Author profile picture

In de late avond van 27 februari 2020 kwam het hoge woord eruit. Een vijftiger uit Noord-Brabant werd de eerste officiële coronapatiënt van Nederland. Wat begon als een mysterieus virus uit China houdt ons inmiddels al een heel jaar in zijn greep. Al vanaf het begin zag ik de crisis naderbij komen. Maar wat kon ik doen? Ik besloot deze pandemie direct na de eerste besmetting op mijn eigen manier in kaart te brengen.

Zo gezegd zo gedaan. Ik zwengelde Adobe Illustrator aan en plaatste een jaar geleden mijn allereerste coronakaart. In dit verhaal blik ik aan de hand van deze kaarten terug op een jaar dat zo compleet anders was dan alle andere jaren. Ook cartografisch gezien begon het allemaal vrij bescheiden. Na een blik in de atlas, wist ik Loon op Zand te vinden. Vervolgens selecteerde ik de gemeente om hem van een kleurtje te voorzien. Dat zag er zo uit.

Hallucinante rampenfilm

De maand na deze eerste besmetting was misschien wel de meest geschifte in de recente geschiedenis. Nederland kreeg binnen een mum van tijd te maken met een surrealistische stormvloed waarin de pandemische ontwikkelingen en dystopische gewaarwordingen elkaar in razend tempo opvolgden.

Aanvankelijk hield de WHO rekening met een mortaliteitspercentage van rond de 3,4%, vele malen hoger dan later bleek. Toch was het niet zozeer de dodelijkheid, als wel de besmettelijkheid die van Covid-19 zo’n kolossale maatschappelijke ontwrichting maakte.

De ene na de andere gemeente kreeg met besmettingen maken. Langzaam verdwenen de grijze vlakken op de kaarten. Op de onderstaande animatie is te zien hoe de eerste golf Nederland binnentrok.

Aan het einde van de maand liep het aantal zo hoog op dat absolute cijfers geen betrouwbaar beeld meer schetsten. Daarom besloot ik vanaf eind maart met relatieve aantallen per 100.000 inwoners te werken. Dat in grote gemeenten meer besmettingen plaatsvonden, was immers nogal wiedes.

Dodelijkste maand sinds WO2

De eerste maatregelen werden in maart doorgevoerd om daarna gefaseerd toe te werken naar de intelligente lockdown. Achteraf kan geconcludeerd worden dat de eerste golf zijn piek bereikte tijdens het Paasweekend. Met 234 sterfgevallen is 6 april 2020 nog altijd het dodelijkste etmaal van de coronacrisis tot nu toe.

Flatten the curve

Naarmate april vorderde, werden de eerste effecten van de maatregelen merkbaar in de cijfers. Als eerste in het stijgingspercentage van de besmettingen, daarna ook in absolute aantallen en in de tweede helft van de maand werd ook de daling ingezet in het aantal sterfgevallen.

Over grenzen heenkijken

Eind april kreeg ik een vraag uit onverwachte hoek die de nieuwe coronakaartenfase inluidde. “Jelmer, als die onderlinge verschillen binnen Nederland zo groot zijn. Hoe zit dat dan in de rest van Europa? Lijkt me wel interessant om te zien”, vroeg mijn moeder aan de telefoon. Goeie vraag. Probleem was alleen: zulke kaarten bestonden helemaal nog niet. Dus ik besloot zelf aan de slag te gaan.

Na een heel weekend lang cijfers verzamelen op de overheidswebsites in meer dan twintig landen, was de allereerste Europese coronakaart een feit, ongeveer een maand voor de ECDC met een soortgelijk exemplaar op de proppen kwam. Nu het continentale coronamonster een feit was, kon ik mijn ma vertellen dat Madrid en Lombardije de zwaarste zeperd incasseerden aan het begin van de crisis.

Nieuwe stampij in mei

In de eerste maanden van de coronacrisis maakte ik iedere werkdag een verse kaart. Omdat de cijfers daalden en ik mijn grenzen behoorlijk had opgezocht, gaf ik mezelf een verplichte meivakantie met corona time-out.

Bij terugkomst was de golf zo goed als voorbij. In grote delen van Nederland werd in een hele week zelfs geen enkele diagnose gesteld. De Europese kaart was qua hoeveelheid werk te veel om alleen aan te kunnen. Toch fascineerde deze insteek me te veel om helemaal los te laten. Maar hier waren wel extra handjes voor nodig.

Met de hulp van vijf nieuwsgierige en hondstrouwe datagravers verzamelden we vanaf dat moment ieder weekeinde de cijfers uit alle uithoeken van Europa. Op 22 mei was de allereerste teamkaart een feit.

Ondertussen in Nederland

1 Juno

“1 Juno” brak aan; gefaseerd ging de boel van het slot af. Bijna 6.000 doden en tienduizenden officiële diagnoses verder was de acute dreiging voorbij. Langzaamaan begon het land in een vakantiestemming te komen. Nederland zat tot begin juli bij de meest coronaluwe gebieden van heel Europa.

Dagelijkse kaarten waren allang niet meer nodig. De coronakaart van 12 juni sprak boekdelen: slechts 30 ziekenhuisopnames in een hele week tijd. Dit was zo laag dat de ‘per 100.000 inwoners-kaart’ weer werd ingewisseld voor de absolute waarden vanuit het begin.

