Met de overgang van fossiele brandstoffen naar duurzame energiebronnen ontstaat er een grotere behoefte om stroom of warmte tijdelijk op te slaan voor later gebruik. Aan dit laatste werkt de TU Eindhoven met het project Wax+.
Het doel van het project is om de eigenschappen van zogeheten faseovergangsmaterialen (Phase Change Materials, of PCM’s) zoals paraffine dusdanig te verbeteren dat de PCM’s warmte beter kunnen geleiden. Dat gebeurt door middel van het toevoegen van nano-vlokken van grafeenoxide aan de PCM’s.
Subsidie van 800.000 euro
Het Wax+ onderzoeksteam staat onder leiding van Alexey Lyulin van de faculteit Technische Natuurkunde en bestaat uit onderzoekers van het Center for Computational Energy Research (CCER) van de TU/e.
De Nederlandse instelling voor het bevorderen van wetenschappelijk onderzoek (NWO) subsidieert het project met 800.000 euro via zijn Open Technologieprogramma (OTP). Daarnaast is er financiële ondersteuning van industriële partners als Bosch, TNO-ECN, Nanocyl, en MDP Srl.
Hoe werkt het?
PCM’s zoals paraffine hebben de eigenschap dat ze warmte kunnen absorberen of vrijgeven bij de overgang van vaste naar vloeibare vorm en vice versa. Waar het alleen een beetje aan schort is de warmtegeleiding van het materiaal en de snelheid warmte warmte kan worden opgeslagen en afgegeven.
Van dagen naar minuten
Doel van het Wax+ project is om het warmtegeleidingsvermogen te vergroten door toevoeging van grafeenoxide. Dat is een materiaal met een hoger warmtegeleidingsvermogen. Als dit grafeenoxide in de vorm van nano-vlokken – stukjes materiaal met op zijn minst één dimensie tussen de 1 en 100 nanometer – wordt toegevoegd aan bijvoorbeeld paraffine dan kan de tijd om energie op te slaan of terug te winnen naar verwachting worden gereduceerd van dagen naar slechts enkele minuten!
Lyulin “Namens het hele Wax+ onderzoeksteam kan ik zeggen dat we uitermate verheugd zijn om de NWO-beurs te ontvangen. Dit maakt het mogelijk om verder grootschalig experimenteel en rekenkundig onderzoek te verrichten naar warmtegeleidende netwerken op basis van grafeen in paraffinewas”.