, Onderzoek en Economie in de projecten Sparkling Science en Top Citizen Science Initiative.
Het publiek gaat meedoen
Een prettig bij-effect van deze Citizen Science-benadering is dat je er het publiek gevoelig mee maakt voor dit thema. Vrijwilligers en andere geïnteresseerden kunnen hun kennis verbeteren door regelmatige training en bijscholing. Zo is er de app van de Stiftung Blühendes Österreich uitgevoerd door de Schmetterlinge Österreichs, waarin duizenden burger-onderzoekers al aan het tellen zijn geslagen, zegt directeur Ronald Würflinger. In het eerste jaar werden al vijfentachtig vlindersoorten en meer dan 3500 vlinders waargenomen.
Complexe samenwerking
Door samenwerking tussen Universiteit van Innsbruck, Tiroler Staatsmusea, EURAC Institute for Alpine Environment in Bolzano (Zuid-Tirol) en de Blooming Life Foundation werd een solide basis voor het Citizen Science Initiatief gecreëerd. De eerste fase van het onderzoek loopt over een periode van vier jaar, waarin honderd geselecteerde graslanden in heel Tirol systematisch worden onderzocht volgens de “veelvoudige vlinder methode”. Om veranderingen op lange termijn vast te leggen, wordt de cyclus na vijf jaar herhaald.
Het doel van het onderzoeksproject is het opstellen van een referentiegegevensreeks over het voorkomen en de ontwikkeling van vlinderpopulaties in het Alpengebied. Peter Huemer, curator van de natuurwetenschappelijke collecties van de Tiroler Landesmuseen en mede-initiatiefnemer van de Dayfalter-Monitorings:
“In Tirol kennen we lang niet alle insectensoorten en nog minder de omvang en omvang van de insectensterfte. Vlinders zijn gevoelige schoonheden en ze kunnen ons aanwijzingen geven voor een eerste landelijk onderzoek op lange termijn.”
Klimaatverandering en verandering van landgebruik
Een natuur met volop diversiteit is een voorwaarde voor het welzijn en het voortbestaan van de mens en de basis voor elke duurzame ontwikkeling. De resultaten van het onderzoeksproject moeten een belangrijke bijdrage leveren aan de monitoring van de biodiversiteit in Tirol. Daarnaast kunnen ze ook wereldwijd worden gebruikt om veranderingen in landgebruik en klimaatverandering te monitoren.
Het natuurlijke en culturele landschap is onderhevig aan voortdurende veranderingen in gebruik. In de afgelopen decennia zijn de landbouwgebieden meestal geïntensiveerd. Daar staat tegenover dat ongunstige locaties en gebieden die moeilijk te bewerken zijn, zoals berggebieden, in toenemende mate zijn verlaten. Deze trend zet zich voort en leidt tot een afname van soortenrijke weiden en dus ook van de biodiversiteit. Het resultaat is de dood van vlinders. Niet alleen zeldzame vlindersoorten worden getroffen, maar ook steeds meer de vaker voorkomende soorten.
Vlinders zijn representatief voor de grootste en ecologisch belangrijkste groep insecten. Hun welbevinden zegt veel over de staat van de natuur in het algemeen:
- Vlinders reageren snel en gevoelig op veranderingen in hun leefomgeving, zoals klimaatverandering of veranderingen in landgebruik.
- Ze zijn belangrijke bestuivers en hebben een belangrijke rol in het voedselweb. Dit treft vooral vogels en vleermuizen.
(c) Pixabay/Pixel2013
Oostenrijk vlinderland
Oostenrijk heeft meer vlindersoorten dan enig ander noord- en midden-Europees land. Van de in totaal 10.000 soorten leven er 4070 in Oostenrijk. Deskundigen verklaren de soortenrijkdom door de verschillende hoogtes van het alpenlandschap, dat daardoor een verscheidenheid aan habitats biedt. In Tirol alleen al werden ongeveer 170 verschillende soorten dagvlinders geteld. Dat is bijna hetzelfde als in heel Duitsland. Deze omvatten negentien soorten die worden beschermd door de Tiroler Naturschutzverordnung en acht soorten die worden beschermd door de Fauna Flora Habitat Richtlijn. Het doel hiervan is het behoud en herstel van de biodiversiteit van de natuurlijke habitats en de wilde fauna en flora.