Nederland werkt hard aan voldoende betaalbare woningen voor iedereen. De overheid brengt daarvoor een breed instrumentarium in stelling. Maar beschikt men daarmee wel over voldoende regie op hoeveel er gebouwd wordt, wat er gebouwd wordt, voor wie er gebouwd wordt en hoe er gebouwd wordt? Op de lijstjes staan toch vooral de bekende standaard zaken. Die er voorlopig toe leiden dat de woningbouwproductie zelfs terugloopt.
Overheden voeren nu overwegend een passief grondbeleid. Bij passief grondbeleid laat je veel over aan marktpartijen wiens expertise je wilt benutten. Je koopt de grond niet zelf en je maakt met de eigenaar afspraken over de aard van de ontwikkeling. Een en ander passend bij het huidige regiem van marktwerking en liberalisering.
Ik kijk echter enigszins bezorgd naar de toekomst. Kun je zo wel op tegen de macht van de markt? De markt zal zeggen: Er is schaarste. Dus ik verhoog de prijzen. De markt zal zeggen: hé, Nederland is nu een wel heel aantrekkelijke vestigingslocatie. Dus ik verhoog de prijzen. Een vriendelijk zwaaiende regisseur zal daarbij door de voorbijrazende markt nauwelijks opgemerkt worden.
Nagel aan doodskist
Voor de financiële crisis maakten gemeenten flinke winst op grondposities. Tijdens de crisis sloeg dat om in een stevig verlies. De grondwaarde daalde en de grond die men had raakte men niet kwijt, met hoge rentelasten tot gevolg. Dit verlies van gemeenschapsgeld via grond was de nagel aan de doodskist van het actieve grondbeleid.
En dat terwijl Nederland bekend staat om woningproductie van hoge kwaliteit die juist het gevolg is van de toepassing van actief grondbeleid en integrale gebiedsontwikkeling. Gemeenten kochten daarbij grond, maakten die bouwrijp en verkochten die bijvoorbeeld voor een vaste lage prijs aan woningcorporaties. Op die manier konden snel grote hoeveelheden woningen worden geproduceerd.
Woningbouwproductie begint namelijk met voldoende geld om risicodragend te investeren, ambtelijke capaciteit om projecten echt te ontwikkelen en de bereidheid om dwingende juridische instrumenten in te zetten. Regisseren is te vrijblijvend, zo blijkt.
Actievere overheid
Het groeiende tekort aan (betaalbare) woningen zou daarom aanleiding moeten zijn voor de overheid zich – net als vroeger – veel actiever te roeren. Ook op de grondmarkt. Naast het blijven sturen van het initiatief van ontwikkelende partijen met stimulerend en restrictief beleid, is het onverkort nodig zelf het initiatief tot bouwen weer ter hand te nemen.
Gewoon door met een overheids-ontwikkelbedrijf op grote schaal relevante betaalbare woningen te gaan bouwen. Voor verschillende generaties, duurzaam, geïntegreerd met groen, aangehaakt aan mobiliteitssystemen, enzovoorts. Er zijn geen regels die dat in de weg staan.
En het zal niet de eerste keer zijn. Na de Tweede Wereldoorlog heeft onze volkshuisvesting een heel land gehuisvest. Ook begin 20e eeuw tijdens eerdere huisvestingscrisis zorgde de overheidsinitiatief voor voldoende woningen en gezonde leefomstandigheden ter vervanging van onhygiënische sloppenwijken en overvolle steden. Soms moet je het verleden ontginnen om de toekomst te kunnen maken.
Over deze column
In een wekelijkse column, afwisselend geschreven door Wendy van Ierschot, Bert Overlack, Eveline van Zeeland, Eugene Franken, Jan Wouters, Helen Kardan, Katleen Gabriels, Mary Fiers en Hans Helsloot probeert Innovation Origins te achterhalen hoe de toekomst eruit zal zien. Deze columnisten, soms aangevuld met gastbloggers, werken allemaal op hun eigen manier aan oplossingen voor de problemen van deze tijd. Morgen zal het dus goed zijn. Hier zijn alle voorgaande afleveringen.