Circulariteit wordt steeds belangrijker. Bepaalde grondstoffen om producten te maken, zoals kostbare metalen, raken op. In de toekomst gooien we producten niet zomaar weg, maar hergebruiken we de materialen om weer nieuwe producten van te maken. Dit is het basisprincipe van een circulaire economie. In de nieuwe bacheloropleiding, Circular Engineering, leren studenten hoe ze productieprocessen in verschillende industrieën zo circulair mogelijk in kunnen richten. Daarnaast leren ze ook hoe zij producten kunnen ontwerpen met het oog op duurzaamheid en circulariteit. Een nieuwe manier van denken en de nodige technische kennis en vaardigheden moeten ervoor zorgen dat de toekomstige circular engineers kunnen bijdragen aan de oplossing van maatschappelijke problemen.
Studenten aansporen verder te denken
Studenten worden uitgedaagd door middel van vraagstukken uit de praktijk. Zij onderzoeken bijvoorbeeld een circulair alternatief voor wegwerpsensoren op de Intensive Care in ziekenhuizen. Nu worden de sensoren in verband met de hygiëne na één keer gebruiken weggegooid, terwijl onderdelen van de sensoren misschien goed te recyclen zijn. Tijdens de opleiding kijken studenten naar grote maatschappelijke thema’s. Zoals de energietransitie en het verduurzamen van de voedselproductie. Studenten zoeken bijvoorbeeld naar biotechnologische mogelijkheden om groente efficiënter en duurzamer te laten groeien. De overgang naar circulair producten en productieprocessen komt voor in alle sectoren.
De opleiding speelt in op deze brede maatschappelijke ontwikkelingen door het aanbieden van drie uitstroomprofielen. Dat wil zeggen dat studenten zich tijdens de opleiding kunnen specialiseren in drie verschillende technische gebieden, namelijk Circular Chemical Engineering, Sustainable Biotechnology en Engineering Physics of Sustainable Manufacturing. Gerard van Rooij, professor Plasma Chemistry aan de Universiteit Maastricht is in de nieuwe bachelor medeverantwoordelijk voor het chemische domein. Hij benadrukt dat studenten verder leren denken dan alleen het productieproces of het ontwikkelen van nieuwe producten. “Het is een holistisch geheel.”
Van Rooij legt uit: “Heel goed als je de productie van bijvoorbeeld zo’n wegwerp IC-sensor weet te verduurzamen. Maar waar komt de elektriciteit voor de machines vandaan? Biomassa is niet zo efficiënt om elektriciteit mee op te wekken. Daar zijn andere energiebronnen voor. Je kunt biomassa bijvoorbeeld wel efficiënt inzetten om bioplastics te maken. Studenten leren na te denken over de hele cyclus van producten en productieprocessen. Ze moeten continu nagaan wat de juiste stap is en welke gevolgen deze heeft voor de rest van de productie.”
Praktijkgericht
Dit soort vragen proberen de studenten in kleine projectgroepjes te beantwoorden. Naast kleinschalige onderwijsgroepen, gaan studenten in projecten voor bedrijven of onderzoeksinstellingen aan de slag met problemen uit de praktijk. De afgelopen tijd is Hanne Diliën, vice decaan bij de Faculty of Science and Engineering en docent organische- en polymeerchemie, druk bezig geweest met de inhoud van de nieuwe bachelor.
Volgens haar is de Universiteit Maastricht niet uniek in het probleemgericht leren. Wél uniek is de manier waarop studenten opgeleid worden. Diliën: “Om de overstap te maken naar een circulaire economie zijn ingenieurs nodig die een probleem vanuit meerdere disciplines kunnen bekijken en die verschillende inzichten aan elkaar kunnen koppelen. Wij leiden ze daarom niet op in één vakgebied. Niet alleen alle technische aspecten zijn belangrijk, maar ook of bijvoorbeeld een bedachte oplossing economisch wel haalbaar is. Als ze klaar zijn met deze opleiding kunnen ze overal ter wereld doorstromen als ingenieur met de verbreding circulariteit. Deze verbreding is bijzonder, die komt nog nergens anders voor.”
Circulair denken leer je niet binnen één project
Van Rooij knikt instemmend en voegt hier nog aan toe: “Circulariteit is natuurlijk een enorm buzzword. Het komt in opleidingen nog te vaak voor als een keuzevak. Wij doen dat anders, bij ons is het de basis van de opleiding. Het vereist een heel andere manier van denken, dat leer je niet in één project.” De opleiding is volgens hem ook een goede manier om circulair produceren nog meer onder de aandacht te brengen: “De klimaatuitdagingen zijn flink en een grote verantwoordelijkheid voor studenten alleen. Als het ze lukt om samen met bedrijven de bouwstenen in de industrie – onder andere plastic – echt circulair te maken, dan kan het echt iets veranderen.”
Brightlands Chemelot Campus
Een deel van de tijd brengen de studenten door op de Brightlands Chemelot Campus. Hier maken ze gebruik van de labfaciliteiten en werken ze samen met bedrijven aan oplossingen voor echte problemen. Een van die bedrijven die het anders willen doen is Sabic. Het chemiebedrijf op de campus in Geleen wil van de studenten weten hoe ze bijvoorbeeld reststromen van methaan effectiever kunnen gebruiken. Volgens Diliën is zo’n project niet alleen erg leerzaam, maar krijgen studenten meteen een kijkje in de keuken van de industrie. “Op de Brightlands Chemelot campus zien ze waar het werkveld naartoe gaat en dragen hier actief aan bij. Mijn tijd op de universiteit was een stuk theoretischer. Nu worden studenten uitgedaagd om de theorie ook in de praktijk toe te passen.”
Lees hier meer over Brightlands
Diliën legt uit dat samenwerkingen met de industrie op de Brightlands campus niet alleen motiverend werkt, maar uiteindelijk ook zorgen voor beter onderwijs. “Iedereen leeft door elkaar op de campus: studenten, docenten, onderzoekers en medewerkers van alle bedrijven. Je komt elkaar tegen in de centrale cafetaria en er is veel interactie. Die kruisbestuiving werkt positief. Ik merk een hogere studiemotivatie onder studenten en werknemers vinden de inzichten van studenten interessant. Terwijl het voor ons als universiteit weer belangrijk is om vanuit de industrie te horen wat er speelt. Hierdoor kunnen wij ons onderwijsprogramma up-to-date houden en onderwijs verbeteren. Ook bedrijven zien hier steeds vaker het nut van in: het leidt tot goed geschoolde medewerkers die voeling met de regio hebben en in Limburg willen blijven”, legt Diliën uit.
Geïnteresseerd in deze opleiding? Studenten kunnen zich nog tot 1 augustus inschrijven voor collegejaar 2021/2022.