University Racing Eindhoven (URE) bestaat twintig jaar en is daarmee het oudste studententeam van de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e). Ter ere van dit jubileum onthulde het team eerder deze zomer hun snelste en lichtste raceauto tot nu toe: de URE17. Met deze auto streeft het team, dat momenteel vierde staat op de wereldranglijst, naar een hogere positie in de elektrische klasse van de Formula Student competitie.
Aan de competitie doen 280 studententeams mee die op drie circuits (Assen, Hungaroring (Hongarije) en Hockenheim (Duitsland) tegen elkaar racen. Het doel van URE was om in de top vijf te eindigen. Op het circuit in Assen lukte dat – URE eindigde daar als vijfde.
Lichter, sneller, autonomer
De URE17 kan in slechts 2.1 seconden van 0 naar 100 kilometer per uur versneller – dat is even snel als de RB19 van Max Verstappen – en heeft een topsnelheid van 120 kilometer per uur (iets minder snel dan de RB19).
Verder is de racewagen 25 kilo lichter dan zijn voorganger, die 200 kilo woog. “Tijdens een weight breakdown zijn we gaan kijken: waar komt eigenlijk al het gewicht vandaan? Vervolgens hebben deelteams per onderdeel gekeken hoe het lichter kon”, vertelt team manager Fieke Wijnen, die aankomend schooljaar haar studie technische natuurkunde weer oppakt.
Die tactiek heeft gewerkt. De elektrische motor controller heeft ten opzichte van vorig jaar meer dan de helft van zijn gewicht verloren, en de remklauwen van deze editie zijn gemaakt van aluminium (met een 3D-printer) in plaats van staal. Daarnaast heeft het team veel aandacht besteed aan een optimale positie van verschillende componenten in de auto, waardoor het opbergen en vastzetten van de onderdelen minder gewicht kost. “Er zitten geen dikke blokken meer in de auto, je moet eerder denken aan een soort boomstructuur. Zo is de computer geen apart onderdeel meer bovenop de auto, maar zit het verwerkt in de romp. Alleen op de plekken waar het nodig is, zit materiaal. Op papier is het onze beste raceauto tot nu toe.”
Geavanceerd autonoom systeem
Naast de verbeteringen op het gebied van gewicht en snelheid, beschikt de URE17 ook over een geavanceerder autonoom systeem, waardoor de racewagen sneller rijdt én makkelijker overschakelt tussen autonoom rijden en een door de bestuurder gecontroleerde modus. “We hebben een betere computer en het autonome systeem is beter geïntegreerd in de auto. Hiermee laten we zien dat het kan: autonome voertuigen in de race-industrie”, aldus Wijnen.
Ook aan de accu werd volop gesleuteld. In plaats van de cellen uit het batterijpakket met bouten aan elkaar vast te maken, zijn deze in de URE17 aan elkaar gelast. “Dat is een stuk efficiënter en het is beter voor de koeling van het systeem.”
Afzonderlijk stuk voor stuk knappe prestaties, maar om al deze onderdelen te integreren in een systeem, vond Wijnen de grootste uitdaging. “Iedereen was heel druk met hun eigen, terwijl alles uiteindelijk in de raceauto moet samenwerken. We zijn vaak dingen tegengekomen die net niet pasten.”
De ontwikkeling van een elektrische en autonome raceauto door URE sluit aan bij de groeiende trend naar duurzaam en milieuvriendelijk vervoer. Terwijl de auto-industrie overgaat op elektrische voertuigen, dient het project van URE als een bewijs van het potentieel van elektrische aandrijflijnen in high-performance toepassingen. Bovendien benadrukken de autonome mogelijkheden van de raceauto vooruitgang in zelfrijdende technologie en de mogelijke impact daarvan op de toekomst van transport.