[et_pb_section bb_built=”1″][et_pb_row][et_pb_column type=”4_4″][et_pb_text _builder_version=”3.12.2″]
Hoe bepaal je of er markt is voor een idee? En als dat zo is, hoe krijg je dan de juiste partijen bij elkaar voor de doorontwikkeling? Waar je in andere sectoren misschien genoeg hebt aan goed marktonderzoek ligt dit in de medische sector vaak lastiger. Neem bijvoorbeeld een nieuw vaccin; in potentie kan het een ziekte voorkomen maar voordat ook maar een persoon het middel krijgt ingespoten, moet het compleet veilig zijn. Verschillende studies moeten aantonen dat zo’n vaccin geen bijwerkingen heeft. Wil je een medisch product op de markt brengen moet je flink wat geduld en diepe zakken hebben. Studies duren lang en ontwikkeltrajecten zijn duur. Hierdoor proberen artsen of wetenschappers met een eureka-moment niet altijd om hun idee naar de markt te brengen.
“Willen ze wel dat hun idee bij patiënten terecht komt, dan zijn ze bij ons aan het goede adres”, zegt Henri Theunissen. Theunissen is verantwoordelijk voor het valorisatieteam bij de Brightlands Maastricht Health Campus. Samen met een team proberen ze ideeën verder te ontwikkelen tot een product. Brightlands Maastricht Health Campus werkt hiervoor samen met Maastricht UMC+ en Maastricht University. Artsen, onderzoekers, studenten of startups kunnen bij Theunissen en zijn team terecht voor alles dat te maken heeft het brengen van idee tot product. “Maar ze kunnen hun idee hier ook indienen als ze zelf weinig voelen voor ondernemen. Komt er iets uit -dat kan een bedrijf zijn of een productietechniek- krijgen ze royalties over de opbrengst. Zo geven we ze een incentive -een financiële prikkel- om hun idee aan te melden bij het Brightlands Maastricht Health Campus. Dat is nodig, want zonder ideeën zijn we nergens”, legt Theunissen uit.
[/et_pb_text][et_pb_testimonial _builder_version=”3.12.2″ author=”Henri Theunissen” job_title=”Chief valorisation officer” company_name=”Brightlands Maastricht Health Campus” quote_icon_background_color=”#f5f5f5″ text_orientation=”center” animation_style=”flip” animation_direction=”top” saved_tabs=”all”]
“Vroeger verkocht de universiteit spin offs of licenties op productie voor een appel en een ei. Er was toen veel minder aandacht voor de business kant.”
[/et_pb_testimonial][/et_pb_column][/et_pb_row][et_pb_row][et_pb_column type=”1_2″][et_pb_text _builder_version=”3.12.2″]
Nieuw onderzoek
De rest van het geld dat het centrum verdient, gaat naar de opgerichte startups of spin-offs en nieuw onderzoek voor andere projecten. “Vroeger verkocht de universiteit zulke spin offs of licenties op productie voor een appel en een ei. De universiteit was veel minder bezig met de business kant. Met het opzetten van de campusorganisatie wordt er meer geïnvesteerd in de ontwikkeling en doorontwikkeling van spin-offs. Bovendien steken we geld dat wordt verdiend met verkoop, voor een deel weer in nieuw onderzoek. Zo blijven we investeren in nieuwe ontwikkelingen.”
Hoe weet je of iets succesvol wordt? Theunissen geeft aan dat dit deels ervaring is, hij werkte 20 jaar lang voor Organon, een van oorsprong Nederlandse farmaceut uit Oss en verder werkte hij voor Merck en Shering-Plough, beiden grote spelers in de medicijnenindustrie. “Daar deden we niets anders dan potentiële ideeën doorontwikkelen. Dan ontwikkel je vanzelf een soort feeling.” Maar hij haast zich erbij te zeggen dat hij allesbehalve beweert de sleutel tot succes te hebben: “Hoeveel ervaring je ook hebt, je kunt niet binnen een paar tellen zeggen: zij gaan het redden en zij niet. Of een bedrijf of idee succesvol wordt hangt van zoveel factoren af: welke mensen zijn betrokken? Is er genoeg geld te vinden? Op welke manier zet je onderzoek op? Hoeveel maatschappelijke relevantie heeft het product? Breng je dit al naar buiten? Zo kan ik nog wel even doorgaan, het is een onvoorspelbaar wereldje. Daarom zeg ik altijd dat de waarheid niet bestaat in dit werk.”
