© StartupStockPhotos via Pixabay
Author profile picture

Vlaanderen is misschien wat later begonnen aan intensieve steun aan startende ondernemingen, maar er gebeurt nu van alles. Volgens Vlaamse investeerders is het subsidiesysteem goed geoutilleerd en is er een rijke verscheidenheid aan beginnende bedrijven. We spraken hierover met Sven De Cleyn (Imec.istart), Dirk Dewitte (CEO MicroStart) en Cédric Van Nevel en Sofie Baeten van QBic

Het Belgische imec.istart, Europa’s meest impactvolle business accelerator, begeleidt momenteel 260 start-ups. “In tien jaar zijn we geëvolueerd naar een heel rijk ecosysteem”, zegt Imec program director Sven De Cleyn. “De laatste decennia zijn er ontzettend veel start-ups bijgekomen. Zowel de kwantiteit, de kwaliteit als de achterliggende technologieën en ideeën van onze start-ups zijn er de afgelopen jaren op vooruit gegaan.”

Hardware

“Ik zie weer meer trends in de hardware-producten. Waar de focus de voorbije tien à vijftien jaar vaak lag op enkel software, zien we daarnaast de laatste twee tot drie jaar ook terug meer hardware start-ups opkomen. Hoewel de software start-ups nog steeds erg talrijk zijn. Onze start-ups scoren goed in het buitenland. We mogen dat als Vlamingen gerust internationaal nog meer in de verf zetten. Het start-up-landschap is versnipperd. Een betere afstemming en beter de krachten bundelen, lijkt me een meerwaarde.”

sven
Sven de Cleyn

Het subsidiesysteem is in Vlaanderen daarentegen volgens De Cleyn goe geregeld. “Er zijn een aantal randvoorwaarden die in België goed geregeld zijn, met sterke spelers als het Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO). Dat is goed georganiseerd, als je dat vergelijkt met het buitenland. Er zijn ook fiscale incentives die het in België aantrekkelijk maken om te ondernemen. Via tax shelter kunnen fiscaal vriendelijke investeringen aangetrokken worden.” Momenteel wordt het imec.istart acceleratieprogramma ook in Nederland uitgerold. Er zijn al enkele start-ups aangesloten.  

Minder hippe bedrijven 

MicroStart is een onderneming die microkredieten van 500 tot 25.000 euro verstrekt aan starters en zelfstandigen die om diverse redenen geen kredieten bij de banken kunnen krijgen en op deze manier een baan voor zichzelf scheppen. Deze zelfstandigen creëren via hun activiteit gemiddeld ook 0,6 bijkomende banen in de eerste 2 jaar van hun bestaan. De organisatie gaf al negenduizend mensen werk die anders geen werk zouden hebben. Na gemiddeld twee jaar is zeventig procent van hun starters nog steeds actief. CEO Dirk Dewitte vindt dat ook minder sexy projecten subsidies moeten krijgen.

Dirk
Dirk de Witte

“We mogen een aantal sectoren niet uit het oog verliezen, kleine buurtwinkels bijvoorbeeld. Of ambachtelijke bedrijven die oude meubels een nieuwe bestemming geven. We proberen ook minder hippe projecten te ondersteunen.”

“Grotere bedrijven die opgestart worden en na enkele jaren vrij veel mensen in dienst hebben, trekken vaak weg uit België, waardoor de impact op onze economie negatief wordt. De starters en zelfstandigen die wij helpen blijven in ons land en blijven toeleveren. Daardoor is er een positieve impact op de Belgische economie. Dat wordt soms uit het oog verloren. België is een land van kleine en middelgrote ondernemingen.”

Vroege fase 

Qbic is een interuniversitair durfkapitaalfonds.  Het is een zelfstandig risicokapitaal fonds, dat onafhankelijk werkt van de universiteiten. Vroeger had elke universiteit een apart fonds, maar zo’n tien jaar geleden werd beslist om die middelen samen te zetten. Qbic investeert uitsluitend in spinoffs en bedrijven die een sterke link hebben met kennisuniversiteiten. Er wordt geïnvesteerd in heel jonge bedrijven, in een heel jonge fase. Qbic heeft een lang voortraject in de begeleiding van de teams. “We zien meer investeringen in de vroege fase”, zegt CEO Sofie Baeten.

© Qbic

“Het life-science ecosysteem voor biobedrijven in Vlaanderen is nu goed op poten gezet. We zien dat het ecosysteem verder uitgebouwd wordt. Er wordt ook meer geïnvesteerd in hardware.”

Ook Cédric Van Nevel, partner bij Qbic, merkt op dat het aantal projecten toeneemt en dat goede plannen nog steeds vlot hun weg vinden naar investeerders.

“De projecten halen gedurende een langere tijd risicokapitaal op. Vanuit de universiteiten wordt ook een dynamiek ontwikkeld om mensen aan te moedigen die overweging te maken. Het kan het hele ecosysteem alleen maar ten goede komen. Er is een heel actieve houding waaraan er aan ondernemerschap gewerkt wordt.”