Tweede golf? “Ach, dat komt dit najaar wel weer. Eerst genieten van de zomervakantie”, was de maatschappelijke mindset op dat moment. Want even zorgeloos genieten hadden we wel verdiend na het geschiftste voorjaar uit de recente geschiedenis.

Schuivend de zomer in

In juni kreeg ik van een collega bij Innovation Origins een fantastische suggestie in de schoot geworpen: sliders! In plaats van kaarten onder elkaar te zetten, werd de pandemische ontwikkeling via een handbeweging zichtbaar.

Het fenomeen ‘schuifkaart’ was geboren, vanaf nu moest ook de lezer aan de bak in mijn verhalen. Ondertussen was de Europese kaart verder en verder uitgebreid waardoor de ontwikkelingen in iedere obscure uithoek wekelijks gevolgd konden worden.

De virale vakantiesouvenir

In juli ging binnen- en buitenland dat vervelende voorjaar verwerken met een welverdiende zomervakantie. Helemaal weg was het virus niet, maar de besmettingen stonden inmiddels op een zeer summier pitje. Zeker in combinatie met de beloofde opschaling van de testcapaciteit in combinatie met bron- en contactonderzoek, moesten we de tweede golf eenvoudig kunnen zien aankomen.

Toch verschenen toen al de eerste donkere viruswolken boven het zomerse Europa. Populaire vakantiebestemmingen in Spanje en Frankrijk veranderden in de zomerhitte eveneens in felle coronahaarden. Deze route de soleil was een maand later ook zeer duidelijk zichtbaar op de coronakaarten…

Van Spanje naar studentensteden

Niet alleen de samenleving, ook het virus keerde in augustus en september terug van vakantie. Omdat de haarden zich toen nog vooral in studentensteden bevonden, viel de sterfte aanvankelijk erg mee. Hier bleef het alleen niet bij. Aan het eind van de maand veranderde heel West-Europa in een brandhaard. Hoewel landsgrenzen op de kaart ontbreken, werden deze op basis van de besmettingscijfers in een oogopslag duidelijk.

Te laat, te weinig, te naïef

In oktober kon zelfs de grootste coronascepticus niet meer ontkennen dat we in de tweede golf zaten en ingrijpen noodzakelijk was. Omdat de groei zo exponentieel was, moest de legenda iedere paar weken worden omgegooid. Toch kon dit niet voorkomen dat de blauw/paarse kaart steeds roder kleurde en uiteindelijk zelfs naar zwart ging.

Nieuwe recordpieken

Nadat ik de illusie had laten varen dat we deze crisis daadwerkelijk onder controle konden krijgen, gunde ik mezelf tot medio november opnieuw drie weken rust aan mijn hoofd. Na mijn terugkomst was de pandemische fik nog altijd in volle hevigheid gaande.

De kaart was iets minder zwart. Maar dat kwam omdat de legenda voor de zoveelste keer naar boven was aangepast om te voorkomen dat alles rood en zwart werd. Het inferno beperkte zich toen bovendien allang niet meer tot alleen West-Europa.

Fijne feestdagen en een gelukkig nieuwjaar

Na drie maanden pappen en nathouden, ging op 15 december de boel opnieuw op slot. Het effect van de tweede lockdown moest pas na de feestdagen merkbaar worden.

Vlak voor de kerstdagen was het aantal nieuwe diagnoses in een week tijd op sommige plekken zelfs hoger dan 1% van de totale bevolking.

De grote prikwedstrijd

De focus van mijn datavisualisaties is sinds dit jaar verlegd naar vaccinaties. Omdat we in een lockdown zitten, moet het aantal besmettingen in ieder geval niet door het dak schieten. Bovendien viel het gênante slakkentempo van Nederland aan het begin op in zowel binnen- als buitenland. Toch is hier inmiddels wel verandering in gekomen.

Ons land lijkt na volle vaccinatiemaanden zijn draai gevonden te hebben. Op dit moment prikken we onszelf de Europese middenmoot in de onderstaande landenrace die de Nederlandse inhaalslag visualiseert. Vooral in de voorbije weken passeert onze prikdichtheid die van de buurlanden. Sterker nog: we passeerden eergisteren misschien wel onze grootste rivaal van allemaal.

Na het eerste coronajaar

Een volledig jaar in de coronacrisis is nog altijd veel onzeker. Maar wat ik wel kan concluderen aan de hand van deze terugblik is dat ik een aardig potje heb leren kaarten kleien en datavisualisaties bouwen. Toch een set prettige vaardigheden die ik mezelf zonder deze crisis nooit had aangeleerd.

Premier Mark Rutte legde aan het begin van de coronacrisis vorig jaar uit dat een pandemie geen sprint maar een marathon is. Ironisch genoeg zou zijn eindsprint richting 17 maart zomaar eens een zware tegenslag kunnen betekenen voor de metaforische marathon waar hij naar verwees. Electoraal of pandemisch? Misschien wel allebei. Misschien wel niet. In een maand kan uitzonderlijk veel veranderen. Dat leerden we in maart 2020 als geen ander.

Precies een jaar later liggen de coronakaarten er in elk geval als volgt voor.