[/et_pb_text][/et_pb_column][et_pb_column type=”1_2″][et_pb_text _builder_version=”3.12.2″ border_color_all=”#b7b7b7″ animation_style=”fold” background_color=”#f5f5f5″ custom_padding_last_edited=”on|” saved_tabs=”all” custom_css_main_element=”padding:3%;”]
Mosa meat
Niet zonder trots vertelt Henri Theunissen, valorisation officer Brightlands Maastricht Health Campus over ‘s werelds eerste hamburger van kweekvlees. “Die ontdekking, hoe je vlees kweekt zonder dierenleed, is hier gedaan. Het is een hele belangrijke ontwikkeling, kweekvlees gaat de vleesindustrie helemaal veranderen. Dan is het mooi om te zien dat die uitvinding uit Maastricht komt.” Mosa Meat wordt geleid door hoogleraar cardiovasculaire fysiologie aan de Maastricht University Mark Post. Hij kweekte vlees door stamcellen van levende dieren, in een kweekvloeistof van suikers, aminozuren en vetten te leggen waarin ze zichzelf uitbreiden en spiervezels vormen. De afgelopen jaren werkte Post aan het opschalen van deze methode om kweekvlees interessant te maken voor de industrie. Post verwacht dat het nog zo’n drie jaar duurt voor we kweekvlees in de supermarkt kunnen kopen.
[/et_pb_text][et_pb_image _builder_version=”3.12.2″ src=”https://media.innovationorigins.com/2018/11/Screenshot-2018-11-08-at-14.19.50.png” /][/et_pb_column][/et_pb_row][et_pb_row][et_pb_column type=”1_2″][et_pb_text _builder_version=”3.12.2″]
Twee talen
Theunissen probeert samen met zijn team al deze verschillende factoren op een positieve manier te beïnvloeden: “Het is puur mensenwerk, je probeert een vertaalslag van idee tot bedrijf te maken. Hiervoor heb je de juiste mensen nodig. We werken momenteel met een groep van 12 hoogopgeleide kritische slimme mensen, iedereen is gepromoveerd. Ook hebben ze ervaring met het runnen van een bedrijf. Ze spreken twee talen: wetenschap en business. Het team komt zeker niet allemaal uit deze regio. Dat kan ook niet, want dit soort mensen zijn moeilijk te vinden, maar wel hard nodig. Want zonder de combinatie business en science wordt het moeilijk.”
[/et_pb_text][/et_pb_column][et_pb_column type=”1_2″][et_pb_text _builder_version=”3.12.2″ border_color_all=”#b7b7b7″ animation_style=”fold” background_color=”#f5f5f5″ custom_padding_last_edited=”on|” saved_tabs=”all” custom_css_main_element=”padding:3%;”]
Pharmacell
Pharmacell is een ander goed voorbeeld vindt Theunissen. Ook dit bedrijf ontstond in Maastricht. Vorig jaar werd het bedrijf overgenomen door het Zwitserse Lonza. Theunissen: “Dat is een hele grote speler op het gebied van farma en biotech, het is een erg belangrijke overname. Pharmacell heeft kennis en ervaring in productie van autologe cel- en gentherapie, dat is ook Lonza opgevallen. Zij nemen die kennis over. Deze overname is niet alleen voor de campus waardevol, maar hiermee geven we ook een signaal af aan de wereld. We laten zien dat we weten waar we mee bezig zijn.”
[/et_pb_text][/et_pb_column][/et_pb_row][et_pb_row][et_pb_column type=”4_4″][et_pb_text _builder_version=”3.12.2″]
Brightlands Maastricht Health Campus neemt een aandeel in de nieuwe bedrijven die het opzet, maar vaak bijft het niet alleen bij een financiële band, vertelt Theunissen. Het gebeurt dat business developers een startup gaan leiden: “Zij verzetten ontzettend veel werk tijdens het van de grond krijgen van een idee, hier werken ze met al hun energie aan. Wat is er dan mooier als ze betrokken kunnen blijven bij zo’n bedrijf? Meestal worden het tijdelijke CEO’s namens Brightlands Maastricht voor een dag per week. Maar het gebeurt ook dat ze deels uit dienst gaan van de campus om bij het bedrijf te werken. Dat geeft denk ik wel aan hoe groot de betrokkenheid is.”
[/et_pb_text][/et_pb_column][/et_pb_row][/et_pb_section]