Author profile picture

In een wekelijkse column, afwisselend geschreven door Maarten Steinbuch, Carlo van de Weijer, Daan Kersten, Lucien Engelen en Tessie Hartjes, probeert E52 uit te vinden hoe de toekomst eruit zal zien. De vijf columnisten zijn allemaal op hun eigen manier bezig met technologieën die oplossingen voor de problemen van onze tijd kunnen leveren. Deze zondag is Carlo van de Weijer aan de beurt.

Hier alle afleveringen van [MORGEN BETER]

Deze week vond het VeloCity congres plaats in Nijmegen, ’s werelds grootste congres rondom de fiets als vervoermiddel voor vooral stedelijk gebied. De fiets is enorm in opkomst, en dat zal de komende jaren niet minder worden. Smart Mobility ten voeten uit. Er is namelijk een groeiend aantal voordelen aan de fiets verbonden die in elk toekomstig scenario moeilijk te verslaan zijn.

Ik noem de belangrijkste:

– Kostenefficiënt: Het faciliteren van de fiets is gratis voor de overheid, in tegenstelling tot een openbaar vervoersysteem waar steevast 20 tot 30 cent per reizigerskilometer overheidsgeld bij moet. Ja, fietspaden en fietsenstallingen kosten geld (omgerekend zo’n 4 cent per reizigerskilometer), maar daar staat een positief bedrag tegenover voor bespaarde maatschappelijke kosten: voor elke kilometer dat u fietst spaart u op lange termijn de overheid 5 tot 10 cent aan bespaarde medische kosten. Plus minder verzuim voor de werkgever.

– Corridorcapaciteit: de prestaties van een vervoersnetwerk wordt vaak gemeten in corridorcapaciteit: hoeveel mensen kun je per uur in een richting vervoeren per 2-3 meter brede corridor: Goed bezette auto’s halen zo’n 3000 mensen, treinen trams of bussen blijven steken op 10-15000 passagiers. De metro is hier de kampioen met 40-50.000 passagiers, maar de gigantische kosten daarvan zijn alleen te billijken in steden met (veel) meer dan een half miljoen inwoners. Fietsen kunnen tot 15000 mensen vervoeren per uur per richting over een dergelijke corridor, dat maakt hem capaciteitskampioen na de metro.

– Een fiets is vriendelijker voor het straatbeeld dan enig alternatief; dat heeft onder andere te maken dat het vehicle menselijke proporties heeft waar ons reptielenbrein toch beter op reageert dan grote massa’s.

– Een onvermoed fenomeen wat fietsen de laatste tijd beter maakt: het weer. En dan heb ik het niet over klimaatverandering, maar vooral de veel betrouwbaardere voorspellingen. Vroeger keek je naar de lucht en nam het zekere voor het onzekere bij enige bewolking. Nu weet je al een dag van tevoren al redelijk nauwkeurig óf, en hoe laat het regent. En zelfs bij regen kun je vaak vooraf het nodige gat in de buien voorspellen om droog thuis te komen.

“Het is mooi dat de vermoede grote profiteur van het toenemend fietsgebruik niet alleen de grote stad blijkt”Carlo van de Weijer,

Maar een belangrijkste fenomeen van de laatste jaren is dat de actieradius van een fiets snel toeneemt. Deels door betere infrastructuur maar nog meer door elektrisch aangedreven fietsen. Menig onderzoek heeft aangetoond dat de mens het gelukkigst is met een woon-werkverkeersreistijd van 20-25 minuten. Niet meer, niet minder. In die tijd fiets je met een conventionele fiets zo’n 5km, niet toevallig de grenswaarde waarboven mensen neigden te gaan autorijden in plaats van fietsen. Maar met een elektrische fiets die 25 km/u rijdt of zelfs eentje die 45 km/u rijdt stijgt dit getal naar 10 of zelfs 20 kilometer. En dat is een bereik van een factor 10 hoger (dat bereik werkt kwadratisch).

Een actieradius van 20 kilometer komt al dichtbij het maximum noodzakelijke voor een gezond “Daily Urban System”, het gebied waarin een mens de min of meer dagelijkse en reguliere activiteiten kan ondernemen. Zeker als je in een polycentrische mozaïekmetropool als Brabant woont (dat hebben we nog aan de katholieken te danken, zie pagina 22/23 in dit document van BrabantKennis). Het is dan ook mooi te lezen dat de vermoede grote profiteur van het toenemend fietsgebruik niet alleen de grote stad blijkt, maar ook de kleinere steden en dorpen zijn er steeds meer gemeenten waar al meer wordt gefietst dan auto gereden, zo toonde Goudappel recent aan in een studie.

Daarom is de term VeloCity in de toekomst misschien niet de meest gelukkig gekozen naam. VeloVillage bekt ook veel lekkerder.